Luther als profeet (1)

Let op uw voeten als u naar het huis van God gaat. Het is beter dat men daar komt om te luisteren dan om als vrome dwazen daar God een offer te komen brengen, want zulke mensen beseffen niet dat zij kwaad doen.‘ (Prediker 4 : 17, HSV, bewerkt)

De ware ‘eredienst’…

De pausgezinden zijn dol en onzinnig tegen ons; ze willen hun leringen met lange speren en geweld doordrijven, omdat zij met pen [lett.: ganzenveer] en waarheid niets tegen ons kunnen inbrengen. Ik [= Luther] heb met grote ernst tot God gebeden en bid nog dagelijks, dat Hij hun voornemen zal besturen en tijdens mijn leven geen oorlog in Duitsland zal laten komen. Ik ben verzekerd dat God mijn gebed werkelijk verhoort, en weet, dat, zolang ik leef geen oorlog in Duitsland zal zijn. Wanneer ik nu sterf, rust en slaap, bid dan ook [voor uzelf] (1).

Niemand echter kan Jezus, Maria’s Zoon, Heere noemen, dat is, Hem als God met heel z’n hart vertrouwen en aanroepen, tenzij hij de Heilige Geest heeft [ontvangen] (vgl. 1 Korintiërs 12 vers 3). Deze wordt echter niet gegeven aan de verachters van Gods Woord, of aan godslasteraars, epicureërs [die zeggen laten wij eten en drinken want morgen sterven wij], niet aan ongehoorzamen, moordenaars, afgunstigen, zwelgers, zuipers, hoereerders, echtbrekers, ontuchtigen, dieven, gierigaards, woekeraars en die het onrecht ruimbaan geven. Idem, niet aan hen die hun naaste afzetten en oplichten, die vals getuigenis geven, en niet aan onrechtvaardige en zelfverzekerde mensen. Want zij en allen die zo vermetel voortgaan, als zou er geen ander leven na dit korte, ellendige leven komen, zijn en blijven eeuwig onder de macht van de duivel.*

Daarom is dit het belangrijkste: dat ieder Gods Woord vlijtig zal horen en met een waar geloof zal aannemen; zijn zonden zal belijden; voor de grote toorn van God zal verschrikken en zijn zondige leven zal opgeven, en zich zal beteren en bekeren, en met ernst de vergeving van al zijn zonden van God zal begeren en afsmeken – en ook vast zal geloven dat zijn zonden hem om Christus’ wil vergeven zijn, Die Zich Zelf daarvoor heeft geofferd en overgeven.”

Bron: Tom. 8. Jen. E. 379 a. R. 344 b. Weergave: Doctor Martin Luthers äußerst merkwürdige Weissagungen, gesammelt Dreißig Jahre nach seinem Tode, im Jahre 1576, herausgegeben von Johannes Lapäus, 1846, S. 261 ff

(1) Nog in 1546, het jaar van Luthers dood, brak de Schmalkaldische Oorlog (1546/47) uit. In 1618 brak nog eens de Dertigjarige Oorlog (1618/48) uit. Ook deze oorlog was begonnen als godsdienstoorlog (contrareformatie) en zaaide in heel Duitsland onnoemelijk veel dood en verderf tot in 1648 de Vrede van Munster werd gesloten.

* Opgemerkt AJ:  De heilige Geest Die ons belooft en geschonken wordt bij onze Doop en op het (gezamenlijk) gebed kunnen we zeker ook bedroeven, (openlijk) weerstaan, en zelfs uitblussen. Dat weerstaan van de heilige Geest door misverstaan en misbruik van Gods Woord kan zelfs onderdeel (geworden) zijn van een vrome godsdienstige traditie. De apostel Paulus stond in zo’n traditie en werd er genadig van bevrijd!

Bron citaat:  maartenluther.com

Bron afbeelding:  Pinterest (Spreuken 10 : 17)

Dit bericht werd geplaatst in Bijbel, Gemeente, Geschiedenis. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s