‘Toen Jezus van daar verderging, zag hij bij het tolhuis een man zitten die Matteüs heette, en hij zei tegen hem: ‘Volg mij.’ Hij stond op en volgde hem. Toen hij thuis aanlag voor de maaltijd, kwam er ook een groot aantal tollenaars en zondaars, die samen met hem en zijn leerlingen aan de maaltijd deelnamen. De farizeeën zagen dit en zeiden tegen zijn leerlingen: ‘Waarom eet uw meester met tollenaars en zondaars?’ Hij hoorde dit en gaf als antwoord: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel. Overdenk eens goed wat dit wil zeggen: “Barmhartigheid wil ik, geen offers.” Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.‘ (Mattheüs 9 : 9-13)
Economische of religieuze ‘normaliteit’?
Geciteerd 1: (1) ‘Psychiatrie is vanaf het begin, dat beschrijft Foucault, een dispositief om de maatschappelijke normaliteit te beheren. Zowel voor het individu als voor de maatschappij. Dat betekent dat psychiatrie altijd schatplichtig is aan de maatschappij waarbinnen ze functioneert. Maar maatschappijen zijn zeer verschillend op het vlak van normering. Je hoeft geen groot maatschappijcriticus te zijn om te zien dat economie bij ons centraal staat…
Geciteerd 2: (2) Twenge en Campbell spreken daarom van een narcistische epidemie en stellen dat we leven in een tijd waarin we vinden dat we overal recht op hebben – vooral op geluk in het hier en nu.
Geciteerd 3: (2) Dat is een spannende vraag: hoe verhoudt de gerichtheid op God zich tot de gerichtheid op mezelf? Is God er vooral voor mij, of ben ik er voor Hem? Gaat het om mijn geluk, om troost of geborgenheid („God is altijd bij je”), of ben ik gericht op Zijn eer, Zijn Naam en Zijn Koninkrijk? Een psychologisch gezonde balans is hier onvoldoende. Zonder het herscheppende werk van de Geest zijn we nergens.
Opgemerkt 1: ‘of ben ik gericht op Zijn eer, Zijn Naam en Zijn Koninkrijk?’ Dat is blijkbaar de Bijbelse ‘normaliteit’, en daarbij klinkt dan ook nog: ‘Zonder het herscheppende werk van de Geest zijn we nergens.’. Wanneer dit zo kortweg gesteld wordt dan blijven we allemaal toch (weer) met een kater achter. Daarom het volgende:
Geciteerd 4: Mag je iemand wel een apostel noemen, die het volk niets anders voorhoudt dan zijn eigen dromen, menselijke constateringen en – religieuze en/of (AJ) – filosofische leerstukken? Nee, zo iemand is een dief, een moordenaar, iemand die de zielen bederft en wurgt. Hij is niet gezonden, maar komt uit zichzelf en dat zien de bekommerde en bange gewetens van de mensen heel goed. Want steeds als Gods Woord wordt verkondigd, zorgt het voor vrolijke, ruime en zekere gewetens, want het is toch het Woord van de genade en van de vergeving, een goed en zoet Woord. Als iemand echter mensenwoorden verkondigt, dan zorgen die voor een verdrietig, nauw en bevend geweten. Want dat is een Woord van de wet, van de toorn en van de zonden. Het laat zien wat de mens niet gedaan heeft en wat hij toch had moeten doen.
Opgemerkt 2: Zie verder ook wat nog aan de orde gesteld wordt in deze blog serie: ‘Waarom Luther nog aan het Woord laten‘
(1) Paul Verhaeghe: De auteur is hoogleraar psychodiagnostiek in Gent, zijn essay over normaliteit en andere afwijkingen, is verhelderend en belangwekkend. Verhaeghe brak door bij het grote publiek met boeken als Autoriteit en Intimiteit.
(2) Hanneke Schaap-Jonker: De auteur is rector van het Kennisinstituut christelijke ggz (Kicg), onderdeel van Eleos en De Hoop ggz, en bijzonder hoogleraar klinische godsdienstpsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Bron citaat 1: De Correspondent – ‘Normaliteit. Paul Verhaeghe – in gesprek met Lex Bohlmeijer‘ (via Uitgeverij De Bezige Bij)
Bron citaat 2+3: RD Opinie – ‘Column: Narcistische epidemie‘ – door Hanneke Schaap-Jonker
Bron citaat 4: checkluther-com – Meditatie van 22 september 2020 – Luther Heritage Foundation (Veenendaal)