‘Heel Israël zalig’ – ‘Steen des aanstoots’ voor ‘de Kerk’?

(…) 25 Er is, broeders en zusters, een goddelijk geheim dat ik u niet wil onthouden, omdat ik wil voorkomen dat u op uw eigen inzicht afgaat. Slechts een deel van Israël werd onbuigzaam, en dat alleen tot het moment dat alle heidenen zijn toegetreden. 26 Dan zal heel Israël worden gered, zoals ook geschreven staat: ‘De Redder zal uit Sion komen, en wentelt dan de schuld af van Jakobs nageslacht. 27 Dit is Mijn verbond met hen, wanneer Ik hun zonden wegneem.’ 28 Ze zijn Gods vijanden geworden opdat het Evangelie aan u kon worden verkondigd, maar God blijft hen liefhebben omdat Hij de aartsvaders heeft uitgekozen. 29 De genade die God schenkt neemt hij nooit terug, wanneer Hij iemand roept maakt Hij dat niet ongedaan. (Uit Romeinen 11)

Vooraf opgemerkt:Centrale thema‘ van het Evangelie (OT+NT) is schuldvergeving – de ons toegerekende gerechtigheid/rechtvaardiging – waardoor we worden gered (vrijgesteld) van Gods toorn – hier en nu al en straks bij het laatste oordeel.
In het ‘verhaal van God’ met/over de mensheid is totaal geen ruimte voor het zich beroemen op mensen en mensenwerk. Heel de wereldgeschiedenis en die van de kosmos ontstond en werd en wordt  voortgedreven door het spreken van God en ook door het spreken van Gods tot ons mensen wat duidelijk maakte en maakt dat wij door Hem voor verantwoordelijke schepselen worden gehouden en aan Hem verantwoording schuldig zijn over hetgeen wij doen en gedaan hebben en nog zullen doen aan goed en kwaad.

Romeinen 10 en 11 opnieuw gelezen (bewerkt)

(…) 9-31 De Joden die ernaar streefden/streven door de Wet gerechtvaardigd te worden hebben Gods gerechtigheid niet leren begrijpen en/of aanvaarden.

10-2-4 Ze dienen God vol toewijding maar het ontbreekt hen aan inzicht. Omdat ze Gods gerechtigheid (=Christus) niet kennen (hebben leren zien) verlaten ze zich niet op Gods vrijspraak. De Wet moet niet (eerst) door ons volbracht worden maar vindt zijn doel in Christus (de wet moet ons doen begrijpen dat we het zonder Hem ‘niet redden’ en dat niemand zich kan vrijwaren van de huidige en komende toorn van God omdat hij/zij de wet naleeft. Alleen wie Gods gerechtigheid aanvaardt door het geloof die wordt rechtvaardig verklaard.

10-5-6 Mozes zegt: Wanneer wij Joden/mensen wat de wet voorschrijft (volledig) zouden (kunnen) naleven dán zouden we daardoor leven (en niet sterven).
Maar daarna zegt Mozes ook nog meer! Mozes gaat spreken (profeteren) over het Woord van God* en dan blijkt dat er niets van ons mensen verwacht wordt – opstijgen naar de hemel of afdalen in het dodenrijk – maar dat alles van Gods kant komt en moet en zal komen willen wij léven.
* God heeft door Mozes het volk in duidelijke bewoordingen laten weten (profetisch laten verkondigen) dat het onmogelijk door de wet gerechtigheid en (eeuwig) leven zou kunnen ontvangen – de individuele mens zal dat niet lukken en ook Gods volk niet. Zelfs Mozes bleek niet in staat (‘gerechtigd’) om levend het beloofde land in te trekken.

10-8 Het profetische Woord (itt het woord van de Wet) was ook toen al – in Mozes tijd – dichtbij, namelijk in mond en hart van het volk gelegd – en Mozes verkondigde daarmee de boodschap  van het geloof en dat is de boodschap die wij apostelen nu ook aan u heidenen verkondigen. Het aan mensen verkondigde Woord waar Mozes al over spreekt is nu ook dicht bij u: in uw mond en in uw hart en nu kunnen wij door Gods openbaring van Jezus Christus in het vlees en de uitstorting van de heilige Geest ‘op alle vlees’ zelfs veel beter de reikwijdte: (breedte en hoogte en diepte) daarvan verstaan samen met alle gelovigen.

10-10-13 Als uw mond belijdt dat Jezus Heer is en met uw hart gelooft dat God Hem uit de dood opgewekt heeft zult u worden gered!
Er is wat dat betreft geen enkel onderscheid meer tussen Joden en de andere volken, want ze hebben allen dezelfde Heer en Hij is hen allen even genadig en nabij in Jezus Christus, want het Woord heeft nu ook ‘de heidenen’ (u/ons) bereikt.
En ieder die gelovig deze boodschap aanvaardt en God aanroept en (daarmee) bidt om de heilige Geest die wordt en is gered. Geen twijfel mogelijk.

10-14-17 Jesaja vraagt: heeft iemand gelooft wat wij hebben gezegd?*
Die ‘wij’ dat zijn de OT-profeten: Mozes en de latere profeten en m.n. ook Jesaja hebben van Christus getuigd!  Maar wanneer heel onze redding – zowel die van Gods volk als van de heidenen – helemaal van Gods kant moet komen hoe gaat dat dan in z’n werk? Wel dat gebeurd door God spreken tot ons. Dat begon al in het paradijs na de zondeval, maar dat werd nog duidelijker met Gods spreken tot Abraham en met Abraham’s luisteren naar en geloven in God en Gods belofte woord aan Abraham.
God heeft ook tot Mozes gesproken en door hem Zijn Woord laten verkondigen. Dus om Gods boodschap te kunnen horen moet er iemand door Hem gezonden worden en voor Gods volk was dat Mozes, de eerste en grote profeet in de mensengeschiedenis van na de zondvloed.
Toch hebben maar weinigen van Gods volk in de loop der eeuwen gehoor gegeven aan dat Evangelie woord van Mozes (en de latere profeten), want Jesaja vraagt: Heer, heeft iemand geloofd wat wij hebben gezegd? En daarmee was toen al de verkondiging van de komende Christus bedoeld!*
Dus door te luisteren – en niet door te werken – komt men tot het reddende geloof en wat men hoort en gelooft dat is de verkondiging van Christus.
* Zie Jezus woorden aan de Emmaüsgangers in Lukas 24 : 17-35.

10-18-21 Mozes profeteerde ook al dat het volk Israël jaloers gemaakt zou en moest worden op een volk dat (nog) geen ‘Gods volk’ is. En in Jesaja klinkt al dat God Zich zal laten vinden door mensen die naar Hem niet vroegen en zochten. En dat ‘Zich laten vinden’ is nu in Paulus tijd dus aan de orde! En over Israël klaagt God dat Hij Zijn handen altijd weer heeft ‘moeten’ – het volk maakte het ernaar – maar ook steeds weer heeft willen uitstrekken naar een ongehoorzaam en opstandig volk.

11-1 Nu kunnen we onszelf afvragen: Als God zich (nu) laat vinden door mensen die naar Hem niet vroegen en zochten en bij Zijn eigen volk – waaraan Hij Zich steeds weer liet horen door de profeten en later de apostelen – steeds weer ongehoorzame en opstandige mensen gevonden heeft en vindt, heeft God Zijn eigen volk dan nu maar geheel opgegeven en van Zich verstoten?

11-2-6 God verstoot Zijn volk beslist niet! God maakt Zijn uitverkiezing niet ongedaan want dat hangt helemaal niet van mensen af. Er is en blijft als bewijs daarvan hier op aarde altijd een klein deel over – onder Gods volk en nu ook onder de heidenen – dat God uit genade uitgekozen heeft als blijk van Zijn doorgaande werk hier op aarde om al Zijn beloften waar te maken (tot vervulling te laten komen).
Dat is puur genade van Gods kant dat zulke mensen altijd weer gevonden zullen worden onder de mensen van Gods volk en nu ook onder die van de ‘heidenvolken’. Daar kan dat hier op aarde uitverkoren kleine deel (die ‘rest’) zichzelf niet op beroemen – zich op anderen laten voorstaan – alsof zij dat door hun liefde tot God en hun naleven van de Wet – die ons gebiedt om lief te hebben – dat bij God hebben weten te bereiken of omdat zij door die uitverkiezing nu van zichzelf een beter soort mensen geworden zijn.

11-7-11 De leden van Gods volk die door het naleven van de wet redding en leven wilden ontvangen hebben het (zichzelf) niet gered en alleen de uitverkorenen, die geleefd hebben en leven uit en door het geloof – zie (lees!) hoe David het van geloof in een Hem genadig God moest hebben en beslist niets van zijn naleven van de Wet iets kon verwachten (zie bijv. Jakobus 2 : 11) – kunnen zich vast en zeker door God gered weten en de anderen – die dat gered moeten worden zonder enige eigen inbreng niet wilden aanvaarden – hebben zich verhard en zijn onbuigzaam geworden.
En waarom moest (!) dat zo gebeuren in de geschiedenis van Gods volk? Alleen zo kon het Evangelie ook aan de andere volken verkondigd en duidelijk (gemaakt) worden: Het is alles puur genade van Gods kant. Als het volk van God ook maar iets van zichzelf zou hebben of iets had kunnen of moeten bijdragen/toevoegen aan hun uitverkiezing en redding dan hadden de ‘heidenvolken’ nu geen reden gehad (kunnen zien/aanvaarden) om te geloven dat ook zij zich nu tot de God van Israël mogen bekeren en zich te bekeren hebben. God heeft de ‘heidenvolken’ nu zelfs zozeer willen verheffen, dat (bekeerde) heidenen het volk van God tot jaloersheid kunnen/moeten verwekken: Zij – de vroegere heidenen – wel gerechtvaardigd en wij (ijverige) leden van Zijn Verbondsvolk niet? Waar hebben zij dat aan te danken en waar hebben wij dat aan te wijten?

11-12 Maar als hun overtreding – het falen en (daarom) verworpen (moeten) worden van het oude Bondsvolk – zo’n rijke Evangelie verkondiging bevat voor de heidenen, hoe geweldig zal het dan zijn wanneer heel dit oude Bondsvolk tot inzicht komt en zich bekeert.

11-15-16 Wanneer Gods genade nu zo groot blijkt (gebleken is) dat Hij Zich met de wereld ging verzoenen op een moment dat Hij Zijn eigen volk moest verwerpen, omdat ze hun Messias verwierpen en kruisigden, wat zal dan hun toekomstige aanvaarding van Hem werkelijk als een opstanding uit de dood moeten worden gezien en dat ook daadwerkelijk zijn.* Gods genade is zo ruimhartig dat Hij genoeg heeft aan maar een klein deel van Zijn volk dat Hij door genade aan Zich wil wijden in deze wereldtijd, terwijl Hij dan toch (straks) héél Zijn volk als aan Hem toegewijd zal rekenen. Als de wortel (van Isai, Jesaja 11 : 1, Romeinen 15 : 12) aan God gewijd is dan zijn al de takken dat ook – zelfs ook die takken dus die moesten worden weggebroken.
* Zie bijv. de profetie in Ezechiël 37 : 1-14 over het herleven van ‘dorre doodsbeenderen’.

11-17–  Nu zijn er wel takken weggebroken en bent u in hun plaats geënt op die edele olijf om zo ook deel te krijgen aan de wortel, maar dan kunt/moet u zich niet verheffen boven die afgebroken takken, want het is de wortel die bepalend is en niet de takken. Het komt er op aan dat u trouw blijft, want ook u kunt net als de oorspronkelijke takken ook nog weer worden weggebroken!* Zo gestreng handelt God met ons! En God kan afgebroken takken ook weer terugplaatsen. Dat opnieuw enten ligt zelfs meer voor de hand – vanwege de volgorde van Gods beloften: in Abraham zullen alle volken gezegend worden – dan het enten van takken van de wilde olijf op die edele olijf.
* En dat heeft ellendige gevolgen voor u en uw nageslacht net zoals dat ook voor Joodse families gold en geldt!

11-25  Wat hier nu besproken is daarin schuilt een groot Goddelijk geheim en dat is de weg door de geschiedenis die God met Zijn volk en met de volkeren van deze wereld gaat. Alleen een deel van Zijn volk doet God nu onbuigzaam worden en dat duurde en duurt tot alle heidenen zijn bereikt met het Evangelie en alle volken weer deel hebben gekregen aan de beloften van (het verbond met) God. En dan zal heel Israël – ook zij die onbuigzaam geworden waren – worden gered.
De Redder zal uit Sion komen – dat was de belofte! – en Hij is het die alle schuld van heel Jakobs nageslacht afwentelt  en in en door wie de Verbondsbelofte vervuld geworden is, namelijk dat al hun zonden hen vergeven worden.
Een deel van Gods volk werd Hem wel vijandig gezind, maar dat alleen om ook het Evangelie aan de heidenen te kunnen verkondigen, want God blijft ook de kinderen van Zijn eigen uitverkoren volk, die vijanden van Hem geworden waren, liefhebben vanwege de beloften aan de aartsvaders, want God heeft in de beloften aan de aartsvaders heel hun nageslacht op het oog gehad en geroepen en dat maakt Hij van Zijn kant nooit ongedaan. Wij mensen kunnen onze band (het verbond) met God en onze beloften verbreken en ons van God afwenden, maar van Zijn kant is dat ondenkbaar en zal dat nooit gebeuren. Dat hoorden we ook al in de woorden die God tot Adam en Eva sprak na onze zondeval in het paradijs.

11-30 Zoals u (heidenen!) indertijd in uw voorgeslacht God ongehoorzaam bent geworden en u zich van Hem heeft afgekeerd, zo zijn zij (de Joden) ongehoorzaam geworden en hebben zich van Hem afgekeerd door hun Messias te verwerpen en te kruisigen – maar dat is juist bewijs (geworden) voor Gods omzien naar u en daardoor hebt u nu barmhartigheid ondervonden.

11-32 Want God heeft alle mensen (Joden én heidenen) uitgeleverd aan de zonde opdat Hij voor ieder barmhartig kon zijn en daarom kan geen mens zich beroemen of reden hebben om op een ander mens neer te zien. De leden van Gods volk kunnen zich niet laten voorstaan op de heidenen en de  bekeerde heidenen kunnen zich niet laten voorstaan op de ‘onbekeerde’ joden.

Tot slot een vraag:  Is er in dit deel van de brief aan de Romeinen ook maar iets gezegd (aan de orde gesteld) over het vervullen van oude profetieën over de terugkeer van Israël naar het beloofde land en kan (moet?) ‘heel Israël’ hier (ook) betekenen dat we hebben te verwachten dat alle Joden terugkeren naar het  (hun) ‘beloofde land’ om daar dan met z’n allen onze Heer Jezus Christus als hun Heiland te aanvaarden en om Zijn wederkomst dáár – liefst met zoveel mogelijk andere volksgenoten – te gaan verwachten?

NB. Deze blog werd opgesteld mee n.a.v. ‘”Alzo zal gans Israël zalig worden” blijvende steen des aanstoots in de geschiedenis van de kerk’ door dr. J.O. van de Breevaart te Hendrik Ido Ambacht in een artikel in het maandblad ‘Protestants Nederland‘ (85e jaargang, no. 6, juni 2020).

(…) 22 Wendt u tot Mij en laat u verlossen, alle einden der aarde, want Ik ben God en niemand meer. 23 Want Ik heb gezworen bij Mij zelf, waarheid is uit mijn mond uitgegaan, een woord dat niet zal worden herroepen: dat voor Mij elke knie zich zal buigen, dat bij Mij elke tong zal zweren. 24 Alleen bij de Here, zal men van Mij zeggen, is gerechtigheid en sterkte, tot Hem zal men komen; maar beschaamd zullen staan allen die tegen Hem in woede ontstoken zijn; 25 in de Here wordt het gehele nakroost van Israël gerechtvaardigd en zal het zich beroemen. (Uit Jesaja 45)

Lees ook:  ‘Dit is Mijn verbond met hen…

Bron afbeelding:  SlideServe

Dit bericht werd geplaatst in Bijbel, Gemeente, Geschiedenis, Politiek. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s