‘Niet ons HEER, niet ons, geef Uw Naam alle eer.‘ (Psalm 115 : 1)
Luther maakte in zijn vroege preken naast de letterlijke uitleg van de tekst ook nog al eens gebruik van allegorische verklaringen. Dat doet hij eveneens in deze preek uit 1522 over de belijdenis van Thomas. Daarmee laat hij ons gelijk nog een ander aspect zien van de ‘handen en voeten’ van Christus:
‘En na acht dagen waren Zijn discipelen opnieuw binnen, en Thomas met hen; en Jezus kwam toen de deuren gesloten waren, en trad in hun midden, en zei: “Vrede zij u allen!” Daarna zij Hij tegen Thomas: “Breng uw vinger hier, en zie Mijn handen; en breng uw hand hier en leg ze in Mijn zijde en wees niet ongelovig maar gelovig” (Johannes 20 : 26-27, weergave WA 1527).
(…) “In deze geschiedenis zien we, dat de Heere aan de discipelen en bijzonder aan de lieve Thomas Zijn handen en voeten laat zien. Waarmee Hij te verstaan geeft, dat deze handen en voeten het moeten doen en verder geen andere. Dat wil zeggen: alleen Zijn werken verdienen de zaligheid en geen andere. Want door de handen en voeten worden in de Heilige Schrift de werken en de wandel verstaan.
Deze handen en voeten toont Christus ons nog steeds en zegt: ‘Kijk, mens, alleen Mijn werk en wandel zijn het die voor God gelden. Met jouw werken kun je niets bij God uitrichten – jouw vroomheid dient hier nergens toe. Zij hoort ergens anders bij: ben je vroom, wees het tot nut van de mensen, en heb lof en eer daarvan hier op aarde.’
Dat leert Paulus ook: – voor God geldt deze vroomheid niet – ‘Want als Abraham uit de werken is gerechtvaardigd, dan heeft hij roem, maar niet bij God’ (vgl. Romeinen 4 : 2). ‘Jullie moeten een andere vroomheid hebben, dat ben Ik – Ik moet Zelf je Vroomheid zijn! Die [Vroomheid] ziet God, Mijn Vader, aan, want Ik heb je verlost van zonde, dood, duivel en hel en van alle ongeluk. Maar wat jullie betreft zit je daar nog middenin en zult door je eigen vroomheid onmogelijk daaruit kunnen komen.
Ik alleen heb de toorn van God weggenomen, en uit een toornige Rechter een genadige barmhartige en vriendelijke Vader gemaakt. Geloof dat! Dan ben je uit de nood gered en reeds zalig, vroom en rechtvaardig.
Kom niet met je vroomheid voor God. Wil je voor Hem bestaan, kruip dan in Mij, trek Mij aan. Dan zul je van de Vader alles wat je wilt en begeert, ontvangen.’ Zoals Christus in Johannes 16 vers 23 zegt tegen Zijn discipelen: ‘Waarlijk, waarlijk Ik zeg u: als u van de Vader iets zult bidden in Mijn Naam, dan zal Hij het u geven.’”
Pfredigt gehalten am 27. April 1522, Festpostille (Druck1527), vgl. WA 17.2, 294, 7-28
Bron meditatie: info@maartenluther-citaten.nl (www.maartenluther.com)
Bron afbeelding: Amazon-com
