‘Gelukkig wie bij U hun toevlucht zoeken,
met in hun hart de wegen naar U.
Trekken zij door een dal van dorheid,
het veranderd in een oase;
rijke zegen daalt als regen neer.
Steeds krachtiger gaan zij voort
om in Sion voor God te verschijnen.‘
(Psalm 84 : 6-8)
Door een dal van dorheid…
Citaat 1: Nu hij zondag na zondag niet naar de kerk kan gaan, begint een diep gemis aan zijn ziel te knagen. ‘Kerk, ik mis je’, roept dr. W. Verboom uit.
Opgemerkt: Misschien toch wat rijkelijk laat dat ‘geknaag aan de ziel’? Viel er niet direct al wat te knagen toen de kerkdiensten ons ontvielen en broederlijk bezoek bij de broeders en zusters in het bejaarden/verpleeghuis of gewoon bij de mensen thuis niet meer mogelijk was?
Is er al een verootmoediging op gang gekomen over wat wij daar in Gods huis de prioriteit gaven ook in de verkondiging? Was er een werkelijke gemeenschap en naar wie zagen wij het meest om? Naar degenen die o.i. het verst gevorderd waren op ‘de weg des heils’? En zo valt er wel meer te noemen dat ons al langer – ook voor corona! – aan de ziel had mogen knagen…
‘Wat ben je bedroefd, mijn ziel,
en onrustig in mij.
Vestig je hoop op God,
Eens zal ik Hem weer loven,
Mijn God die mij ziet en redt.‘
(Uit Psalm 42 en 43)
Altijd onderweg naar Gods huis…
Citaat 2: “Laten we in deze tijd van niet of minder frequent samenkomen en niet of nauwelijks zingen, bedenken wat wij missen, en ons oefenen in verlangen om weer op te gaan naar Gods huis, onder luide vreugdezang en lofliederen.”
Opgemerkt: Misschien helpt zo’n samenzangloze periode om te gaan beseffen dat gemeentezang geen ‘territoriumzang’ is, waarbij iedere gemeente/kerk zo z’n eigen voorkeur repertoire heeft ook wat de muzikale begeleiding betreft…
Het is het samen zingen van pelgrims die ‘onbevangen‘ op weg gaan en onderweg zijn zonder een vast huis/thuis, maar wel met ‘rustplaatsen’ langs de weg die gegaan wordt om ‘in Sion voor God te verschijnen‘. (Psalm 84)
Wanneer we werkelijk thuis zijn geraakt in het zingen van de Psalmen, dan zingen die ook steeds ‘rond’ in ons hart en dat kan nu wel eens veel vruchtbaarder blijken dan de gemeentelijke samenzang. Wij dienen namelijk steeds te beseffen en belijden dat God ook wanneer Zijn kinderen door de dorre oorden laat trekken hen geen honger en dorst laat lijden!
Woord en gezang behoren in onze gemeentelijke samenkomsten (liever niet te benoemen met ‘eredienst’!*) bij elkaar en dienen elkaar te ondersteunen en aan te vullen. Maar zoals gezegd, in tijden van nood is God allen die Hem ernstig zoeken nabij en we ervaren Hem zelfs als meer nabij, omdat we – DV – Hem meer toelaten dan in tijden dat alles z’n gewone gang maar kon gaan!
* Lees hier wat ‘onze eredienst’ in de ware zin van het Woord is en dient te zijn: https://wapenveldonline.nl/artikel/902/uw-eredienst-in-de-ware-zin-van-het-woord/
‘Velen zeggen: Wie maakt ons gelukkig? –
HEER, laat het licht van Uw gelaat over ons schijnen.
In U vindt mijn hart meer vreugde
dan zij in hun koren en wijn.
‘In vrede leg ik mij neer en meteen slaap ik in,
want U Heer, laat mij wonen in een vertrouwd en veilig huis.‘
(Psalm 4 : 7-9)
Bron citaat 1: dewaarheidsvriend.nl/artikelen – kerk-ik-mis-je – door dr. W. Verboom.
Bron citaat 2: RD Opinie – ‘Weerwoord: Niet-zingen is (ook) gevaarlijk‘ – door ds. A.A.F. van de Weg
Bron afbeelding: King James Bible