(…) Wie mij echter beoordeelt, is de Heere. 5 Oordeel daarom niets vóór de tijd, totdat de Heere komt. Hij zal ook wat in de duisternis verborgen is aan het licht brengen, en de voornemens van het hart openbaar maken. En dan zal ieder van God lof ontvangen. (Uit 1 Korintiërs 4)
Citaat: Het begon allemaal met Johannes Elias Feisser, die als hervormd predikant onder de invloed kwam van de Nadere Reformatie en de daarin aanwezige nadruk op de Heilige Geest, wedergeboorte en heiliging. Hij kreeg moeite met het toelaten van mensen aan het avondmaal die niet de tekenen van de wedergeboorte vertoonden. Feisser beschouwde de kinderdoop als een tegenstrijdigheid van het calvinisme. Alleen als je mensen op geloof doopt, kun je zeker weten dat zij de Geest hebben. (1)
Opgemerkt: Hier blijkt weer dat men in bepaalde kringen het menselijk oordeel over een broeder of zuster de doorslag wil laten geven bij de aanvaarding van hem of haar als (werkelijke) broeder of zuster ‘in de Heer’.
We vinden dat (dus) niet alleen bij de baptisten maar ook in de kringen van de ‘nadere reformatie’. Het gezamenlijk belijden en het persoonlijk belijden van de ander vinden ze/we niet genoeg want er moet toch eerst wel wat meer te zien zijn dan alleen maar horen dat de ander zijn geloof belijdt. En op basis van dat (wat wij) ‘zien’ zullen we ons dan een oordeel vormen over het al of niet aanwezig zijn van het ‘ware geloof’ bij de ander. (2)
Maar, die zucht om eerst (een bepaald soort) vrucht te willen zien, die kan ook de beoordelaar zelf treffen, waardoor die ook eigen geloof niet serieus nemen kan of wil totdat allerlei aanvullende geruststellende tekenen daarvan gevonden worden.
Maarten Luther heeft daarmee geworsteld totdat hij tot de heerlijke ontdekking kwam: door geloof alleen! En daarna noemde hij die hiervoor beschreven opvatting voortaan: ketterij!*
Lees nog weer eens wat Petrus op de eerste dag de mensen toeroept: (…) laat u dopen onder aanroeping van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden en dan zal de heilige Geest u geschonken worden.
Zelfs onze Heer Jezus Christus ontving zichtbaar de heilige Geest na Zijn doop door Johannes. En natuurlijk weten wij dat de heilige Geest niet toen pas aan onze Heer Jezus Christus ‘toeviel’, net zo min als dat de Joden, die zich op Petrus verkondiging in Jeruzalem lieten dopen, de heilige Geest pas ontvingen toen ze gedoopt werden.
In Jeruzalem werden op de eerste Pinksterdag de volwassen luisteraars niet opgeroepen om zich alvast maar te laten dopen om (daardoor) de heilige Geest te kunnen ontvangen, zodat ze zich zouden kunnen (gaan) bekeren. Dat daar ook ouders en kinderen (gezinnen dus) gedoopt werden dat lijdt voor mij geen twijfel!
Net zomin als dat het geen twijfel kan hebben dat al die dopelingen in de jonge gemeente in Jeruzalem deelnamen aan de vieringen van het Avondmaal en dat zonder dat de apostelen de tijd hadden gehad of genomen om te bepalen of al die deelnemers wel alle (of tenminste voldoende) tekenen van wedergeboorte vertoonden.
* Zie: Wie dorst heeft…
(1) De doop is in die kringen dus niet een bevestiging van het verkondigde Woord aan de dopeling voor de ogen van de doper en andere aanwezigen, maar een bevestiging van de (onweerlegbare?) waarneming van het geloof door de dopeling zelf en zoals dat ook eerder al (onweerlegbaar?) is geconstateerd door de andere aanwezigen.
(2) En het bijzondere is dat in die kringen zowel de ‘bekeerden’ als de ‘onbekeerden’ menen daarover een (zuiver) oordeel te kunnen/moeten hebben/geven waar het de ander of zichzelf betreft. (Zie in dit verband ook 1 Korintiërs 4 : 3!)
(…) 6 Deze dingen nu, broeders, heb ik ter wille van u op mijzelf en Apollos toegepast, met de bedoeling dat u van ons leert niets te bedenken boven wat er geschreven staat, opdat niemand zich ten gunste van de een boven de ander verheft. (Uit 1 Korintiërs 4)
Bron citaat: RD Kerk & religie – ‘Baptistentheoloog Van der Leer: Geloofsdoop niet meer ten koste van kinderdoop‘ – door Klaas van der Zwaag
Bron afbeelding: Pastor Ramil Carmen’s Blog: Judging others
