(…) 25 Wanneer de Geest ons leven leidt, laten we dan ook de richting volgen die de Geest ons wijst. 26 Laten we elkaar niet uit eigenwaan de voet dwars zetten
en elkaar geen kwaad hart toedragen. (Uit Galaten 5)
De letter doodt… (I en II)
Want de letter doodt, maar de Geest maakt levend.
(2 Korintiërs 3 : 6)
(…) Deze woorden verwerpen op ruwe manier de hoogmoed van de wetsprediking en roemen heel glorieus in de verkondiging van het Evangelie. De apostel heeft beslist ‘hoge moed’ wanneer hij het waagt de Wet aan te vallen en zegt: dat het niet alleen een lege brief is, maar dat daar een prediking van uitgaat die niets anders doet dan doden! Het wordt geen goede en nuttige prediking genoemd, maar verderfelijke (schadelijke) prediking…
Wie zou zó (durven) spreken – wilde hij niet voor een ketter doorgaan die door de hele wereld wordt vervloekt en als een godslasteraar zou worden geëxecuteerd – als de apostel Paulus dit zelf niet had gedaan?
Maar, Paulus zelf moet de Wet of het gebod van God ook prijzen en zeggen dat deze goed en kostbaar is [1 Timoteüs 1: 8] en dat deze niet mag niet worden veracht of verwaarloosd, maar dat ze moet worden bevestigd en vervuld , zodat er geen jota of tittel van vergaan zal. (zoals Christus ook zegt [Matteüs 5 : 18])
Hoe komt het dan dat hij de wet in een kwaad daglicht stelt en zich zo laatdunkend (beledigend) daarover uitlaat en deze in wezen niets anders noemt dan dood en verderf? Welnu, dat is een ‘hoge leer’ die het (natuurlijke) verstand (de rede) niet begrijpt en die de wereld, vooral degenen die daarin heilig en rechtvaardig willen zijn, helemaal niet kan verdragen. Er wordt niets anders gezegd dan dat al onze werken, hoe kostbaar ze ook zijn, niets anders zijn dan dood en verderf.
Wat we zien en beseffen moeten dat is dat de apostel Paulus heel krachtdadig een einde wil maken aan het roemen van de valse leraren en huichelaars en wijzen op wat hun prediking – zelfs op zijn best – is en doet omdat zij alleen de Wet hebben en Christus niet wordt gepredikt of gekend.
Ze zeggen en pochen: ‘Als je op deze manier leeft en je toewijdt aan het onderhouden van de geboden en veel goede werken doet, zul je gered worden.’ Maar dit zijn niets anders dan vruchteloze woorden, zelfs een verderfelijke leer. Als mensen niets anders dan deze leer horen en erop vertrouwen, zullen ze achteraf ontdekken dat er geen troost en leven gezaaid is*, maar alleen twijfel en angst, ja, zelfs dood en vernietiging.
* Zie Galaten 5 : 25 en 6 : 8 en Galaten 5 en 6!
(…) Wanneer een persoon inziet dat hij Gods geboden niet heeft onderhouden, terwijl de wet hem voortdurend voor ogen staat, van hem vraagt zijn schuld te voldoen en hem confronteert met niets anders dan Gods vreselijke toorn en eeuwige verdoemenis, dan moet hij wegzinken in wanhoop over zijn zonden. Dit is onvermijdelijk wanneer mensen niets anders dan de Wet onderwijzen en menen dat ze via die weg naar de hemel zullen gaan.
Een voorbeeld daarvan vinden we in ‘Het leven der Vaderen’ waar het gaat over een beroemde kluizenaar, die meer dan zeventig jaar zeer nauwgezet leefde en die veel discipelen maakte die hem vervolgens imiteerden. Toen hij op zijn sterfbed lag en zijn einde naderde begon hij hevig te beven en verkeerde hij drie volle dagen in grote angst. Zijn discipelen troostten hem en vroegen waarom hij niet kon sterven, hij had toch zo’n heilig leven geleid. Hij antwoordde: “Mijn hele leven heb ik Christus gediend en nauwgezet geleefd, maar Gods tribunaal en gericht is geheel anders dan die van de mens.” [Hier verwijst Luther naar het verslag van Arsenius de Grote (350-ca. 450)]
Deze voortreffelijke man, die zo’n heilig leven geleid had, kende geen ander artikel dan dat ene over het oordeel van God volgens Zijn wet; en daarom had hij niet de troost van het Evangelie van Jezus Christus. Integendeel, wanneer hij lange tijd nauwgezet naar Gods geboden heeft geleefd en meende daardoor gered te worden, dan is daar (op het einde van zijn leven) de wet die hem doodt vanwege zijn eigen werken, zodat hij wel zeggen moet: “Wie weet wat God hierover zal zeggen? Want wie kan voor zijn rechterstoel bestaan?”, etc. Dit berooft hem van de hemel. Wat hij heeft gedaan en hoe hij heeft geleefd, dat alles helpt hem niet, maar dompelt hem alleen maar dieper de dood in, omdat hij de troost van het Evangelie mist.
Terwijl anderen, zoals de moordenaar aan het kruis of de tollenaar [Lukas 23 : 42; 18 : 13], die hun leven in klaarblijkelijke zonden doorbrachten, de troost van het Evangelie – dat wil zeggen de vergeving van zonden in Christus – ontvangen en zij overwinnen daarmee hun zonden en het oordeel van de wet daarover, zodat zij in vrede sterven en door de dood heen het eeuwige leven beërven.*”
* Zie ook Matteüs 19 : 16 en Lukas 18 : 18: Meester, wat moet ik doen…
Maarten Luther: Dr. Martin Luthers Werke (Weimarer Ausgabe) WA 22, S 226/227 (vertaling gebruikt: Luthers Works, American Edition, deel 79, p.32/33)
NB. Deze Luther-quotes zijn een vertaling van de eerder in de Engelse taal gepubliceerde versie.
Bron tekst: If you would like to have these Luther Quotes sent to family or friends you can send (with their permission) their email address to: info@martinluther-quotes.com.
Or, you can use the web-form on the homepage of the website maartenluther.com. There you can find both options to subscribe and unsubscribe from our weekly quotes. The emails are free of charge and you are not asked for donations.