‘De liefde is lankmoedig, de liefde is goedertieren, zij is niet afgunstig, de liefde praalt niet, zij is niet opgeblazen, zij kwetst niemands gevoel, zij zoekt zichzelf niet, zij wordt niet verbitterd, zij rekent het kwade niet toe.
Zij is niet blijde over ongerechtigheid, maar zij is blijde met de waarheid. Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij. De liefde vergaat nimmermeer;‘
(Uit 1 Korintiërs 13)
De vrijheid van een christen
Om nu voor de ongeletterde mensen een eenvoudiger weg te openen, laat ik deze twee stellingen over de geestelijke vrijheid en gebondenheid voorafgaan:
- Een christen is een vrij heer over alle dingen en niemands onderdaan
- Een christen is een dienstbare knecht van alle dingen en ieders onderdaan.
Hoewel deze stellingen tegenstrijdig lijken, zullen zij toch voor ons doel zeer geschikt zijn, wanneer eenmaal ontdekt is dat zij met elkaar overeenstemmen. Want ze zijn beide van Paulus, die in 1 Korinthe 9 zegt: „Hoewel ik vrij ben, heb ik mij ieders knecht gemaakt.” En in Romeinen 13: „Zijt niemand iets schuldig dan elkaar lief te hebben.”
Geboden en beloften
(…) Ondertussen verdient het onze aandacht dat de gehele Schrift van God uit twee delen bestaat: geboden en beloften. De geboden tonen aan wat wij behoren te doen, maar geven niet de kracht om het te doen. Zij zijn er veeleer toe bestemd om de mens zichzelf te laten zien, opdat hij daardoor zijn onvermogen tot het goede zal inzien en aan zijn eigen krachten zal vertwijfelen.
Zonder enige verdienste
Zo moet een christen, evenals zijn Hoofd Christus, vol en verzadigd door zijn geloof, tevreden zijn met deze gestalte Gods, die hij door het geloof verkregen heeft. En daarbij moet hij zo denken: „Kijk, aan mij, waardeloos en veroordeeld mensje, heeft God in Christus, zonder enige verdienste en uit louter genadige barmhartigheid, alle rijkdommen van gerechtigheid en heil gegeven, zodat ik helemaal niets anders meer nodig heb dan alleen het geloof, dat er vast op vertrouwt dat dit zo is.
Onschatbare rijkdommen
Waarom zou ik dan niet voor zo’n Vader, Die mij met deze onschatbare rijkdommen heeft overstelpt, vrijwillig, blijmoedig, met heel mijn hart en spontane ijver alle dingen doen waarvan ik weet dat ze Hem welgevallig en aangenaam zijn? Daarom zal ik mij als een zekere Christus aan mijn naaste geven, evenals Christus Zichzelf voor mij overgegeven heeft; ik zal in dit leven niets doen dan alleen wat ik zie dat voor mijn naaste noodzakelijk, aangenaam en heilzaam is, aangezien ik door het geloof al die goede dingen overvloedig bezit in Christus.”
Dienaren van onze naasten
Je ziet dus dat, als wij die grote en kostbare dingen die ons gegeven zijn erkennen, naar het woord van Paulus de liefde door de Geest weldra in onze harten wordt uitgestort (Romeinen 5 : 5). En door deze liefde zijn wij vrije, blijmoedige, almachtige werkers en overwinnaars over alle noden, dienaren van onze naasten maar niettemin toch heren over alles. Zoals de hemelse Vader ons in Christus genadig te hulp gekomen is, zo moeten ook wij genadig, door het lichaam en zijn werken, onze naaste te hulp komen en eenieder als het ware voor een ander een Christus worden, zodat wij wederkerig Christussen zijn en Christus in allen dezelfde is .** En dat is waarachtig christen zijn.
Bron tekst: RD Kerk & religie – ‘Oudejaarspreek: De vrijheid van een christen (Maarten Luther)*’ – van de hoofdredactie (1)
Lees deze ‘Oudejaarspreek‘ in z’n geheel!
* Luther begint zijn boek ‘De vrijheid van een christen‘ met twee stellingen te poneren, die met elkaar in strijd lijken te zijn. De sleutel tot het verstaan ervan ligt in de Persoon van Christus en in het werk dat Hij volbracht. Christus is als het ware het scharnier waarop beide draaien. In de gemeenschap met Hem ligt de christelijke vrijheid besloten. Alleen de verbondenheid met Christus geeft bevrijding van de wet en smeedt uiterlijke dwang om tot liefdedienst.
** Zowel in de hulpbehoevendheid van de ander of wijzelf als ook in de hulpvaardigheid van de ander of wijzelf zien/ervaren/tonen wij Christus tegenwoordig.
(1) Ieder jaar selecteert de RD-hoofdredactie een preek of boek om af te drukken in een van de laatste edities van het jaar. Dit jaar een verkorte weergave van ”De vrijheid van een christen” van Maarten Luther uit ”Luther verzameld”, deel I, Herman J. Selderhuis (red.); uitg. Kok, Utrecht, 2016; vertaling Christa Boerke.