Het Onze Vader uitspreken is…

Mijn heilige dingen hebt u veracht, en Mijn sabbatten ontheiligd.
(Ezechiël 22 : 8)

…vijf maal schuld belijden!*

Uw Naam worde geheiligd!

Zie, zo leert je uit het Onze Vader in de eerste plaats je grote nood en ellende, dat je een godslasteraar bent, zodat je voor je eigen gebed schrikken moet…, want het is waar dat je Gods Naam nog niet geheiligd hebt! Het is ook waar dat wie Gods Naam niet heiligt, Gods Naam ontheiligt!

Daarna moet het ook waar zijn, dat het onteren van Gods Naam een zware zonde is en – als God naar recht zou richten – dit het eeuwige vuur verdient. Waar wil je dan heen? Je eigen gebed bestraft je, het overtuigt je en het klaagt je aan. Je bent gevallen, maar wie zal je oprichten?

Merk nu in de tweede plaats op: als je hart verslagen en door de kennis van je ellende vernederd is, dat dan ook de troostleer van dit gebed komt, om je moed in te spreken. Dat is: dit gebed leert dat je niet wanhopig moet worden maar God om genade en hulp mag bidden.

Daarom moet je zeker zijn en vast geloven, dat Hij je dit gebed gegeven heeft omdat Hij je verhoren wil! Alleen die houdt God voor goed, die belijden dat zij Gods Naam onteren en toch ernstig begeren dat Gods Naam geheiligd zal worden.

Maar die op hun verharde gewetens vertrouwen en zelf niet geloven dat zij Gods Naam onteren, voor hen is het niet mogelijk dat zij behouden worden want zij zijn nog te gerust en te zeker, te hoogmoedig en te goddeloos. Zij behoren nog niet bij degenen, tot wie Christus zegt: Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en beladen zijt; Ik zal u rust geven.

Maarten Luther: Auslegung des Vaterunsers für die einfältigen Laien, 1519, vgl. WA 2, 93, 20 – 94, 4

Lezen: Deuteronomium 32 : 48-52, tekstvers voor meditatie: vers 51

* Opgemerkt AJ:  We belijden dus met de bede ‘Uw Naam worde geheiligd’ allereerst schuld voordat we ermee verklaren dat we van God (weer) Zijn hulp verwachten voor het heiligen van Zijn Naam de nieuwe dag waarmee we altijd ook weer beginnen met dit gebed. Maar, dat geldt natuurlijk evenzeer voor de bedes ‘Uw koninkrijk kome‘, ‘Uw wil geschiede‘, ‘vergeef ons onze schulden‘ en ‘gelijk ook wij vergeven (hebben) onze schuldenaren‘. Gezien onze onmacht om die bedes werkelijk in praktijk te brengen is de centrale bede van het Onze Vader de bede om het ‘hemelse Brood’, dat is bidden om onze Heer Jezus Christus en al de met Hem ons mensen geschonken gaven en dat Hij met die gaven ons toekomen zal door de inwoning en kracht van de heilige Geest. Én ook dat wij zo zullen werken voor ons ‘gewone dagelijks brood’ dat wij het ontvangen en gebruiken voor het liefhebben van onze Drie-enige God met heel ons hart, met heel onze ziel en met heel ons verstand en onze naasten als onszelf. Ga dáár maar (weer) ‘aanstaan’! Daar komt niets van terecht wanneer we het verwachten van onze mooie voornemens, goede bedoelingen en eigen kracht. Vandaar dat wij heel het Onze Vader elke dag weer ootmoedig hebben te bidden!

Bron tekst:  Uit de diepten roep ik tot U. Dagboek bij de Bijbel (uitg. Den Hertog, Houten)

Bron afbeelding:  Pinterest

Dit bericht werd geplaatst in Bijbel, Gemeente. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s