(…) 7 … Ik zou immers niet weten wat begeerte was als de wet niet zei: ‘Zet uw zinnen niet op wat van een ander is.’ 8 Maar de zonde heeft van het gebod gebruikgemaakt om begeerten in mij op te wekken, want zonder de wet is de zonde krachteloos. (Uit Romeinen 7)
Onderwijs over de goede werken’ – 1519 (XLII)
Het werk van het tiende gebod
Gij zult niet begeren het huis van uw naaste;
gij zult niet begeren de vrouw van uw naaste,
noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd,
noch zijn rund, noch zijn ezel,
noch iets dat van uw naaste is.
“Dit tiende gebod is volkomen duidelijk. Ze verbiedt de zondige lusten van het vlees en het begeren van tijdelijke goederen. Deze kwade verlangens doen (lijken op zich) onze naaste geen kwaad (te doen) (1), en ze blijven ze tot het graf bestaan. En de strijd in ons tegen deze verlangens gaat (daarom) door tot de dood.
Daarom wordt heel dit gebod door Paulus samengevoegd tot één in Romeinen 7 [: 7]. En alles wat valt onder dit gebod en ermee wordt bedoeld is een doel dat we niet bereiken, en we reiken er alleen in gedachten tot aan de dood naar uit. Want niemand is ooit zo heilig geweest dat hij nooit enige kwade neiging in zichzelf voelde, vooral wanneer gelegenheid en verleiding samen aanwezig waren.
Want de zonde is vanwege onze natuur ons aangeboren (2): we kunnen het (met Gods hulp leren) beheersen (3), maar het kan door ons niet volledig worden ontworteld, behalve door de dood . Het is om deze reden dat de dood zowel winstgevend als wenselijk is. “
“Moge God ons hierin helpen, Amen”
Maarten Luther: Dr. Martin Luthers Werke (Weimarer Ausgabe) WA 6, S. 276 (vertaling gebruikt: Luthers Works, American Edition, deel 44, p. 114
(1) We kunnen door aan ‘kwade verlangens’ tijd en aandacht te geven en/of zelfs door erdoor verteerd te worden onszelf en anderen kwaad doen, namelijk door onze tijd en energie niet te besteden aan het (vele) goede werk dat God ons te doen geeft. (a)
(2) 1 Korintiërs 15 : 35-49.
(3) (…) 6 En de HEERE zei tegen Kaïn: Waarom bent u in woede ontstoken en waarom heeft u uw hoofd laten zakken? 7 Is het niet zo dat u, als u het goede doet, uw hoofd kunt opheffen? Maar als u niet het goede doet, ligt de zonde aan de deur. Naar u gaat zijn begeerte uit, maar ú moet over hem heersen. (Uit Genesis 4)
NB. Deze Luther-quote is een vertaling van de eerder in de Engelse taal gepubliceerde versie.
Bron tekst: If you would like to have these Luther Quotes sent to family or friends you can send (with their permission) their email address to: info@martinluther-quotes.com.
Or, you can use the web-form on the homepage of the website maartenluther.com. There you can find both options to subscribe and unsubscribe from our weekly quotes. The emails are free of charge and you are not asked for donations.
(a) “Laten wij niet moe worden goed te doen, want, wanneer het eenmaal tijd is, zullen wij oogsten, als wij niet verslappen.” (Galaten 6 : 9)
Citaat: Deze aansporing van Paulus herhaalt hij letterlijk in 2 Tessalonicenzen 3 : 13. Blijkbaar was de verleiding om te stoppen met het goede ook toen al bij hen aanwezig. Als je het goede gaat doen, voor Gods waarheid gaat opkomen, komt er gegarandeerd strijd in je leven. En de verleiding is om dan maar weer mee te gaan op het brede spoor, met de stroom mee. Een comfortabel christenleven, met helaas maar weinig uitwerking in deze wereld. (Bron citaat: Christian Verwoerd, Facebook)