Een bloem die verwelkt…

(…) 1maar hun prachtige ​sieraad​ is een bloem die verwelkt.

(…) 7Priester​ en ​profeet​ zwalken door sterke drank. Zij zijn opgeslokt door de ​wijn, zij dwalen rond door de sterke drank. Zij zwalken bij het uitleggen van het ​visioen, zij struikelen tijdens hun gerechtelijke uitspraak.

(…) 11 Ja, met belachelijke klanken en in een andere taal zal Hij tot dit volk spreken, 12 tegen wie Hij zei: Dit is de rust, geef de vermoeide rust, en dit is de verademing – maar zij wilden niet luisteren. 13 Daarom zal voor hen het woord van de HEERE zijn: gebod op gebod, gebod op gebod, regel op regel, regel op regel, hier een beetje, daar een beetje, zodat zij, als zij weggaan, achterovervallen, verpletterd worden, verstrikt raken en gevangen worden. (Uit Jesaja 28)

Wonderbaarlijk…

Toen echter de mensen sliepen, kwam Zijn vijand en zaaide onkruid tussen de tarwe, en ging weg’ (Matteüs 13 : 25, weergave DB 1545)

(…) “De geestdrijvers en dwaalgeesten kunnen hun bedoelingen heel goed mooier maken dan ze zijn. Zij geven grote wijsheid en heiligheid voor en hebben een aanzien onder het volk. Ze lijken net op de mooie grote distels, die tussen het koren staan met hun prachtige rode bloemknoppen. Ze steken boven het koren uit en zien er veel mooier uit dan het koren. Ze hebben mooie groene bladeren en prachtige brede bloemen – ze groeien en bloeien en ze staan te kleuren en te blozen als een mooi meisje – ze zijn rood, schoon en sterk.

Daar tegenover heeft het lieve koren geen mooi en heerlijk aanzien, maar het staat half verdord met bleekgele halmen op het veld. Wie ze beide niet goed kent, zou er een eed op doen – omdat de distels op de goede akker en midden tussen het koren staan, en zich zo dik en breed maken, dat zij ook het koren overschaduwen – dat het wel een heel goede en nuttige plant en bloem moet zijn.

Het zijn echter alleen kwade stekelige distels, voor niemand nuttig, ja eerder schadelijk. Als men met hen te doen krijgt of te dicht bij hen komt, dan steken ze je in je hand. Distels zijn en blijven distels! Het helpt ook niet om ze te verbeteren, totdat de maaier komt en ze afsnijdt en ze in de poel van vuur gooit – of dat de duivel er een krans van vlecht. Het koren blijft tenslotte alleen over en komt in de schuur.”

Maarten Luther: Predigten des Jahres 1546 – 7. Februar, in Eisleben gehalten – Vgl. WA 51, 184, 38 – 185, 13

(1) Dit citaat komt uit één van Luthers de laatste preken. Kort voor zijn dood heeft hij deze preek op 7 februari 1546 te Eisleben gehouden. Op 23 januari 1546 werd vanuit Wittenberg een reis naar zijn geboorteland ondernomen, waar de graven van Mansfeld hem als bemiddelaar hadden aanvaard om een al jaren voortslepende broedertwist bij te leggen. In Eisleben zouden de onderhandelingen plaatshebben. De gezondheid van Luther ging na aankomst in Eisleben – waar hij in de St. Andreaskerk nog zijn laatste preken heeft gehouden – snel achteruit. Op 18 februari 1546 is Luther ’s morgens om 3 uur in zijn geboorteplaats Eisleben, waar hij 63 jaar tevoren – kort na zijn geboorte – gedoopt werd, overleden.

Bron citaat: Wilt u deze Luthercitaten ter kennismaking doorsturen aan uw vrienden. Er zijn geen kosten aan verbonden. Voor het aanmelden/afmelden van deze wekelijkse citaten kunt u gebruikmaken van dit e-mailadres: info@maartenluther-citaten.nl

(…) 23 Hoor Mij aan en leen Mij je oor,
luister aandachtig naar mijn woorden.
24 Als een boer ​zaaien​ wil, ​ploegt​ hij dan alle dagen?
Blijft hij voren trekken in zijn land?
25 Als hij het land geëffend heeft,
strooit hij toch komijn en karwij,
zaait​ tarwe in rijen, gerst in vakken
en spelt langs de rand van zijn ​akker?
26 Het is zijn God die hem daarin onderricht,
Die hem leert wat hij moet doen.
27 Zo ​dorst​ men komijn niet met een ​dorsslede
en over karwij rolt men geen wagenrad;
komijn wordt met een stok uitgeklopt
en karwij met een roede.
28 Graan moet voor brood worden ​fijngemalen;
maar een boer blijft niet eindeloos ​dorsen:
hij stuurt zijn paarden en het wagenrad eroverheen,
maar hij laat het niet verpletteren.
29 Ook dit vindt zijn oorsprong
bij de HEER van de hemelse machten:
zijn beleid is wonderbaarlijk
en Hij volvoert het in grote wijsheid.
(Uit Jesaja 28)

Bron afbeelding:  DWELLING in the Word

Dit bericht werd geplaatst in Bijbel, Gemeente, Israël. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s