(…) 2 Draag elkaars lasten, zo leeft u de wet van Christus na. 3 Wie denkt dat hij iets is terwijl hij niets is, bedriegt zichzelf. 4 Laat iedereen zijn eigen daden toetsen, dan heeft hij misschien iets om trots op te zijn, zonder zich er bij anderen op te laten voorstaan. 5 Want ieder mens moet zijn eigen last (1) dragen. (Uit Galaten 6)
Lastig (die ander)?
Het is in de eerste plaats onze opdracht om te zien naar mensen met zorgen binnen de gemeente. We lezen daarover in Romeinen 13 vers 1: Maar wij die sterk zijn, zijn verplicht de zwakheden van hen die niet sterk zijn te dragen, en niet onszelf te behagen.
Dat houdt ook in, dat wij zelf niet zo groot moeten zijn, dat wij onze lasten niet met anderen willen delen. Er zijn mensen die het allemaal maar het liefst alleen opknappen. Zij hebben geen behoefte aan helpende handen. Zo’n levenshouding is in strijd met wat de apostel ons voorhoudt. Niemand moet te groot zijn om zich te laten helpen.
Draagt elkanders lasten. En vervul zo de wet van Christus.
Om het vervullen van de wet van Christus gaat het. Het is maar niet iets humanitairs wat Paulus hier aan de orde stelt. Hij legt ons hier ook niet de last van onze naaste op als een juk van de wet zonder meer, zwaar om te dragen.
In Galaten 6 vers 3 lezen we: Want als iemand denkt iets te zijn, terwijl hij niets is, bedriegt hij zichzelf. Paulus geeft aan dat het dragen van elkaars lasten samenhangt met onze innerlijke gesteldheid. Eigendunk brengt verwaarlozing van de naaste met zich mee. Dan is er sprake van zelfbedrog en opgeblazenheid. (zie ook 1 Korinthe 8 vers 2).
Wij zijn niets. De apostel bedoelt niet te zeggen, dat een mens niet iets eigens heeft. Geen zelfonderschatting dus. Maar een mens moet niet buiten zijn schoenen gaan lopen en in zelfoverschatting denken dat hij iets meer is dan een ander. Hoogmoed maakt een mens liefdeloos.
Voortdurend schrijft Paulus in deze verzen over de omgang met elkaar binnen de christengemeente. Het gaat hier over de ik-jij verhouding. Maar telkens als hij het heeft over de ander, schakelt hij terug op mijn ‘ik’.
Aan mijn omgang met de naaste is te zien wie ik zelf ben…
(en hoe diep ik weet van genade alleen te leven!)
(1) De eigen verantwoordelijkheid – voor doen en laten – naar God valt natuurlijk niet weg.
Opgemerkt: Afbeelding hieronder geeft een aardig (voor)beeld van samen elkaars lasten dragen maar dan op zo’n manier dat ieder toch ook de eigen last draagt.
Bron citaat: Bijbelwoord