God leren vertrouwen en loven met mond én hart…

De farizeeër stond en bad bij zichzelf zó: Ik dank U God, dat ik niet ben zoals de andere mensen: rovers, onrechtvaardigen, overspelers, of ook zoals deze tollenaar
(Lukas 18:11 weergave DB 1545).

(…) “God oordeelt over de daden van mensen zo onbegrijpelijk en wonderlijk, dat soms iemand die arm is en waar niemand van weten wil – verborgen in zijn huisje – de meeste en beste werken doet door slechts God te danken als het goed met hem gaat óf Hem weer vol vertrouwen aanroept als het slecht met hem gaat.

Hij doet daarmee meer en betere werken dan een werkheilige, die veel vast, bidt, kerken bouwt, heilige plaatsen bezoekt en zich hier en daar met goede daden vermoeit.

Hierbij kan het zo’n dwaas overkomen, dat hij veel over zichzelf praat, en alleen maar oog heeft voor zijn eigen grote werken en zó verblind is, dat hij het echte grote werk: God loven en prijzen nooit gewaar wordt. God loven en prijzen is in zijn ogen maar een klein ding, vergeleken met zijn inbeeldingen over de door hemzelf bedachte werken – waarin hijzelf meer behagen heeft dan God.

Hiervan geeft ook de gelijkenis van farizeeër en de tollenaar in de tempel een voorbeeld (vgl. Lukas 18 : 9 vv). Want de zondaar roept God aan in zijn zonden en vervult daarmee juist de twee voornaamste geboden, het geloven en loven van God.

De huichelaar (1) mist zowel het ene als het andere werk en loopt – vaak zonder het zelf te beseffen! – te pronken met zijn zogenaamde goede werken, waardoor hij zichzelf wél, maar God niet eert, en zijn vertrouwen meer stelt op zichzelf dan op God.”

Maarten Luther:  Von den guten Werken, 1520, vgl. WA 6, 218, 29 – 219, 9 (verkort)

(1De toneelspeler – want zo dient het woord huichelaar vertaald te worden – treedt op voor de mensen, voor zijn publiek. Zo kan men een gelovig ‘optreden’ verzorgen voor eigen omgeving, kerk of wereld. Zoals de toneelspelers in die tijd aandacht vroegen voor hun optreden door de trompet te laten klinken, zo waren er mensen die als het ware eerst op de gong sloegen voordat ze een ander hielpen, bijvoorbeeld door aalmoezen. In de synagogen en op de straten vond men opschriften waarop met naam en toenaam werd gemeld wie een schenking had gedaan voor een stad of voor een synagoge. Zulke gevers hebben hun beloning al: zij oogsten het applaus bij de opvoering van de acte van vrijgevigheid. (zie Jezus waarschuwingen over toneelspel in/van ‘de kerk’)

Bron citaat: Wilt u deze Luthercitaten ter kennismaking doorsturen aan uw vrienden. Er zijn geen kosten aan verbonden. Voor het aanmelden/afmelden van deze wekelijkse citaten kunt u gebruikmaken van dit e-mailadres: info@maartenluther-citaten.nl

(…) U wilt dat Waarheid mij vervult, U leert mij wijsheid, diep in mijn ​hart.
(Uit Psalm 51 : 8)

Bron afbeelding: Pinterest

Dit bericht werd geplaatst in Bijbel, Gemeente, Huwelijk en gezin. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s