‘Zijt niemand iets schuldig dan elkaar lief te hebben (1);
want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld‘
(Romeinen 13 : 8).
‘Onderwijs over de goede werken’ – 1519 (XXXVII)
Het werk van het vijfde gebod (II)
Gij zult niet doden…
(…) “Aangezien er geen enkel mens leeft zonder dat God hem of haar niet een soort van indicator geeft voor het onderkennen van eigen woede en slechtheid, dat wil zeggen, een vijand of tegenstander op zijn of haar weg brengt, die schade toebrengt aan eigendom, eer, leven of vrienden, om daarmee te testen of iemands woede niet nog altijd sluimert en opspeelt, of iemand in staat is om welwillend jegens zijn vijand te zijn, goed van hem wil spreken, goed voor hem kan doen en geen kwaad tegen hem of haar in de zin heeft – laat die mens zich hier maar melden, die ernaar vragen wil wat hij of zij op dit gebied moet doen aan goede werken, om God te behagen, en om te worden gered!
Laat zo iemand dan zijn vijand voor zich plaatsen, en deze dan constant voor de ogen van zijn hart houden als een oefening waardoor hij zijn geest kan leren beteugelen en zijn hart kan wennen om vriendelijk over zijn vijand te denken, hem het allerbeste toe te wensen, voor hem of haar te bidden – en om, wanneer de gelegenheid zich voordoet, goed over zo iemand te spreken en goed voor zo iemand te zorgen.
Laat iemand die daartoe bereid is dit maar uitproberen en beoefenen, en als hij of zij daarin dan niet een leven lang genoeg vindt om te doen, laat zo iemand mij dan maar tot leugenaar uitroepen en zeggen dat wat ik hier gesproken heb onjuist is.
Maar, als dit werkelijk naar de wil van God is, en als God niets anders van ons vragen en ontvangen wil, welk nut brengt ons dan nog ons gedraaf voor het tot stand brengen van grootse vrome werken, die ons niet bevolen worden, terwijl we wat ons hier wel bevolen wordt verwaarlozen.
Daarom zegt God in Mattheüs 5 : 22: Ik zeg u: Een ieder, die in toorn leeft tegen zijn broeder, zal vervallen aan het gerecht. Wie tot zijn broeder zegt: Leeghoofd (Raka – daarmee een vreselijke blijk gevend van een boosaardig gemoed), zal vervallen aan de Hoge Raad, en wie zegt: Dwaas (Dat betreft dus alle soorten van scheldwoorden, vloeken, schimpen en lasteren), zal vervallen aan het hellevuur.
Als dan zulke gedachten en woorden van woede zo ernstig worden veroordeeld, waarom zijn we dan nog terughoudend met het uitvoeren van (in onze ogen) daadwerkelijk kwaad, zoals de ander vernederen, slaan, verwonden en doden, etc.? “
Maarten Luther: Dr. Martin Luthers Werke (Weimarer Ausgabe) WA 6, S. 267 (gebruikte vertaling: Luthers Works, American Edition, deel 44, p.102)
(1) Het gaat in deze tekst over het de ander liefde bewijzen, dus de ander goed doen en recht doen. Zie de inhoud van dit Luther-citaat.
NB. Deze Luther-quote is een vertaling van de eerder in de Engelse taal gepubliceerde versie.
Bron tekst: If you would like to have these Luther Quotes sent to family or friends you can send (with their permission) their email address to: info@martinluther-quotes.com.
Or, you can use the web-form on the homepage of the website maartenluther.com. There you can find both options to subscribe and unsubscribe from our weekly quotes. The emails are free of charge and you are not asked for donations.
(…) Niet iedereen die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is.
(Mattheüs 7 : 21-23).