(…) 8 En toch heeft de HEER, onze God, onlangs Zijn erbarmen getoond door een deel van ons volk te laten ontkomen, en door ons een houvast te geven in zijn heilige plaats. Onze God heeft onze ogen doen oplichten en ons in onze slavernij weer wat levensmoed gegeven. 9 Want wij zijn slaven, en in onze slavernij heeft onze God ons niet verlaten. (Uit Ezra 9)
De machteloze mens
(…) “Paulus zegt in de brief aan de Galaten: ‘Als door de wet (dat is: door de werken der wet) de rechtvaardigheid komt, dan is Christus tevergeefs gestorven’ (vgl. Galaten 2 : 21, WA weergave 1527).
Daarom zeg ik, dat de mens door deze tekst verslagen en verbroken moet worden, en uit de grond van zijn hart moet neervallen als iemand die machteloos is en niets kan. Ja, als iemand die geen hand of voet kan opheffen, maar alleen stilligt en roept: ‘Help toch, almachtige God, barmhartige Vader, ik kan mijzelf niet helpen. Help Heere Christus, met mijn hulp is het verloren.’ (Zie bijv. Ezra 8 : 21-23)
Dat dan op deze manier voor de Hoeksteen – dat is voor Christus – iedereen tot niets wordt. Dit zegt Hij immers van Zichzelf, als Hij aan de Farizeeën en Schriftgeleerden vraagt: ‘Wat is het dan, dat er geschreven staat: De Steen Die de bouwlieden verworpen hebben, is tot Hoeksteen geworden? Wie op deze Steen valt, die zal verbroken worden, en op wie Hij valt, die zal vermorzeld worden’ (vgl. o.a. Psalm 118 : 22; Lukas 20 : 17-18).
Daarom moeten wij óf op Hem vallen, vanwege ons onvermogen en onze machteloosheid, waarin wij onszelf verloochenen en verbroken worden – óf Hij zal ons eeuwig vermorzelen met Zijn strenge oordeel en gericht. Het is daarom beter dat wij op Hem vallen, dan dat Hij op ons valt.”
Maarten Luther: Festpostille 1527, vgl. WA 17.2, 428, 20 – 429, 8
Bron tekst: Wilt u deze Luthercitaten ter kennismaking doorsturen aan uw vrienden. Er zijn geen kosten aan verbonden. Voor het aanmelden/afmelden van deze wekelijkse citaten kunt u gebruikmaken van dit e-mailadres: info@maartenluther-citaten.nl
Hij verheft uit het stof wie berooid is… (Uit Psalm 113 : 7)
Wie is God? Als je de Psalmen leest, krijg je daar veel indrukwekkende antwoorden op. God is trouw, goed en heilig en nog veel meer. Maar zeker zo belangrijk is: wat doet God?
Hoe handelt Hij? Laat Hij de geschiedenis maar op z’n beloop, laat Hij de mensen maar wat dobberen of grijpt Hij in? Niet alleen in de Psalmen is dit een belangrijke vraag, ook voor ons is dit het geval. Als God namelijk niets doet en met de armen over elkaar in de hemel blijft zitten, dan ebt ons geloof snel weg.
De dichter van Psalm 113 schrijft het overduidelijk: God is er voor hen die niets meer hebben, die met lege handen staan. Hij laat hen niet liggen, maar ‘laat hen wonen bij hooggeplaatsten‘. (1) Doet God dat ook vandaag? Jazeker, ook vandaag. Maar besef wel dat wij als gelovigen de helpende handen van God in deze wereld zijn. (2)
Bron tekst: Bijbels Dagboek – Dag in Dag uit 2019 – Meditatie 30 april 2019 – Leger des Heils | Ark Media
(1) De priester Ezra ‘woonde’ aan het hof van koning Artaxerxes in Babylonië en deze verleende hem de opdracht om de tempel van Jeruzalem weer op te bouwen. (Zie Ezra 7)(2) Zie o.a. het boek Ezra om te leren op welke manier (met hoe weinig pretenties over onszelf!) wij dat kunnen (behoren!) te zijn.
(…) 15 HEER, God van Israël, U bent rechtvaardig, want wij zijn ontkomen, wij zijn overgebleven tot op deze dag. Schuldig staan wij hier voor U – hoe kunnen we U zo onder ogen komen? (Uit Ezra 9)