(…) 15 Want in Christus Jezus heeft niet het besneden zijn enige kracht, en ook niet het onbesneden zijn, maar wel dat (!) we een nieuwe schepping zijn.(a) 16 En allen die overeenkomstig deze regel wandelen: vrede en barmhartigheid zij over hen en over het Israël van God. (Uit Galaten 6)
Vervullingsleer (b)
(…) 3 Wij zijn het die besneden zijn, wij verrichten onze dienst door de Geest van God en laten ons voorstaan op Christus Jezus, niet op onszelf, 4 hoewel ik redenen genoeg zou hebben om op mezelf (‘op vlees’) te vertrouwen. (Uit Filippenzen 3)
(…) 14 Ik ga recht op mijn doel af: de hemelse prijs waartoe God mij door Christus Jezus roept. 15 Hierop moeten wij ons allen als – reeds in Christus (a) – volmaakte mensen richten. Mocht u er op enig punt anders over denken, dan zal God het u wel duidelijk maken. 16 Maar tot zover wij gekomen zijn, laten wij – allen! – naar dezelfde regel wandelen, laten wij eensgezind zijn. (Uit Filippenzen 3)
(…) 20 Maar wij hebben ons burgerrecht in de hemel, en van daar verwachten wij onze Redder (c), de Heer Jezus Christus. 21 Met de kracht waarmee hij in staat is alles aan zich te onderwerpen, zal hij ons armzalig lichaam gelijkmaken aan zijn verheerlijkt lichaam. (Uit Filippenzen 3)
(…) 27 U allen die door de doop één met Christus bent geworden, hebt u met Christus omkleed. 28 Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus. 29 En omdat u Christus toebehoort, bent u – allen! – nakomelingen van Abraham, erfgenamen volgens de belofte. (Uit Galaten 3)
(a) (…) 22 Want zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. 23 Ieder echter in zijn eigen orde: Christus als Eersteling, daarna wie van Christus zijn, bij Zijn komst.
(…) 44 Een natuurlijk lichaam wordt gezaaid, een geestelijk lichaam wordt opgewekt. Er is een natuurlijk lichaam en er is een geestelijk lichaam. 45 Zo staat er ook geschreven: De eerste mens Adam is geworden tot een levend wezen, de laatste Adam tot een levendmakende Geest. 46 Het geestelijke is echter niet eerst, maar het natuurlijke en daarna komt het geestelijke. 47 De eerste mens is uit de aarde, stoffelijk; de tweede Mens is de Heere uit de hemel. 48 Zoals de stoffelijke is, zo zijn ook de stoffelijke mensen, en zoals de Hemelse is, zo zijn ook de hemelse mensen. 49 En zoals wij het beeld van de stoffelijke gedragen hebben, zo zullen wij ook het beeld van de Hemelse dragen. (Uit 1 Korintiërs 15)
(b) (…) 17 Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. (Uit Matteüs 5)
(c) (…) 10 Wat die redding inhoudt, trachtten de profeten te achterhalen toen ze profeteerden over de genade die u ten deel zou vallen. 11 Zij probeerden vast te stellen op welke tijd en op welke omstandigheden Christus’ Geest, die in hen werkzaam was, doelde toen deze hun zei dat Christus zou lijden en daarna in Gods luister zou delen. (Uit 1 Petrus 1)
(…) 20 Besef daarbij vooral dat geen enkele profetie uit de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat, 21 want nooit is een profetie voortgekomen uit menselijk initiatief: mensen die namens God spraken werden daartoe altijd gedreven door de heilige Geest. (Uit 2 Petrus 1)
NB. Wij lezen dus voortaan de profeten en hun profetieën met het licht dat ons gegeven is door wat onze Heer Jezus Christus en de apostelen gesproken (geopenbaard!) hebben m.b.t. de vervulling daarvan, en zijn (daarom) niet (eerst en vooral) uit op nog de letterlijke interpretatie ervan!