(…) 13 Broeders en zusters, ik beeld me niet in dat ik het al heb bereikt, maar één ding is zeker: ik vergeet wat achter me ligt en richt mij op wat voor me ligt. 14 Ik ga recht op mijn doel af: de hemelse prijs waartoe God mij door Christus Jezus roept. 15 Hierop moeten wij ons allen als volmaakte mensen* richten. Mocht u er op enig (ander!) punt anders over denken, dan zal God het u wel duidelijk maken. 16 Maar tot zover wij gekomen zijn, laten wij (allen!) naar dezelfde regel wandelen, laten wij (daarin!) eensgezind zijn. (Uit Filippenzen 3)
* In Christus Jezus volmaakt! (a)
(1) (…) ‘Dán alleen werpt u uw zonde van uzelf op Christus, als u vast gelooft dat Zijn wonden en lijden uw zonden zijn – dat Hij die draagt en betaalt. Zoals Jesaja zegt: ‘God heeft onze zonde op Hem gelegd’ (vgl. Jesaja 53 : 6). En Petrus zegt in zijn eerste brief: ‘Hij heeft onze zonden in Zijn lichaam gedragen aan het hout van het kruis’ (1 Petrus 2 : 24). Paulus spreekt daarover op dezelfde manier: ‘God heeft Hem tot een zondaar gemaakt voor ons, opdat wij door Hem rechtvaardig werden’ (vgl. 2 Korinthe 5 : 21).
Op deze en dergelijke uitspraken moet u zich met volkomen vertrouwen verlaten, zoveel temeer als uw geweten u pijnigt. Want als u dit nalaat en zo vermetel bent dat u denkt rust te kunnen vinden door berouw en voldoening, dan zult u nooit tot rust komen en zult tenslotte tot wanhoop vervallen.
Want als wij met onze zonde in ons geweten handelen en ze bij ons laten blijven, ze in ons hart aanzien, dan zijn zij ons veel te sterk en leven zij eeuwig. Maar als wij ze op Christus zien liggen en Hij ze overwint door Zijn opstanding, en wij dat onbevreesd geloven, dan zijn zij dood en tot niets geworden. Want op Christus konden zij niet blijven – zij zijn door Zijn opstanding verslonden.
Nu zien wij geen wonden, geen smarten en geen lijden meer aan Hem, dat is: geen tekenen van zonde. Zo spreekt Paulus: dat Christus gestorven is om onze zonden en opgestaan is om onze rechtvaardiging (Romeinen 4 : 25). Dat is: door Zijn lijden openbaart Hij onze zonden en doodt die aan het kruis, maar door Zijn opstanding maakt Hij ons rechtvaardig en vrij van alle zonden – tenminste, als wij dit geloven.”
Maarten Luther: Ein Sermon von der Betrachtung des heiligen Leidens Christi, 1519, vgl. WA 2, 140, 6 26
(1) Op 13 maart 1519 schreef Luther aan Spalatin dat hij van plan was een preek uit te geven met als titel ‘Een meditatie over het heilige lijden van Christus’. Ondanks het vele werk waarmee hij was bezet, voerde hij zijn voornemen uit. Reeds op dinsdag na Lätare (5 april) kon hij de genoemde preek gedrukt en wel aan een paar vrienden verzenden. Hoezeer hij daarmee aan de geestelijke nood van het volk te gemoed kwam, bewijzen de vele herdrukken van het geschriftje. Tenminste 26 aanwijsbare herdrukken van de preek zouden kort daarop volgen in Wittenberg, Leipzig, Bazel, Neurenberg, Augsburg, Straatsburg, Zürich en andere steden.
Bron tekst: Wilt u deze Luthercitaten ter kennismaking doorsturen aan uw vrienden. Er zijn geen kosten aan verbonden. Voor het aanmelden/afmelden van deze wekelijkse citaten kunt u gebruikmaken van dit e-mailadres: info@maartenluther-citaten.nl
(a) (…) 15 Want in Christus Jezus heeft niet het besneden zijn enige kracht, en ook niet het onbesneden zijn, maar wel dat we een nieuwe schepping zijn. 16 En allen die overeenkomstig deze regel wandelen: vrede en barmhartigheid zij over hen en over het Israël van God. (Uit Galaten 6)