De apostel Paulus als voorbeeld ter navolging?

(…) 17 Volg mij na, broeders en zusters, en kijk naar hen die leven volgens het voorbeeld dat wij u gegeven hebben. (Uit Filippenzen 3)

(…) 7 Denk aan uw voorgangers, die het Woord van God tot u gesproken hebben. Let op de uitkomst van hun levenswandel, en volg hun geloof na. (Uit Hebreeën 13)

Wanneer we (opnieuw) lezen wat Paulus in Filippenzen 3 de gemeente van Filippi schrijft en voorhoudt, dan wordt duidelijk dat Paulus de gemeente en ook ons oproept om ons niet bij elkaar op iets te (willen) laten voorstaan dan alleen op Jezus Christus Zelf. Wij zullen ons alleen en volkomen op Christus richten en alles waarmee wij ons zouden kunnen laten voorstaan op en bij anderen als vuilnis beschouwen en wegdoen!

Wij hebben ons burgerrecht in de hemelschrijft Paulus en dat zegt zoveel als: wij hebben hier op aarde geen zaken waarmee we bij anderen ‘voor de dag kunnen komen’ en waarmee kan worden aangetoond (door besnijdenis, door bijzondere ervaringen, door bijzondere prestaties bijv.) dat wijzelf of een ander inmiddels daarmee of daardoor ‘rechtens’ hemelburger geworden is. (1) Dat blijft voor ons allen van het begin (vanaf onze bekering en Doop of vanaf onze Doop als kind) tot ons levenseinde toe een zaak van geloof alleen!

Paulus roept ons dus beslist niet op om hem na te volgen in zijn missionaire ijver of om hem na te volgen in zijn praktiseren van meditatie en bidden of in zijn ijver voor de gemeenten, etc. Dat (dus) heel beslist niet! Dan zou hij ons overvragen en geen rekening houden met ieders bijzondere roeping en gaven!

Nee, hij roept ons op tot iets wat wij allen – net als hij – vermogen door Christus (alleen) namelijk door de kracht die Christus ons schenkt door de bijstand van Zijn heilige Geest. En dat betekent dat wij net als Paulus (en anderen die ook zo leven) ons op niets zullen laten voorstaan bij elkaar, maar dat wij ons volledig zullen richten op Christus alleen en dat wij onze broeders en zusters door het geloof alleen ‘in Christus’ zullen zien en aanvaarden als mensen die ook hun burgerrecht – evengoed als wijzelf – in de hemel weten/hebben en dat wij Christus (van dáár) verwachten als ‘onze Redder, die ons armzalig lichaam gelijk zal maken aan Zijn verheerlijkt lichaam.‘ (2)

Paulus treedt dus met zijn oproep tot navolging niet buiten zijn bevoegdheid én hij overvraagt ons niet door iets van ons te vergen waartoe hij (alleen) op bijzondere wijze bekwaam was en werd gemaakt vanwege zijn bijzondere roeping tot het apostolaat en het werk van het apostolaat (m.n. onder de heidenen).

Wanneer we de oproep van Hebreeën 13 : 7 lezen dan vinden we daar in feite eenzelfde soort oproep als die we horen in Fillippenzen 3 : 17. Niet tot het navolgen van de praktijk(en) van die voorgangers worden wij opgeroepen, maar wij worden opgeroepen om hun geloof na te volgen. Wij mogen en kunnen dus ook nu nog anderen tot voorbeeld nemen of stellen en dan m.n. diegenen die tot en met hun levenseinde hebben getoond dat ze door het geloof alles van Christus alleen verlangd en verwacht hebben en dus niets van hun eigen prestaties of wat ze ook maar konden inbrengen om bij anderen indruk te maken (3).

Tot slot nog (ter vergelijking) een oproep – aan toenmalige slaven gericht – die hen (maar natuurlijk ook ons!) tot navolging van de levenspraktijk van Christus (hier op aarde) oproept:

(…) 21 Dat is uw roeping; ook Christus heeft geleden, om uwentwil, en u daarmee een voorbeeld gegeven. Treed dus in de voetsporen van Hem 22 die geen enkele zonde beging en over Wiens lippen geen leugen kwam. 23 Hij werd gehoond en hoonde zelf niet, Hij leed en dreigde niet, Hij liet het oordeel over aan Hem die rechtvaardig oordeelt. (Uit 1 Petrus 3)

(1) Denk aan het Romeinse burgerschap dat bepaalde voorrechten verleende aan haar bezitters en waar Paulus eerder gebruik van maakte in Filippi (zie Handelingen 16 : 35-40)
(2) Lees en herlees ook Galaten 6!
(3) Je willen laten voorstaan op anderen vanwege je ‘bekeringsgeschiedenis’ bijvoorbeeld, waardoor je jezelf wel een plaats aan de Avondmaalstafel gunt en waardig vind en/of dat anderen dat voor je laat (mee) beoordelen, terwijl anderen met een ‘minder verhaal’ hun (‘hemels burgerrecht’) plaats daar niet nemen of krijgen.

~~~~~~

(…) 4 Laat de ​Heer​ uw vreugde blijven; ik zeg u nogmaals: wees altijd verheugd. 5 Laat iedereen u kennen als vriendelijke mensen. De ​Heer​ is nabij. 6 Wees over niets bezorgd, maar vraag God wat u nodig hebt en dank hem in al uw ​gebeden. 7 Dan zal de ​vrede​ van God, die alle verstand te boven gaat, uw ​hart​ en gedachten in ​Christus​ Jezus bewaren. (Uit Filippenzen 4)

Bron afbeelding: Pinterest

 

 

Dit bericht werd geplaatst in Bijbel, Gemeente, Huwelijk en gezin, Persoonlijk. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s