Parels voor de zwijnen…

(…) 6 Geef het ​heilige​ niet aan de ​honden, en werp uw parels niet voor de zwijnen, opdat die ze niet op enig moment met hun poten vertrappen, zich omkeren en u verscheuren. (Uit Matteüs 7)

In zijn boekje “De Bergrede – reisgids voor christenen” doet Prof. dr. J van Bruggen (vroeger hoogleraar NT-vakken in Kampen) ons een duidelijke uitleg en toepassing van deze tekst uit de Bergrede aan de hand. Hij laat zien dat dit woord van Jezus verband houdt met het eerdere woord van Jezus in het betreffende tekstgedeelte (a), namelijk het ‘oordeelt niet opdat gij niet geoordeeld wordt‘.

Hieronder een gedeelte uit het boekje van prof. van Bruggen:

(…) Nu spreekt Jezus dit woord in samenhang met zijn aandrang om Gods normen en openbaring allereerst op eigen leven toe te passen. Daarbij passen de gebruikte beelden. Gods openbaring is het heilige woord dat ons gegeven is om er zelf uit te leven. En Gods wijsheid voor het hele leven wordt in het boek Spreuken meer dan eens vergeleken met een halssieraad dat men zelf moet dragen. Wanneer wij onszelf tooien met geloof en goede werken, dan komt het heilige tot zijn recht.
In Israël hielden velen de wet aan anderen voor zonder er zelf onder te buigen. Men sprak over „de schare die de wet niet kent” en over „heidenen die van geen wet weten”. Israël hield het handvat van de spiegel vast en liet anderen er in kijken. Veroordelend en zichzelf rechtvaardigend. Als een Farizeeër die dankt dat hij niet is als die – volgens hem! – veroordelenswaardige tollenaar. Tegen dit misbruik van Gods woord keert Jezus zich. Het zal immers leiden tot eigen ondergang. God heeft Israël tenslotte door de heidense Romeinen onder de voet laten lopen. En een christelijke kerk die tekort schoot in heiliging is meer dan eens slachtoffer geworden van de Mohammedanen aan wie men het evangelie trots had voorgehouden. De bijbel geeft geen dekking, maar is gegeven tot bedekking.

Dietrich Bonhoeffer geeft op vergelijkbare manier in “Navolging” commentaar bij dit tekstgedeelte uit Matteüs 7  : 1-6:

(…) De haast van de discipelen/apostelen en het stof afschudden is barmhartige haast. Zij moeten niet veel tijd geven aan het oordelen en beoordelen. Worden ze ergens welkom geheten en verblijf aangeboden en welwillend gehoord dan is dat genoeg om (daar te ver)blijven, blijkt dat niet zo te zijn, dan in zo’n huis of plaats of synagoge ook niet langer blijven en proberen (alsnog) te overtuigen want er zijn zoveel anderen die het Evangelie nog moeten en willen horen.

Opgemerkt: Iets van die barmhartige haast zien we bijvoorbeeld bij het nogal spoedige vertrekt van Paulus uit Athene. Paulus vind dan in Korinthe (wel) een ‘geopende deur’.

(a) 1 Oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt. 2 Want op grond van het oordeel dat je velt, zal er over je geoordeeld worden, en met de maat waarmee je meet, zal jou de maat genomen worden. (Uit Matteüs 7)

Bron afbeelding:  Bible Talk

Bron citaten:

Dit bericht werd geplaatst in Bijbel, Gemeente, Geschiedenis. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s