(…) – wij allen horen hen in in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.
(Uit Handelingen 2 : 11)
Luther zegt in zijn boekje ‘Deutsche Messe und Ordnung Gottis diensts’ uit 1526: “Ik ben het echter niet eens met hen die slechts het gebruik van één taal voorstaan en alle andere verachten. Want ik wil graag de jeugd op die manier opvoeden dat ze ook in andere landen voor Christus nuttig kunnen zijn en ook daar met de mensen kunnen spreken. Want de Heilige Geest is ook niet met één taal begonnen – Hij heeft niet gewacht tot de hele wereld naar Jeruzalem kwam om Hebreeuws te leren, maar liet het evangelie verkondigen in allerlei talen, zodat de apostelen overal waar zij later zijn gekomen, verstaanbaar konden spreken. Dit voorbeeld wil ik graag volgen. Het is daarom heel terecht dat men de jeugd leert om veel talen te spreken. Wie weet hoe God dat later zal gebruiken tot Zijn dienst? Dit is ook de reden waarom de scholen gesticht en onderhouden moeten worden.”
Tot zover Luther. Nu de vraag: is deze zendingsijver van Luther later ook in praktijk gebracht?
Vóór mij ligt een boekje uit 1760, met op het titelblad: ‘HISTORISCHE AANMERKINGEN over de beide CATECHISMUSSEN van DR. MARTINUS LUTHERUS, te Amsterdam, door Henricus Hageman, bij Georg Jacob Wishoff, boekverkoper in de Hartestraat, Anno 1760.’
In het voornoemde boekje wordt o.a. een verslag gegeven van de verschillende uitgaven van de Catechismus van vóór 1760. In deze mail moet ik mij vanzelf wat beperken en geef ik uitsluitend en summier enige eerste drukken (of eerst bekende drukken) weer, van de zeer vele verschillende uitgaven van Luthers Catechismus, zonder andere boeken of herdrukken daarvan te vermelden:
Dit heeft Luther nooit kunnen dromen:
In het Latijn o.a. door Justus Jonas (1529); in het Grieks o.a. door Joachim Camerarius (1529); in het Hebreeuws door Joh. Clajus (1570).Een Syrische Overzetting wordt vermeld, vertaald door Suenus Jona, een Zweed (1708). Dan was er nog een Arabische Overzetting onder opzicht van ene Salomon Negri (1729).
Verder: Daar zyn nog vele andere drucken in vreemde Talen, zowel Europische als Asiatische en Americaansche, aldus Henricus Hageman (1760). Ook nog één in het Boheems o.a. door Graaf van Hardeck, Glotz en Machland enz. (1550). In het Croatisch of Crobatisch o.a. door Antonius Dalmata (1562).
Nog een Ehstnische of Estlandse uitgave in (1721); Russische uitgaven onder toestemming van Czaar Petrus I de Grote (rond 1720). Dan nog een uitgave in de Dörptiche mondaart te Riga in Lijfland (Letland). Dan volgen nog een massa drukken in de verschillende Duitse dialecten.
Bovendien lezen we van de vele drukken vanaf 1529 in het Nederlandsch en Nederduitsch, waarvan nog nauwelijks voorbeelden voorhanden zijn, aldus de schrijver in het jaar 1760. Verder worden nog apart vermeld: uitgaven in het Portugeesch, Spaansch, Deensch, Finsch, Poolsch, Plat-Duitsch, Neder-Saxisch, Preusnisch, Pommerisch, Slavonisch of Wendisch, en Amerikaansch-Virgienisch enzovoort.
Er zijn nog uitgaven in het IJslandisch, in het Italiaansch, daarbij nog een speciale vertaling voor de gevangen christenen in Turkyen in de Italiaansche Sprake. Verder nog in het Laplandisch voor de heidense Lappen, onder toezicht van Koning Gustavus Adophus van Zweden.
En niet te vergeten de ook bij Hageman vermelde uitgave van de Catechismus in het Groenlandisch met de Latijnsche letters: Hans Egede (1686-1758) was een Deens-Noorse Lutherse zendeling op Groenland, hierdoor kreeg hij de bijnaam de Apostel van Groenland. Egede was werkzaam op de Lofoten toen hij verhalen hoorde over de Oud-Noorse nederzettingen op Groenland, waarmee het contact al eeuwen geleden verloren was gegaan. In mei 1721, vroeg hij Frederick IV van Denemarken toestemming voor het zoeken naar de kolonie en veronderstelde dat de plaatselijke bevolking op het eiland katholiek was gebleven en dus niet af wist van de Deense Reformatie of zelfs het christelijke geloof helemaal had verloren. Frederik gaf toestemming voor het gedeeltelijk herstellen van de kolonie op het eiland. Egede (zelf een zeer behoudende Lutheraan) herschreef de Lutherse Catechismus voor gebruik op Groenland in de taal van de Eskimo’s (1747).
Vervolgens vonden we nog vertalingen in het Malabaarsch en Tamulisch(talen uit India) door de Deense zendeling Bartholomeus Ziegenbalg, de eerste Deensche zendeling na Tranquebar op de kust van Coromandel(India) tot betere bekering der Indiaansche Heidenen.
Ook is er nog een Warugische druk – door zendeling Benjamin Schültz.
Hij heeft daarbij nog den Catechismus uit de Malabaarsche Sprake in het KERENDUM, het welk het Latijn der Malabaren, of de taal der priesteren of Brahmanen is, laten overzetten door enen Brahmaan, tot dienst en gebruik der Brahmanen.
Op Madras (India) worden zoveel vreemdelingen gevonden, dat men er wel drie-en-twintig verscheide Spraken hoort spreken, en bijzonder voor de Warugische, en ook de Gentovische of Telungische, heeft Benjamin Schültz niet alleen de moeite genomen om die talen te leren, maar ook den Catechismus in die talen ten nutte voor aldaar wonende heidenen overgezet.
Tenslotte blijkt dat het voor de schrijver nog maar de vraag is of Luthers Catechismus ooit in de Engelsche Sprake is overgezet (!). Wel schijnt er ergens melding te zijn gemaakt van de Latijnse Catechismus van Justus Jonas die door aartsbisschop Cranmer (1489-1556) in het Engels zou zijn vertaald. Hageman heeft echter naa veel vragens en onderzoekens, de minste speur daarvan niet konnen vinden (Anno 1760).
Bron tekst: Wilt u deze Luthercitaten ter kennismaking doorsturen aan uw vrienden. Er zijn geen kosten aan verbonden. Voor het aanmelden/afmelden van deze wekelijkse citaten kunt u gebruikmaken van dit e-mailadres info@maartenluther.com