Mijmeringen bij de herdenking van de Reformatie (1517) en 400 jaar Dordt.
(…) 14 Hij heeft zichzelf voor ons gegeven om ons van alle zonde vrij te kopen, ons te reinigen en ons tot zijn volk te maken, dat vol ijver is om het goede te doen. (Uit Titus 2)
De liefde
(…) Een wat vreemde inleiding… Niet zomaar schreef ik boven dit artikel het woord ‘mijmeren’. Wat mij bezighoudt en verontrust, is dat ik, na een halve eeuw op een bepaalde plek in de Kerk te hebben gestaan en gedurende al die jaren Bijbelstudie heb gepleegd, kerk- en dagbladen heb gelezen, bestudeerd heb o.m. wat de Kerkvaders, de Reformatoren Luther en Calvijn en in hun spoor Kohlbrugge hebben geschreven en gezegd, (dat ik) nauwelijks of niet merk dat men lijdt aan de Kerk, aan de verdeeldheid en de liefde-loosheid. Binnen die halve eeuw verdiep ik mij de laatste tijd voornamelijk in de reformatorische uitleg van de Psalmen.
Luther en Calvijn ‘hadden iets’ met het Psalmboek. Van beiden geldt wat Calvijn bekent, namelijk dat hij zijn eigen nood en strijd herkent in de ervaringen van David. Beiden citeren Bernard van Clairvaux om te verwoorden de ernst en de vreugde van de omgang met God, de gemeenschap met Christus in een leven van ‘vreemdelingschap’. Met als voornaamste kenmerk van wedergeboorte: liefhebben.
Psalmwoorden gaan leven op de hoogte van de aanbidding van God, In de diepten ook van angst en wanhoop. In de Psalmen horen wij Christus! De Kerk, de Ecclesia, is het ene lichaam van Christus. Wie die eenheid scheurt, schendt Christus’ lichaam, begeeft zich op het terrein van de zonde tegen de Heilige Geest!
Zou deze ernst eindelijk eens aan de orde komen bij ‘Dordt 400 jaar’ en op de Hervormingsdag 2018? Of verloopt alles (weer) op de oude voet: datgene wat niet deugt, benoemen als ontsporing van de anderen het ‘onze’ camoufleren met een Reformatie-herdenking als momentopname, inclusief het zingen van het ‘Lutherlied’, om vervolgens vanaf Allerheiligen terug te keren tot de orde van de dag: verdeeldheid, liefde-loosheid.
Dat kan niet bestaan onder het ene Hoofd van de ene katholieke Kerk. Dat bestaat niet in de Kerk van Paulus, Augustinus, Luther, Calvijn, de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus, de Dordtse Leerregels, Kohlbrugge… Met onze mooie woorden, ook op en rond de Hervormingsdag 2018, komen we, vrees ik, dikwijls helaas niet verder dan te benoemen hoe het zou moeten zijn. Enkele uitzonderingen – zonderlingen, klokkenluiders, onruststokers – daargelaten.
(wordt vervolgd)
Bron tekst: Ecclesia nr 21 – oktober 2018, door dr. M. Verduin, Zeist.
(…) 3 Ook wij waren eens onverstandig, ongehoorzaam, op de verkeerde weg, slaaf van allerlei begeerten en lusten. Ons leven stond in het teken van boosaardigheid en afgunst, we verafschuwden en haatten elkaar. 4 Maar toen zijn de goedheid en mensenliefde van God, onze redder, openbaar geworden 5 en heeft Hij ons gered, niet vanwege onze rechtvaardige daden, maar uit barmhartigheid. Hij heeft ons gered door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwende kracht van de heilige Geest, 6 die Hij door Jezus Christus, onze redder, rijkelijk over ons heeft uitgegoten. (Uit Titus 3)