Wel Hem, die Gij verkiest en tot U toelaat, opdat hij in Uw hoven wone.
Die heeft de rijke troost van Uw huis, de heilige tempel. (Psalm 65 : 5)
(…) Bij ons echter ontbreekt het eraan, zoals ik al heb gezegd, dat we het Woord dat we horen en verkondigen, niet als zodanig beschouwen en aanvaarden dat het niet het woord van een mens, maar het Woord van God is. Het komt immers niet van de mens, maar het komt op Gods bevel.
Als het dus door de mond van een predikant of door de mond van iemand anders wordt gesproken – al liet God het door een ezel zeggen – dan heeft Gód het gesproken. Daarom is de kracht daarin gelegen, dat we niet naar het masker moeten kijken, dat wil zeggen naar de mond en de neus van een mens, maar eerbiedig moeten zijn en bedenken waar het vandaan komt en op wiens bevel het is en waarom het Gods Woord heet.
Dan kan eenieder wel bedenken dat het niet uit of door de mens komt, niet door een mens is uitgedacht. Als het van de mens was, dan hadden de anderen, zoals Turken en de heidenen, het net zo goed als wij. Maar ons is het Woord gegeven, opdat we het zullen bezitten en begrijpen. (1) Het wordt ons in de mond gelegd om het te verkondigen.
God onderwijst en verkondigt het ons dus, en wij zijn niet meer dan Zijn mond en Zijn tong. Daarom moeten we het Woord net zo eren en ernaar luisteren als naar God Zelf.
Maarten Luther: “Loflied op Gods goedheid – Psalm 65” – Uit het Duits vertaald door N.A. Eikelboom – Den Hertog Uitgeverij.
(1) (…) 18 Wie het raadsbesluit van de HEER kreeg toevertrouwd, moet Zijn woorden in zich opnemen en gehoorzamen. Wie goed naar Zijn woorden geluisterd heeft, heeft ze ook begrepen. (Uit Jeremia 23)
(…) 22 Hadden ze* Mijn raadsbesluit vernomen,
dan hadden ze Mijn volk Mijn woorden laten horen,
het opgeroepen zijn verdorven levenswandel op te geven,
te breken met zijn kwalijke praktijken.
23 Ben Ik alleen een God van dichtbij,
ben Ik niet ook een God van ver? – spreekt de HEER.
24 Als iemand zich verbergt,
zou Ik hem dan niet zien? – spreekt de HEER.
Ben Ik niet overal,
in de hemel en op aarde? – spreekt de HEER.
(Uit Jeremia 23)
* De ‘populaire profeten’ in de tijd van Jeremia.