Louter rijke troost… (II)

Wij zullen verzadigd worden met het goede van Uw huis, met het heilige van Uw paleis.
(Psalm 65 : 5b)

(…) De dichter zegt opnieuw dat hij dit heeft van Gods huis, de heilige tempel. Kijk eens wat een nut de profeet van dit ene stukje kan hebben. Hij herhaalt het telkens: van Uw huis en van de heilige tempel. Het heeft allemaal betrekking op het Woord, waardoor God Zich aan ons bekendmaakt en Zich aan ons openbaart. Het betekent niet dáárom Gods huis, dat Hij het daar laat staan zoals het staat en Hij hoog in de hemel blijft, waar wij niet tot Hem kunnen komen. Nee, het heet daarom en daartoe Gods huis, omdat Hij daarin woont en Zich daar wil laten vinden.

Het staat dan ook niet in Gods Woord dat Hij daarboven in de hemel spreekt, maar dat het Woord in ons hart en in onze mond is. Want Hij is en woont bij ons, Hij spreekt en werkt door ons, helpt ons te geloven en te bidden. Hij helpt ons in alles. Hij bouwt Zijn huis dus niet als een timmerman die een huis bouwt en weer weggaat. Nee, Hij wil er Zelf wonen en verblijven, ook al was er geen hout of steen en al was alles open.
In het Hebreeuws betekent ‘huis’ niet alleen ‘dak’ en ‘muren’, maar het geeft ook de plaats aan waar een huisvader is die het huis regeert, die vrouw, kinderen en personeel heeft. Als dat er niet is, is er voor hen ook geen huis. Zo is het hier ook: waar God is en spreekt, daar is heel zeker Zijn huis.

Dat laat de Schrift duidelijk zien bij de aartsvader Jakob, in Genesis 28. Hij lag ’s nachts in het open veld, en in een droom zag hij een ladder die van de aarde tot in de hemel reikte, en boven aan die ladder was God, Die met hem sprak. Toen hij wakker werd, sprak hij: Wat moet ik zeggen? Dit is immers een huis Gods. Dan moet het ook een heilige plaats zijn, want het is zeker dat God hier woont. Dit is de poort van de hemel. Hoezo? Het was immers niets anders dan een open veld? Het had geen wanden en muren. Maar omdat God daar met hem sprak, heeft hij terecht gezegd: Hier woont God.

Zie ook:  Louter rijke troost… (I) en (Slot)

Maarten Luther:Loflied op Gods goedheid – Psalm 65” – Uit het Duits vertaald door N.A. Eikelboom – Den Hertog Uitgeverij.

(…) 2 Hoe lieflijk zijn Uw woningen,
HEERE van de legermachten.
3 Mijn ziel verlangt, ja,
bezwijkt zelfs van verlangen
naar de voorhoven van de HEERE;
mijn ​hart​ en mijn lichaam
roepen het uit tot de levende God.
(Uit Psalm 84)

Bron afbeelding:  zie afbeelding

Dit bericht werd geplaatst in Bijbel, Gemeente, Geschiedenis, Huwelijk en gezin, Persoonlijk. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s