En als er wijn ontbrak, zei de moeder van Jezus tot Hem: Zij hebben geen wijn.
(Johannes 2 : 3)
Zie eens hoe schijnbaar onvriendelijk Christus de nederige woorden van Zijn moeder afwijst, die zo vol vertrouwen over de ontbrekende wijn spreekt.
Jezus zei tegen haar: Vrouw, wat heb Ik met u te doen? (Johannes 2 : 4)
Let op deze geloofsbeproeving! Wat is Hij nu van plan? Voor Maria is er alleen duisternis, zij voelt de nood en ziet nergens hulp. God wordt voor haar nu ook vreemd en onbegrijpelijk en zij kent Hem niet meer, zodat alles verloren schijnt te zijn.
Dat gebeurt ook in ons geweten, als wij alleen zonde en geen gerechtigheid meer zien, of in doodsnoden, als wij moeten sterven, of in helle-angst onder duivelse verzoekingen, als wij menen dat wij de eeuwige zaligheid verliezen moeten…
Dan is er nog wel een ootmoedig verlangen en aankloppen, bidden en zoeken of wij de zonde, dood en angst mogen kwijtraken, maar Hij houdt Zich als een vreemde, alsof het met de zonde eerst goed moet komen, dat de dood moet blijven en dat de hel niet mag ophouden.
Op die manier spreekt Hij hier ook tot Zijn moeder, want door Zijn afwijzen is het gebrek nog groter en zwaarder om te dragen dan voordat zij daar met Hem over gesproken had. Want nu lijkt het erop dat alles verloren en haar enige hoop vervlogen is.
Maarten Luther: Fastenpostille 1525, vgl. WA 17.2,65, 24-38
Zie vervolg: Het geloof van Maria…(III)
Bron tekst: “Uit de diepten roep ik tot U – Dagboek over het gebed – Maarten Luther” (26 juni – “Geloofsbeproeving“) samengesteld door Hugo van Woerden (Den Hertog, Uitgeverij)
(…) 17 Gelukkig de mens die door God wordt getuchtigd,
wijs daarom de straf van de Ontzagwekkende niet af!
18 Want Hij verwondt en hij verbindt,
Hij slaat en Zijn handen genezen.
19 Zesmaal zal Hij je redden in gevaar,
ook de zevende maal zal je niets overkomen.
(Uit Job 5)
Bron afbeelding: Daily Bible Verses