Maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt
erkennen wat de wil van God is. (Uit Romeinen 12 : 2)
Onder deze voorwaarde moet nu daadwerkelijk onderzocht worden, wat Gods wil is, wat God ‘welgevallig‘ is in de gegeven situatie, want er moet concreet geleefd en gehandeld worden. Het verstand, de kennis, aandachtige observatie van de gegeven werkelijkheid gaan hier een belangrijke rol spelen. Maar niet, zonder dat het gebed alles omvat en doordringt.
Opgedane ervaringen zullen corrigerend of waarschuwend aan het woord komen. In geen geval mag er gewacht worden op directe ingevingen ‘van boven’, waarbij men maar al te gemakkelijk zou kunnen vervallen in zelfmisleiding.
De zaak waarom het gaat moet met grote nuchterheid bekeken worden.
- Mogelijkheden en gevolgen zullen aandachtig worden overwogen. Kortom: bij het zoeken naar Gods wil moet heel het apparaat van menselijke vermogens in beweging gezet worden.
- Bij dit alles mag geen plaats zijn voor angst die meent dat de conflicten onoplosbaar zijn,
- ook geen plaats voor overmoed die ieder conflict meent aan te kunnen, en ook niet voor het dweperige wachten op vermeende inspiratie.
Men moet geloven, dat God aan hem, die Hem daarom deemoedig vraagt, zeker zijn wil zal doen kennen:
- dan zal men na dit ernstig onderzoeken ook de werkelijke beslissing durven nemen en vast vertrouwen durven, dat niet de mens, maar God zelf door en in dit onderzoek zijn wil ten uitvoer brengt;
- de angst, of men wel juist gehandeld heeft, zal dan niet uitlopen op een wanhopig zich vastklampen aan de eigen goede bedoeling, en evenmin omslaan in de zelfverzekerdheid van het kennen van goed en kwaad, maar zal zich geborgen weten in Jezus Christus die alleen het genadige gericht oefent.
- Uiteindelijk zal zij de beoordeling van de eigen goede bedoeling overlaten aan het weten en de genade van deze Rechter, die alles op zijn tijd aan het licht zal brengen.
Bron tekst: Bonhoeffer Brevier – “Vrijheid” – “Gods gebod wil altijd iets concreets” (15 oktober) – ©1968 Ten Have b.v. Baarn, Vijfde druk 1978
Zie ook: Onderwijs over de goede werken, 1519 (IV)
Zonder profetie vervalt het volk tot bandeloosheid,
wie de wet in acht neemt, is gelukkig.
(Spreuken 29 : 18)