(…) Jullie zullen Mij zoeken en ook vinden, als jullie Mij tenminste met hart en ziel zoeken. Ik zal Me door jullie laten vinden – spreekt de HEER – en Ik zal in je lot een keer brengen. (Jeremia 29 : 11-14).
Wij kunnen alleen iets zoeken dat wij al kennen.
Als ik niet weet wat ik eigenlijk zoek, zoek ik helemaal niet. Wij moeten dus al weten welke God wij zoeken, voordat wij Hem werkelijk zoeken. Weet ik dat niet, dan dwaal ik maar wat rond, het zoeken wordt een doel in zich zelf en het vinden is niet langer de hoofdzaak.
Anders gezegd, vinden kan ik alleen, als ik weet wat ik zoek. Wat ik weet over de God die ik zoek, weet ik uit mij zelf, uit mijn ervaringen en inzichten, uit de geschiedenis of de natuur, zoals ik die begrijp, puur uit mij zelf dus – of ik weet het op grond van Zijn openbaring, van zijn eigen Woord.
Of ik bepaal de plaats waar ik God vinden wil, of ik laat God de plaats bepalen waar Hij gevonden wil worden. Als ik bepaal waar God moet zijn, dan zal ik daar altijd een God vinden die in zekere zin op mij lijkt, mij bevalt, bij mijn wezen past. Maar als God zegt waar Hij zijn wil, dan zal het waarschijnlijk op een plaats zijn die op het eerste gezicht helemaal niet bij mijn wezen past en mij helemaal niet bevalt.
Waar wij Hem zoeken moeten, dat past helemaal
niet bij onze natuur.
Die plaats is het kruis van Christus. En wie Hem daar wil vinden, moet mee onder dit kruis, gelijk de Bergrede eist. Dat past helemaal niet bij onze natuur. Integendeel, het gaat rechtstreeks tegen onze natuur in.
Maar dit is de boodschap van de Bijbel, niet alleen van het Nieuwe, maar ook van het Oude Testament (Jesaja 53). In ieder geval bedoelden Jezus en Paulus dit toen zij zeiden, dat met het kruis van Christus de Schrift, dat is het Oude Testament, werd vervuld.
De gehele Bijbel wil dus het Woord zijn, waarin God zich door ons laat vinden. Geen plaats die ons aangenaam is of die men zou kunnen verwachten, maar een plaats die ons volkomen vreemd is en
waar wij helemaal niet aan willen.
Bron tekst: Bonhoeffer Brevier – “Christen zijn in de realiteit” – “Waar God wil dat wij Hem vinden” (26 januari) – ©1968 Ten Have b.v. Baarn, Vijfde druk 1978
Wie zijn kruis niet opneemt en draagt en achter Mij komt (Mij navolgt), kan Mijn discipel niet zijn. (naar Matteüs 16 : 24 en Lukas 14 : 27 )