(…) 3 Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader die zich over ons ontfermt, de God die ons altijd troost 4 en ons in al onze ellende moed geeft, zodat wij door de troost die wijzelf van God ontvangen, anderen in al hun ellende moed kunnen geven. 5 Zoals wij volop delen in het lijden van Christus, zo delen wij volop in de troost die God ons door Christus geeft. (Uit 2 Korintiërs 1)
Eeuwige vreugde zal op hun hoofd zijn. (Jesaja 35 :10)
Hoe zullen wij anderen, die alle vreugde verloren hebben en moedeloos geworden zijn, ooit kunnen helpen, wanneer wij niet zelf door moed en vreugde gedragen worden? Geen geforceerde en onnatuurlijke vreugde, maar een vreugde die geschenk is en vrij maakt.
Bij God woont de vreugde, en van Hem daalt zij af en doordringt geest, ziel en lichaam, en waar deze vreugde een mens in zijn greep heeft, daar grijpt zij ook om zich heen, sleept anderen mee, breekt gesloten deuren open. Er is een vreugde, die niets weet van verdriet, nood en angst die in een mensenhart kunnen wonen; deze is niet duurzaam, zij kan slechts voor korte tijd verdoven.
De vreugde van God is door de armoede van de kribbe en de nood van het kruis heen gegaan; daarom is zij onoverwinnelijk, onweerlegbaar. Zij loochent de bestaande nood niet, maar vindt midden in de nood, juist in de nood, God; zij bestrijdt de ernst van de zonde niet, maar vindt juist zo de vergeving; zij ziet de dood onder ogen, maar vindt juist daar het leven.
Om deze vreugde, die overwonnen heeft, gaat het.
Deze alleen is geloofwaardig, deze alleen helpt en geneest.
Velen van ons gaan er zeer onder gebukt, dat zij voor het vele lijden, dat deze oorlogsjaren met zich meebrengen, innerlijk af stompen. Onlangs zei iemand mij: ik bid dagelijks: laat mij niet afstompen. Dat is stellig een goed gebed. En toch, wij moeten er ons voor hoeden, ons zelf met Christus te verwisselen. Christus doorleed al het lijden en alle menselijke schuld zelf en volledig. Ja, zijn Christus-zijn bestond daarin, dat Hij en Hij alleen alles droeg. Maar Christus kon mee lijden, omdat Hij tevens uit het lijden verlossen kon.
Wij zijn niet geroepen, het lijden van de hele wereld op onze schouders te nemen. Het verlangen, uit eigen kracht het lijden van de ander mee te willen dragen, moet onder deze last bezwijken en ten slotte uitlopen op moedeloosheid. Wij zijn slechts geroepen, vol vreugde te zien op Hem, die in werkelijkheid het lijden volstrekt meeleed en de verlosser werd.
Vol vreugde mogen wij geloven,
dat er Eén was en is, aan wie geen menselijk leed en geen menselijke zonde vreemd is en Die met een liefde, welke ons verstand te boven gaat,
onze verlossing volbracht heeft.
Bron tekst: Bonhoeffer Brevier – “Christus ons leven” – “Echte vreugde is geloofwaardig” (1 december) – ©1968 Ten Have b.v. Baarn, Vijfde druk 1978
Bron afbeelding: Cheryl Cope