‘Daarom ben ik aangewezen op de gemeenschap van de kerk’…

‘Niemand van jullie moet zich laten voorstaan op een ander mens, want álles is van jullie, of het nu Paulus, Apollos of Petrus is, wereld, leven of dood, heden of toekomst – álles is van jullie. Maar jullie – gedoopte Korintiërs – zijn van Christus en Christus is van God.‘ (Uit 1 Korintiërs 3 vers 23)

Geciteerd 1a: Voortdurend zien we dat hij in zijn geschriften kerkvaders citeert, zoals Augustinus, Chrysostomus en Justinus Martyr, om te laten zien dat zijn opvatting over het avondmaal geen nieuwlichterij was, maar juist teruggreep op het vroege christendom. In zijn geschriften weerlegt De Brès de rooms-katholieke leer dat Christus lichamelijk in brood en wijn aanwezig was en dat Hij telkens opnieuw geofferd diende te worden. (1) Bovendien wil hij, met name in de ”Procedures Tenues”, aan zijn gemeenteleden demonstreren: kijk, zo en zo en met deze argumenten en citaten van kerkvaders kun je de inquisiteurs antwoord geven. Als herder was hij tijdens zijn hele leven zeer begaan met zijn vervolgde kudde.”

Geciteerd 1b: „Hij wijkt tegenover hen geen millimeter. Zijn visie op het avondmaal is voor hem zo belangrijk dat hij er zijn leven voor over heeft. En bedenk ook eens dit: Luther en Zwingli ruzieden over de manier waarop Christus in het avondmaal aanwezig is, calvinisten schreven er hele polemieken over, maar wie van de reformatoren verloor zijn léven omwille van de Bijbelse leer van het avondmaal? Dat is De Brès. (2)

Geciteerd 1c: „Hoe je tegen avondmaal en mis aankeek, was voor christenen in de Lage Landen in het begin van de 16e eeuw, toen aanhangers van de Reformatie nergens zo zwaar vervolgd werden als daar, een toetssteen voor de vraag of je behoorde tot de ware kerk of niet. De Brès concludeerde, na intensief onderzoek van Bijbel en kerkvaders, dat leer en praktijk van de Katholieke Kerk op dit punt als afgoderij bestempeld moesten worden. (1)

Geciteerd 1d: „Wat mij (3) bij het bestuderen van het werk van Guido de Brès opviel, is dat hij niet alleen de lichamelijke aanwezigheid van Christus in het avondmaal afwijst, maar ook, positief, Zijn geestelijke aanwezigheid benadrukt. Het avondmaal is meer dan alleen een gedachtenis- of herinneringsmaaltijd. Als het brood gebroken wordt en de wijn vergoten, is de Zoon van God met Zijn Woord en Geest werkelijk aanwezig bij de gelovigen. Dan onderwijst Hij hen en versterkt Hij hen met geestelijk voedsel. Die gedachte leeft in mijn eigen kerk in Zuid-Korea niet zo sterk. Die zal ik daar, als zich een gelegenheid voordoet, zeker gaan uitdragen.”

Geciteerd 2: ‘Mijn kennis van de Schriften zal niet voldoende zijn, tenzij ik mij houd aan het vreemde Woord’. Het is werkelijk zeer eigenaardig zoiets te horen uit de mond van een professor in de theologie, die zichzelf soms een evangelist kan noemen en zich met zoveel overtuiging op de Schrift beroept, dat geen enkele van de eerbiedwaardige en geheiligde autoriteiten daartegen opgewassen is. Op dit punt stuit men op het beslissende onderscheid tussen zekerheid en stelligheid, tussen waarheid en het aannemen van de waarheid. Luther beschrijft dit onderscheid niet als theorie, maar in het kader van de ervaring van de reformatorische rechtvaardigingsleer (beter: evangelische of Schriftuurlijke rechtvaardigingsleer!): ‘anderen heb ik gered, mijzelf kan ik niet redden’, en dat komt omdat ik mijzelf niet bevrijden kan van van mijn twijfel, omdat mijn eigen, zichtbare gerechtigheid mij bij de handen wordt afgebroken en mijn eigen geweten mij in de steek laat. Daarom aldus Luther, heb ik anderen nodig, ben ik aangewezen op de gemeenschap van de kerk.

Vanuit dit perspectief van het vertrouwen op het vreemde Woord heeft hij de sacramenten Doop en Avondmaal beleefd, geïnterpreteerd en verdedigd. De duivel, de meester van de subjectiviteit, ligt op de loer in het hart en in het geweten van de mensen. Hij staat echter machteloos tegenover het vreemde Woord. Doop en Avondmaal garanderen dat God tegenwoordig is in de draaikolk van de overlevingsstrijd tegen de duivel. Deze beide sacramenten geven een zichtbaar houvast, dat ook met de handen gegrepen kan worden, waardoor het mogelijk is in de naam van God staande te blijven tegen de duivel. Doop en Avondmaal vormen daarom de vaste bodem waarop de geloofszekerheid van de Christen gegrond is. In dat licht gezien is het ook duidelijk, dat er geen grotere bedreiging kan bestaan dan ondermijning van deze twee sacramenten. Wie Doop en Avondmaal tot mensenwerk maakt, die sloopt het fundament van het christelijke leven. Immers in dat geval wordt de waarheid en de realiteit van God afhankelijk gemaakt van de overtuigingskracht van het menselijk geweten, dat altijd subjectief is.

Geciteerd slot: Mensen hebben in deze wereld het gezelschap van anderen nodig en gelovigen kunnen in de kerk niet buiten de gemeente. Ook daar waar de enkeling in zijn onmiskenbare eigen individualiteit voor God staat, heeft hij de voorbede, de aanwezigheid van de gemeenschap nodig. Kerkelijke gemeenschap betekent, dat geen enkele gelovige ooit alleen leeft of alleen sterft, maar door de gemeenschap der heiligen beschermd en gedragen wordt.’

Leestips: 1 Korintiërs 3 en Romeinen 6 en 1 Korintiërs 11 : 17-34.

(1) Zie hierbij deze blog: ‘Luther en het Avondmaal‘ en ‘Luther over zichzelf‘ en ‘Apostolische wijsheid versus dwepers en drijvers – VII‘ én ‘VIII
(2) Gods Woord waarschuwt ons voor het maken van verkeerde tegenstellingen en/of vergelijkingen. Dat Guido de Brès zijn leven verloor omwille van de Bijbelse leer van het Avondmaal kan niet gebruikt worden als bevestiging (bewijs) van de Schriftuurlijkheid van zijn opvattingen over het Avondmaal tegenover die van de genoemde anderen. Je kunt ook zeggen dat de anderen een/de Schriftuurlijke leer van Avondmaal zo belangrijk vonden, dat ze daarover een ‘woordenstrijd’ wilden voeren.
(3) De Zuid-Koreaanse Byunghoon Kang (34). Deze dinsdag, 31 oktober 2023, promoveerde hij aan de Theologische Universiteit Utrecht op ”Guy de Brès on the Lord’s Supper. As the Focus of his Ministry and Theology” (”Guido de Brès over het heilig avondmaal. De focus van zijn bediening en theologie”).

Bron citaten 1a-1e: RD Kerk & religie – ‘„De Brès vond avondmaalsleer zo cruciaal dat hij ervoor wilde sterven”’ – door Addy de Jong
Bron citaat 2: ‘Luther – mens tussen God en duivel – Hoofdstuk VIII Tweedracht binnen de Reformatie’ – door Heiko A. Oberman (1930-2001).

Wie dus op onwaardige manier het brood eet of uit de beker van de Heer drinkt, zal zich bezondigen aan het lichaam en bloed van de Heer.‘ (Uit 1 Korintiërs 11 vers 27)

Bron afbeelding: Bible Portal

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie