Opa’s die nadenken over het lot van hun kleinkinderen…

In huis stelden de leerlingen Hem hier weer vragen over”: Hij zei tegen hen: “Wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel; en als zij haar man verstoot en met een ander trouwt, pleegt zij overspel”.’ (Uit Markus 10 de verzen 10-11)

Geciteerd: (Ook) In de wereld die ons de komende decennia te wachten staat hier op aarde, zal het een zegen zijn dat er een kerk is. Dat er in alles wat er gebeurt een kerkdienst is waarin we thuis mogen zijn in de vrede van God die alle verstand te boven gaat en we mogen vieren dat Hij zichzelf voor ons in de dood gegeven heeft. Een morgen waarop we stil mogen zijn en vieren dat ons burgerschap in de hemel is. Een moment hemel op aarde.
Eén met Christus in wie ons leven verborgen is bij God: veilig opgeborgen, niet in een kluis, maar in Hemzelf, in Hem die de Levende is, opgestaan uit de dood. En dan wordt in een wereld waarin de dood heerst een kind gedoopt. Met Hem begraven in zijn dood in de doop. Om deel te hebben aan zijn leven, het leven van de Opgestane. En de gemeente zingt: ‘En door zijn dood en door zijn bloed is nu de wereld dood voor mij. Ik ben gestorven, maar voorgoed van heel de dode wereld vrij.’
Ik zie mijn kleindochter voor me. Uiteraard denk ik aan haar toekomst. Ik stel me die gewoonlijk voor in het perspectief van wat ik ken uit mijn eigen leven: school, studeren, werken, liefhebben, ontdekken. Ze heeft er alles voor in huis. Maar als ik dieper denk, vermoed ik dat haar toekomst heel anders zal zijn, in een totaal veranderde wereld. Je wilt er maar niet over doordenken.
Maar wat er ook gebeurt: ze is gedoopt. Kind van God, over wie Zijn naam is uitgesproken, met al die prachtige zekerheden die in het klassieke gereformeerde doopformulier staan. Wat er ook gebeurt, ze mag komen in de dienst waar het brood van het leven wordt gebroken en de genade over haar uitgesproken, en stil worden als het orgel speelt, ook als opa al lang niet meer op de preekstoel staat.

Opgemerkt: Deze opa (ik bedoel niet de schrijver van het citaat) is al verschillende keren niet welkom (en aanwezig) geweest bij de doop van een kleinkind en zelfs ook niet bij het trouwen van de jongste zoon van ons gezin. Laatst kreeg ik nog weer te horen dat het me zelfs kwalijk genomen wordt, dat wij in de vakanties op de zondagochtend de tijd namen om een preek te beluisteren (afgespeeld van een CD), omdat we niet meer – zoals we eerder nog wel deden – de moeite namen om een Frans protestants kerkje op te zoeken en te bezoeken op de zondag. Blijkbaar mag alles tegen je gebruikt worden om eigen gelijk te halen en om bij anderen het beeld te (be)vestigen, dat die kinderen een vader hadden die altijd maar zijn eigen zin aan het doordrijven was. Maar als er kinderen in vrijheid zijn opgegroeid, dan was het in ons huis – zelfs nog heel wat meer vrijheid dan bij ons (ouderlijk) thuis vroeger en daar viel ook niet over te klagen!.
Nooit heb ik mijn echtgenote en kinderen niet liefgehad en altijd (!) hun belangen hoger geacht dan de mijne, zelfs in de periodes dat ik het leven niet aan kon – en dan ook werkelijk verlangde er een einde aan te (kunnen) maken -, omdat ik verteerd door schuldgevoelens (gevoelens!), die juist nog vele malen extra verzwaard werden door de gedachte, dat ik door zo’n daad dan juist hen nog zou treffen. Maar die periodes waren zo hels, dat ik maar één verlangen had: niet meer denken en alleen maar rust (want je staat er mee op en gaat er mee naar bed, dag in dag uit). Het deed me diep beseffen wat de woorden ‘Gods goedertierenheid is beter dan het leven‘ (Psalm 63) betekenen. Want zonder de goedertierenheid van God heeft een mens ‘geen leven’! Wie daar iets van ervaren heeft, die begrijpt waarom een mens Gods eeuwige toorn over de zonde onmogelijk dragen kan* en waarom Hij die liever gestraft heeft aan Zijn eigen lieve Zoon dan aan ons mensen…

* Dan kan en wil je er echt liever helemaal niet meer zijn, hoe mooi het leven eerder ook was.

Bron citaat: ND Opinie & columns – Bram van de Beek: ‘In de wereld die ons wacht, zal het een zegen zijn dat er een kerk is’’ – door Bram van de Beek (1)

(1) Het artikel is een fragment uit het boek Thuis. Over de betekenis van de kerk (Uitg. KokBoekencentrum) van Bram van de Beek dat vorige week is verschenen.

Welke Vader onder jullie zou zijn kind, als het om een vis vraagt, in plaats van een vis een slang geven? Of een schorpioen als het om een ei vraagt? Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen goed gaven schenken, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie Hem erom vragen.‘ (Jezus’ onderwijs bij het Onze Vader gebed in Lukas 11).

Bron afbeelding: Peace Be With You

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie