‘Ik laat jullie niet als wezen achter, Ik kom bij jullie terug.’ (Uit Johannes 14 vers 18)
Geciteerd 1: Maar het Griekse woord voor trooster heeft een nog meer bepaalde betekenis. Een paracleet wordt te hulp geroepen vooral als er een schending van het recht heeft plaatsgevonden, en als men een pleiter, een advocaat nodig heeft, die iemand verdedigt om vrijspraak te verkrijgen. Zo wordt de bijstand tot rechts-bijstand. Het is inderdaad een rechtsbijstand die de gelovige nodig heeft. Het valt ons op hoe dringend en altijd maar weer de Heer juist in deze afscheidshoofdstukken het houden aan Zijn geboden, het zich houden aan het goddelijk recht, het respect voor Zijn Woord van ons eist: “Indien jullie Mij liefhebben, houd je dan aan Mijn geboden”. “Die Mijn geboden heeft, en ze bewaart, die is het die Mij liefheeft”. “Zo iemand Mij liefheeft, die zal Mijn woorden bewaren; die Mij niet liefheeft, die bewaart Mijn woorden niet”.
Kunnen wij, gemeente, zulke woorden horen, zonder onmiddellijk te beseffen dat wij hier aangeklaagd zijn? Dat is de gemeente van Christus: Ze ziet zich in de beklaagdenbank, aangeklaagd door het woord en gebod van God. Zij is niet in staat zich te verontschuldigen. Het is onmogelijk zich aan het “zaakje’ (van menselijke schuld in deze wereld) te onttrekken. Dat is de grootste nood van de Christelijke gemeente, niet maar in deze dagen, maar in de dagen van de grote afrekening in het bijzonder. De Christenen te midden van de volken kunnen zich niet onschuldig zien en dit bijzonder duister van onze tijd als niet verdiend lot aannemen. Zij weet, dat hier niet een niet-verdiend lot is, dat hier blinde machten woeden, nee, hier regeert een ontstellend-goed ziende gerechtigheid. Wat nu (weer) op aarde zichtbaar wordt is de rijpe vrucht van veel onrecht, dat in de afgelopen decennia onverzoend en niet vergeven zich onder ons opgetast heeft, dat is de som van de overtredingen en rechtsverkrachtingen, die in het klein en zeer klein gepasseerd zijn, in het groot en in het geheel. Er geschiedt nu geen onrecht, nee, nu geschiedt er recht. Er voltrekt zich nu ondanks alle onbegrijpelijkheden een stuk goddelijke gerechtigheid. Dit kan alleen Christus’ gemeente onderkennen. De wereld ziet er niet doorheen. In geloof doorzien dat kunnen alleen zij, bij wie de “andere Trooster” woning heeft gemaakt. en die zich laten leiden door deze “Geest der waarheid”, zoals Jezus Hem noemt.
Geciteerd 2: Hier heeft de gemeente de Paracleet nodig. Zij is niet te vertroosten en daarom is zij ten volle op Gods troost aangewezen. Want zij weet zich schuldig, schuldig voor alle anderen. Wij christenen hebben niets ter verontschuldiging van ons aan te voeren. Wij zijn metterdaad hulpeloos als weeskinderen. We zijn aan de aanklager overgeleverd en volkomen op onze verdediger en advocaat aangewezen, die waarlijk gezegd heeft – en waar zouden wij zijn, als Hij het niet had gezegd! – “Ik kom (weer) tot jullie; ik zal jullie geen wezen laten.” De dood hebben wij verdiend, en het is geen dood zonder zin, als wij moeten sterven. Het is de rechtvaardige doodstraf, die wij schuldig zijn. Er is maar één verdediger, en dat is Hij, Die komt en zegt: Gij zult niet sterven, “Ik leef en jullie zullen leven.”
‘Deze hoop zal niet worden beschaamd, omdat Gods liefde in ons hart is uitgegoten door de heilige Geest, Die ons gegeven is.’ (Uit Romeinen 5 vers 5)
Bron citaat: ‘Het Evangelie van Johannes in de wereld van heden’ – door Walter Lüthi – T. Wever, Franeker
Walter Lüthi (1901-1982) was een Zwitsers zielzorger en predikant.
Bron afbeelding: AllMomDoes