‘Hebt u soms geen eigen huis waar u kunt eten of drinken? Of veracht u de gemeente van God en wilt u de armen onder u vernederen? Wat moet ik hierover zeggen? Moet ik u soms prijzen? Dat doe ik in geen geval‘ (Uit 1 Korintiërs 11 vers 22)
* In de concrete/daadwerkelijke samenkomsten van de gemeente van Jezus Christus met daarin de dienst van door de gemeente aangewezen (verkozen) ambtsdragers.
Geciteerd 1: Om helderheid te krijgen over de distantie van Luther tot het moderne Protestantisme is in de eerste plaats van belang zich te realiseren dat hij in de omgang met de sacramenten geen stap is afgeweken van het grondprincipe ‘alleen door het geloof’. Maar hij strijdt tegelijkertijd op twee fronten…
Geciteerd 2: Iets anders zijn echter de zondaren en aangevochtenen voor wie het sacrament allereerst is ingesteld. Dat is het tweede front waarvoor Luther zich geplaatst ziet en dat pas in de avondmaalsstrijd met de Zwitsers werkelijk duidelijk wordt…
Geciteerd 3: Op het antwoord van Luther moet goed gelet worden. Het nut van het avondmaalsslichaam ligt daarin dat het geloof in de lichamelijke tegenwoordigheid van Christus de aangevochten communieganger niet op zichzelf en zijn eigen ziel (zieleroerselen – AJ) terugwerpt, maar hem/haar uit zichzelf haalt en op Christus richt. De ondubbelzinnige, ‘heldere’ instellingswoorden doorbreken de nauwe grenzen van de eigen psyche en wijzen naar buiten en naar God, die belooft: ‘Hier zal je me vinden’.
Geciteerd 4: God is weliswaar overal aanwezig, maar het is iets totaal anders, of ‘God daar is’ of dat ‘God voor jou daar is’. Het eerste weet de duivel heel goed, het tweede zal hij echter nooit beleven. Het Evangelie is geconcentreerd in het kleine woordje ‘hier’, zonder dit ‘hier’ zou men de hele schepping moeten aflopen, hier zoeken en daar vragen. Maar dan zal niemand zeker kunnen zijn de oneindige God in Zijn rijk geschakeerde schepping ‘voor zichzelf’ gevonden te hebben.
Geciteerd 5: Wanneer je thuis, aldus Luther, je brood eet, dan is God ook dichtbij. Maar wanneer je ‘hier’ toetast, dan eet je Zijn lichaam – God wordt van jou. God legt Zich dus vast op een ‘hier’ waar Hij vast en zeker gevonden kan (nee: zal! – AJ) worden, opdat niemand behoeft te ‘dwepen’ Hem ‘overal’ te zoeken (en daar mogelijk te kunnen vinden – AJ).
Geciteerd 6: De(ze) winst van de avondmaalstrijd mag niet veronachtzaamd worden. Het geloof in Gods Woord is onontbeerlijk. Het doorbreekt echter de geestelijke-psychologische beperkingen tot de innerlijkheid van het vrome genot. De betekenis van deze ontgrenzing is nu juist dat de DUIVEL, KENNER VAN DE ZIEL EN VIJAND VAN HET LICHAAM, tegengesproken wordt. (..) De oproep van de instellingswoorden van het Avondmaal trekt de mens uit het vangnet van de zelfanalyse.
Leestip: Lees de citaten binnen het geheel van het betoog in het hoofdstuk ‘VIII.2 Strijd om het sacrament van de eenheid‘ in het boek van Heiko A. Oberman. (zie ‘Bron citaten’)
Aanleiding: Mede dit RD-artikel van prof. dr. M.J. Kater ‘De plááts om samen te komen is voorportaal van nieuwe tempel‘ – RD Opinie (5 maart 2021)
Bron citaten: Het boek ‘Luther, mens tussen God en duivel’ van Heiko A. Oberman (bij leven hoogleraar kerkgeschiedenis).