‘Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid en heiligmaking en verlossing.‘ (1 Korinthe 1:30)
Geciteerd: Deze woorden begrijp je niet eerder, dan wanneer je erkent dat je hele wijsheid een vervloekte dwaasheid is, dat je gerechtigheid een vervloekte ongerechtigheid is, dat je heiligheid een vervloekte onreinheid is, dat je verlossing een ellendige vervloeking is. En dan ervaar je dat je voor God en alle schepselen een dwaas bent, een zondaar, een onrein en vervloekt mens. En, niet alleen woorden, maar je hele hart en je werken bewijzen dat er voor jou geen troost en heil overblijft, behalve dat Christus aan jou door God gegeven is, Hem Die je moet geloven en genieten, opdat je alleen behouden blijft door Zijn gerechtigheid.
Opgemerkt: De apostel Paulus is hier nog het beste voorbeeld van. Als in de ‘hoger kringen’ van Israël verkerende jongeman, opgeleid tot Schriftgeleerde, moest hij eerst (dat) alles kwijtraken en toen hij het Evangelie moest gaan verkondigen kon hij bij de christengemeenten en bij de Joden en heidenen niet aankomen met ‘altijd in het gevolg van Jezus geweest’. Hij had zelfs de eerste gemeente te Jeruzalem ‘te vuur en te zwaard’ vervolgd…
Toch werd juist Paulus uitgekozen om het meest te mogen ijveren voor de verkondiging van het Evangelie. En hij – en de andere apostelen met hem – moesten wel erkennen dat zoiets alleen maar Goddelijke liefde en genade en (dus) vergevingsgezindheid én ook Zijn almacht, blijkend uit dit werk van de heilige Geest, onderstreepte.
Wij mensen brengen niets van onszelf mee en we houden anderen niets van onszelf voor wanneer wij hen het Evangelie voorleven en verkondigen.
Dat ook wij het dan elke dag van onze Drie-enige God verwachten en elke verwachting en hoog opgeven van onszelf – van welke kwaliteit dan ook – nalaten om met Paulus te belijden: ‘Alleen dankzij zijn genade ben ik wat ik ben. En Zijn genade is bij mij niet zonder uitwerking gebleven. Integendeel, ik heb harder gezwoegd dan alle andere apostelen, niet op eigen kracht maar dankzij Gods genade‘ (1 Korintiërs 15 : 10).
Bron citaat: checkluther-com – Meditatie 16 januari 2021 – Luther Heritage Foundation (Veenendaal)