‘Door één mens is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood, en
zo is de dood voor ieder mens gekomen, want ieder mens heeft gezondigd.
(Romeinen 5 : 12)
Drie stukken… Drie stadia?
Geciteerd (1): U herinnert zich toch wel uit Zondag 1: Hoeveel stukken zijn nodig, om in deze troost – waarover direct al gesproken wordt in Zondag 1 – zalig te leven én te sterven? Drie stukken, ten eerste: hoe groot mijn zonden en ellende zijn, enz. We moeten dus het stuk van de ellende, zoals ook in Zondag 3 beleden wordt, kennen om getroost te zijn met de enige troost van Jezus Christus.
Zeer orthodox
Het is zo jammer, dat dit besef bij velen ook in de kerk zo uitgesleten is. Men is zeer orthodox in het stuk van de ellende, men weet precies te zeggen, wat daarmee bedoelt wordt, met erfschuld en erfsmet. Maar men leest dit niet meer tot vertroosting. ’t Is zo ontzaglijk jammer, dat men zo langzamerhand Zondag 1 ging beschouwen als een stichtelijke inleiding, als een ‘woord vooraf’.
Op een kier…
De eigenlijke catechismus zou beginnen in Zondag 2. En men meende dan, dat dit drie stadia waren van de weg van de verlossing: eerst de ellende leren kennen, en als men zover gekomen is, dan het blijde licht van de verlossing laten zien, om ten slotte te eindigen met de dankbaarheid. Men zag toen ook zondag 3 als een middel om mensen neer te slaan, opdat ze uit de diepte van de vertwijfeling zouden gaan roepen om de verlossing. Men zei: hier mag over verlossing niet worden gesproken; hier mag hoogstens de deur van de verlossing op een kier worden gezet. Maar over Jezus Christus moest men in dit eerste stadium nog zwijgen.
Voorlopig nog zwijgen?
Als dat waar was, dan kon over Zondag 3 eigenlijk niet meer worden gepreekt. Als ik vanmiddag niet over Jezus Christus mag spreken, dan heb ik hier niets te doen. Want u bent (jullie zijn) de gemeente van Jezus Christus, die in Hem begrepen zijt door de doop, en die vandaag (allemaal, jong en oud) uw gemeenschap met Hem verzegeld en bevestigd hebt gezien in (de viering van) het Heilig Avondmaal. Nu kan ik niet meer doen, alsof u een gemeente bent tot wie over de verlossing in Christus nog enkele weken moet worden gezwegen.
In etappes?
Ik kan bij Zondag 3 niet doen, alsof u/jullie buiten Hem staan. En zelfs als dat zo was, dan zou ik u/jullie vanmiddag nog niet mogen proberen de kennis van de ellende te prediken als het eerste stadium van een weg, waarvan de kennis van de verlossing pas de tweede etappe is. Dan zou ik u/jullie een verlossingsweg wijzen die helemaal geen weg van de verlossing is. Want het Woord zegt dat nergens, dat de drie stukken op elkaar volgen. En de catechismus wil dat ook niet.
Niet ondermijnen
De belijdenis begint hiermee, dat we het eigendom van Christus zijn. En dán wordt gesproken over de ellende. Maar niet om die troost u weer te roven, niet om de zekerheid dat u/jullie het eigendom van Christus bent, weer te ondermijnen. Ook niet om u als verlosten, nog eens een blik terug te laten werpen op uw/jullie val in Adam als een historische bijzonderheid, die er eigenlijk niet meer toe doet en die we wel vergeten kunnen.
In de gemeenschap met Christus bevestigd!
Maar deze belijdenis dwingt de kerk terug te zien op de oorsprong van onze ellende, opdat ze in de gemeenschap van Christus bevestigd zou worden, opdat we zouden begrijpen de lengte en breedte en diepte en hoogte van wat in Christus is, opdat we (ook) mee door Zondag 3 in leven en sterven vertroost zouden zijn.
Geen zwaar juk
Zondag 3 is dus geen zwaar juk, waaronder we door moeten gaan voor we tot Christus kunnen komen; het is evenmin een artikel (station), dat we eigenlijk al lang zijn gepasseerd en puur nog als antiquiteit even in herinnering brengen. Maar Zondag 3 is de waarheid van God , die we als kerk moeten kennen, om in leven en sterven waarachtig getroost te zijn. En zo wil ik tot u spreken over de troost van Zondag 3 en dat naar drie zijden…
(1) Preek over Zondag 3 (kennis van onze ellende) na viering van het Avondmaal – Inleiding van de preek.
Zie ook: ‘Zondag 3 (HC) na viering Avondmaal… (slot)‘
Bron citaat: ‘De dingen die ons van God geschonken zijn – Catechismuspreken’* van B. Holwerda (1909-1952) (2)
* Eerste deel Zondag 1-13
(2) In leven hoogleraar aan de Theologische Hogeschool van de Gereformeerde kerken te Kampen.