‘Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten, maar nu de tijd ten einde loopt heeft hij tot ons gesproken door zijn Zoon, die hij heeft aangewezen als enig erfgenaam en door wie hij de wereld heeft geschapen.‘ (Hebreeën 1 : 1-2)
God het meest centraal
Geciteerd 1: In lijn met de traditie van het neocalvinisme en de oude Princeton-theologen (verbonden aan het conservatieve Princeton Theological Seminary in de VS) is gereformeerde theologie het beste te omschrijven als die vorm van christelijke theologie waarin God het meest centraal staat, waarin het meest overtuigend beleden wordt dat de Heilige Schrift door onze zondigheid noodzakelijk is, waarin de inwerking van het bovennatuurlijke op deze wereld het meest vrijmoedig erkend wordt en waarin de verlossing door Christus het meest radicaal als Gods werk wordt geleerd.
Opgemerkt: Maar door wie en hoe (met welke criteria) wordt bepaald dat in de gereformeerde theologie God het meest centraal staat – meer centraal dan bijvoorbeeld in de RK-theologie? Moeten we niet eerder concluderen dat de (neo-calvinistische) gereformeerde theologie de meest pretentieuze theologie is. Is het niet heel gewoon en kinderlijk eenvoudig zó dat ook in de theologie een mens heeft te belijden dat de Bijbel het Woord van onze Levende God en Schepper is. En wanneer en waar dat erkend/geloofd wordt, dan heeft ieder mens reden om altijd weer goed naar dat Woord van God te luisteren en het gelovig te aanvaarden en dat onder gebed om hulp van de Heilige Geest daarbij. Dat is altijd en overal onder alle levensomstandigheden nodig en daar kan zelfs een gereformeerde theologie niets aan veranderen of aan bijdragen of aan toevoegen. Die eer kan ze zich beslist niet ‘toe-eigenen’, dat ze een steuntje in de rug is voor de heilige Geest Die het met het Woord alleen natuurlijk niet redt in deze wereld…
Geciteerd 2: Nu, bij de Prolegomena, de dingen, die éérst gezegd moeten worden, hebben we dat gezegd. We zeggen het nog steeds. De wetenschappelijke theologie is begrensd, is andersoortig dan het praktische spreken van de Schrift. De aanstaande dienaren van het Woord moeten leren, onder meer, hoe de Here de Christenheid ziet. Dat is een vraag van belang en een vraag waar alles om draait, wat onze toekomst betreft. Het is een vraag die door de wetenschap niet onder ogen gezien wordt. Ze kan die vraag niet áán. En ze is daardoor ook niet bij machte de gemeenten te leiden! Ze kan niet aandringen om de HERE te vrezen!
(…) De dogmatiek staat, om zo te zeggen, buiten de tijd. Die kennis heeft geen betrekking op een bepaalde situatie, ze heeft ook geen macht om op te roepen tot bekering. Dogmatiek tróóst ook niet. We hechten eraan om dit onderscheid in het oog te houden, opdat, onder meer, de aanstaande predikanten die we opleiden, ‘geen stenen voor brood’ zullen geven, in dorre opsommingen of constructies, en geen valse profetie zullen verkondigen vanuit een of andere moderne theologie. Ze moeten de staf van de Herder hanteren, de levende verkondiging van het Woord!
Opgemerkt 2: Een predikant/voorganger die a.s zondag Gods Woord heeft te verkondigen, die zal zich hebben te vernederen onder het Woord. Dat kan alleen biddend en door heel eerbiedig te luisteren naar het gedeelte uit de Bijbel waarop de verkondiging gebaseerd gaat worden. Dat gebed om hulp van de heilige Geest en het vaste vertrouwen dat de heilige Geest de wijsheid en het inzicht zal schenken om Gods Woord naar Gods wil en bedoeling aan de gemeente te verkondigen, dát zal een predikant/voorganger de vrijmoedigheid geven om de verkondiging (‘preek/voordracht’) op te stellen en uit te werken en zondags als Gods Woord aan de gemeente te verkondigen en om die verkondiging met ‘het amen’ af te sluiten.
Zie ook: ‘Ooggetuigen geweest van Zijn Majesteit‘.
Bron citaat 1: RD Opinie – ‘Gereformeerde theologie heeft blijvende zeggingskracht’ – door J.N. Mouthaan MA
Bron citaat 2: “Om het profetische Woord” uitgave ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het Nederlands Gereformeerd Seminarie.