Geloofszekerheid…

(…) 14 want de hele wet is vervuld in één uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ 15 Maar wanneer u elkaar aanvliegt, pas dan maar op dat u niet door elkaar wordt verslonden. 16 Ik zeg u dus: laat u leiden door de Geest, dan bent u niet gericht op uw eigen begeerten. 17 Wat wij uit onszelf najagen is in strijd met de Geest, en wat de Geest verlangt is in strijd met onszelf. Het een gaat in tegen het ander, dus u kunt niet doen wat u maar wilt. (Uit Galaten 5)

Geciteerd: Intussen is het toch eenvoudig genoeg. Wij worden uit de vrucht niet van ons geloof overtuigd, maar verzekerd. De eenvoudige zin van deze woorden moet wezen, dat de zekerheid van het geloof toeneemt, naarmate de vruchtbaarheid toeneemt. Deze twee houden gelijke tred.

Geloofsgehoorzaamheid!

De weg van geloofsgehoorzaamheid is de weg tot geloofszekerheid, zoals omgekeerd de gifplant van de twijfel groeit op de bedorven akker van een slordig en onvruchtbaar leven. Hoe meer ik vruchten voortbreng, hoe vaster mijn tred wordt, en hoe steviger mijn geloof.

Door „goede werken” te doen, raak ik hoe langer hoe meer mijzelf kwijt. De somberste gevangenis is die, waarin ik mijzelf heb opgesloten. Wie de kluisters van z’n „eigen ik” heeft laten doorbreken, ademt weer vrij. We leren zien, dat het een vreugde is, de Here te mogen dienen, en dat vrede heeft, ieder, die ’s Heren wet bemint.

Wat het leven somber maakt, en de mooiste verhouding lelijk, is niet de dienst des Heren, maar de zonde. Vrijheid, vreugde, vrede, ziedaar enkele voetstappen op de weg der geloofszekerheid voor hen, die vrucht dragen in goede werken.

Wij geven de Here terug, wat Hij onszelf eerst geschonken heeft. Niet met een kwart of de helft of driekwart. Maar met ons hele leven. De Here eist ons leven op. Hij vraagt het onze niet, maar onszelf. Hij vraagt niet veel, maar alles. Zoals Hij Zichzelf weggeschonken heeft aan ons, eist Hij, dat wij ons zullen wegschenken aan Hem. (1)

Ons hele leven in z’n breedte, van de prille jeugd tot de hoge ouderdom. Ons hele leven in z’n diepte, te beginnen bij het liefhebbende hart en eindigend in de werkzame hand en de voet, geschoeid met bereidheid van het evangelie.

(1) Opgemerkt: Daarom is het beter om met elkaar te spreken over Liefde die de Vader en de Zoon alles gekost hebben en waarvan de heilige Geest ons overtuigt, dan dat we zo makkelijk spreken van Gods ‘onvoorwaardelijke liefde’ voor ons.
(1) Zie ook n.a.v.  ‘Hij vraagt niet veel, maar alles’:  Matteüs 5 : 43-48!

Bron citaat:  “Zondagskinderen*  van ds. H. Veldkamp. (1895-1956)* Over de ‘Zondagen’ van de Heidelbergse Catechismus

Bron afbeelding:  Pinterest

Dit bericht werd geplaatst in Bijbel, Gemeente, Huwelijk en gezin, Persoonlijk. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s