(…) 11 De vrijgekochten des Heren zullen wederkeren en met gejubel in Sion komen; eeuwige vreugde zal op hun hoofd wezen, blijdschap en vreugde zullen zij verwerven, kommer en gezucht zullen wegvluchten. (Uit Jesaja 51)
(…) 6 Ik werd woedend toen ik hun klachten en de aangedragen feiten hoorde. 7 Ik ging bij mezelf te rade en besloot de vooraanstaande burgers en de bestuurders ter verantwoording te roepen. Ik verweet hun dat zij rente van hun volksgenoten verlangden.
In een grote vergadering die ik met het oog op hun gedrag bijeen had geroepen, 8 zei ik tegen hen: ‘Voor zover het ons mogelijk was hebben wij de Joodse volksgenoten die zich aan vreemden hadden moeten verkopen, teruggekocht. En nu moeten we zelfs volksgenoten vrijkopen die door u worden verkocht!’
Ze zwegen, ze wisten niet wat ze moesten zeggen.
9 Ik vervolgde: ‘Wat u doet, is niet goed. Heb toch, bij alles wat u doet, ontzag voor onze God, anders haalt u zich de hoon van de vijandelijke volken op de hals! 10 Ook ik, mijn broers en mijn mannen hebben geld en graan uitgeleend. Laten we nu deze schuld kwijtschelden!
11 Geef hun daarom vandaag nog hun akkers terug, hun wijngaarden, olijfbomen en huizen, en scheld de rente kwijt van het geld en het graan, de wijn en de olie die u aan hen hebt geleend.’
12 Toen zeiden ze: ‘We zullen alles teruggeven en niets vorderen. We zullen doen wat u zegt,’ en in aanwezigheid van de priesters die ik had laten komen, liet ik hen zweren dat ze woord zouden houden.
13 Vervolgens schudde ik de plooi van mijn mantel uit en zei: ‘Zo zal God iedereen uitschudden die zich niet aan deze afspraak houdt. Uitgeschud en berooid zal hij zijn, zonder huis of have.’
Alle aanwezigen riepen ‘Amen,’ en ze loofden de HEER.
Iedereen kwam zijn belofte na.
Bron tekst: Nehemia 5 (NBV) – Nederlands Bijbelgenootschap.
(…) 7 Luister naar Mij,
jullie die Mijn gerechtigheid kennen,
volk dat mijn wet in het hart draagt.
Wees niet bang voor de hoon van mensen,
stoor je niet aan hun spot.
8 Want ze vergaan zoals een gewaad door motten,
zoals wol door mottenlarven.
Maar Mijn gerechtigheid zal voor altijd blijven,
de redding die Ik breng, duurt van geslacht op geslacht.
(Uit Jesaja 51)
Dit is op Sitetitel herblogd.
LikeLike