O Heer, God van mijn heil, overdag en in de nacht kom ik voor U en roep ik.
(Psalm 88 : 2)
Waar een Christen is, daar is ook de Heilige Geest, Die niet anders doet dan altijd bidden, want hoewel Hij niet altijd met woorden door de mond spreekt, dan zucht Hij toch wél altijd in het hart – zoals het hart en de aders in het lichaam ook zonder ophouden kloppen – met dergelijke zuchten:
‘Ach, lieve Vader, dat toch Uw Naam geheiligd worde, Uw Rijk kome,
Uw wil geschiede, hier en overal.‘
Als daarna de tegenspoed en de beproeving harder drukken en meer tot God uitdrijven, dan wordt dat zuchten en bidden nog sterker, dan moeten stem en mond ook roepen en smeken.
Je zult geen christen kunnen vinden die niet bidt, net zomin als je een levend mens hebt zonder hartslag. Altijd klopt en slaat het hart, ook als je slaapt of wat anders doet, zodat je het meestal niet eens merkt.
Maarten Luther: Das XIV. iindXV. Kapitel S. Johannis, 1538, vgl. WA 45,541,24-37
(a) Bij de titel: Waar het hart in overeenstemming is met Gods Woord, Gods Wet, Gods Wil, met Christus!
Bron tekst: “Uit de diepten roep ik tot U – Dagboek over het gebed – Maarten Luther” (27 juni – “De hartslag van een christen“) samengesteld door Hugo van Woerden (Den Hertog, Uitgeverij)
Bron afbeelding: Pinterest
Ik zal de blijken van goedertierenheid van de HEERE eeuwig bezingen,
van generatie op generatie Uw trouw met mijn mond bekendmaken.
(Uit Psalm 89 : 2)
Pingback: Waar het hart van een christen klopt (a)… — JC33NL – Christelijk geloven in Nederland – Sitetitel