Die zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen.
(Johannes 16:14)
U ALLEEN MOET LOF, aanbidding, dank en eer hebben, o Heere Jezus! U hebt onze krankheden op U genomen en onze smarten hebt U gedragen. Om ons hebt U de bittere dood geleden, aan het kruis bent U gestorven, weer opgestaan uit de doden en opgevaren naar de hemel. Alles om ons met Uw hemelse Vader te verzoenen en ons Uw Heilige Geest, de hemelse heerlijkheid, en het eeuwige leven te geven.
Lieve Heere Jezus! Deze dag komen wij tot U met onze beden, hoewel ons hart nog koud, onze gedachten verward, en wij met lichaam en ziel – ach God – nog meer van de tijdelijke dingen houden dan dat wij naar Uw hemelse schatten en gaven zouden verlangen, of ook maar op een goede manier U daarvoor zouden kunnen bidden of aanroepen (1). Wilt U vandaag – o goede Heere Jezus – vanwege onze zwakheid onze Voorbidder zijn? Wilt U de Vader voor ons bidden, dat wij de Heilige Geest ontvangen, Die ons hart vernieuwt, door Uw liefde ontvlamt en in de kennis van de Zoon en de Vader leidt?
Maarten Luther: Betbuchlein, 1522, vgl. WA 10.2,475,35 – 476,12
(1) Opgemerkt AJ: Maarten Luther kende zichzelf – door zijn “thuis zijn” in het Woord – vele male beter dan veel “moderne” gelovigen.
Bron tekst: “Uit de diepten roep ik tot u – Dagboek over het gebed – Maarten Luther” Samengesteld, vertaald en ingeleid door H.C. van Woerden. Den Hertog Uitgeverij.
Bron afbeelding: Pinterest en YouTube