‘Niemand van jullie moet zich daarom laten voorstaan op een ander mens, want álles is van jullie; of het nu Paulus, Apollos of Petrus is, wereld, leven of dood, heden of toekomst – álles is van jullie. Maar jullie zijn van Christus – gekocht en betaald! – en Christus is van God.’ (Uit 1 Korintiërs 3 de verzen 21-23)
Geciteerd 1a: Daarom is ontworteling – de vernietiging van een groep, een collectief (een gezin, AJ), een thuisland – zo misdadig, schrijft Weil: het is een misdaad tegen de ziel. Andersom stelt ze ook: een collectief dat geen zielen voedt, maar ze ontwortelt en opvreet, verdient geen bescherming, maar vernietiging.
De mens maakt er een puinhoop van, God heeft gefaald of afgedaan, en niemand weet wat hem moet vervangen. We hebben verandering nodig, schrijft Baldwin. ‘Niet aan de oppervlakte, maar in de diepte.’
Geciteerd 1b: Die vernieuwing gaat niet om visioenen of profeten, maar om iets heel tastbaars. Je zou het misschien nog sterker kunnen stellen: die vernieuwing bestaat eruit de wereld om ons heen opnieuw tastbaar te máken. Voor Baldwin – net als voor Weil — is spiritualiteit namelijk niet irreëel of zweverig, het is juist een voorwaarde voor contact met de realiteit. Daarom ergert hij zich zo aan kerkelijke taboes op sensualiteit: sensualiteit is een noodzaak voor een spiritueel leven.
‘Sensueel zijn’, schrijft Baldwin, ‘betekent volgens mij: dat je de kracht van het leven, dat je het leven zélf respecteert en viert, dat je aanwezig bent bij alles wat je doet, van je inspanningen om lief te hebben tot het breken van brood. Het zou trouwens een grote dag zijn voor Amerika als we weer echt brood gingen eten, en niet dat godslasterlijke en smakeloze rubber dat we er nu voor aanzien. En ik maak geen grap. Er gebeurt iets heel sinisters met de inwoners van een land wanneer ze hun eigen reacties zo diepgaand wantrouwen als ze hier doen, en zo vreugdeloos worden als ze hier zijn.’
In Baldwins ogen zijn (met name witte) Amerikanen zo onzeker, en zo slecht in staat om hun dorst te lessen ‘bij de bron van hun eigen levens’ dat je nauwelijks nog met hen kunt discussiëren. Immers: ‘Wie zichzelf wantrouwt, heeft geen toetssteen voor de realiteit – die toetssteen kun je alleen zelf zijn. Zo iemand plaatst tussen zichzelf en de realiteit een labyrint van meningen.’ Oftewel: wie niet kan putten uit een innerlijke bron, wordt vatbaar voor misinformatie en propaganda.
Impliciet hieraan is volgens mij de aanname dat die innerlijke bron waarover Baldwin schrijft – een bron waar alleen jijzelf, op eigen kracht, bij kunt – tegelijk gemeenschappelijke grond biedt voor een gesprek. De bron is in jou, maar ook in iedereen, hij is zowel compleet privaat als universeel. Het is Weils innerlijke bruggetje naar het goede.
Geciteerd 1c: Dit is de grootste troef van het fascisme: het is, in tegenstelling tot het liberalisme, niet gehandicapt door een grote vrees voor het mystieke, metafysische, spirituele, bevlogene. Het presenteert een valse versie ervan, maar wel een heel begeesterende.
Het collectief (het volk) waar fascisme mee dweept, is een bijna perfecte dubbelganger van het universele, of spirituele: iets wat jij bént, maar wat ook boven je uitstijgt. Het collectief, of de massa, functioneert gemakkelijk als een namaak-God: het volk is, net als een God, veel groter dan jij bent, en toch ben je het zelf.
Hannah Arendt schreef dat vooral eenzame en geïsoleerde individuen vatbaar zijn voor fascisme. Los in de leegte zijn is onverdraaglijk voor een mens. Wat progressieven of linksen vandaag vaak reflexmatig doen – het weghonen van al het spirituele – is daarom, denk ik, zowel kortzichtig als gevaarlijk. We hoeven niet mee te gaan in de macho-mystiek van rechts, maar we kunnen toch zeker betere vormen van verbondenheid scheppen? Een betere en minder dodelijke lijm?
Het idee van ‘morele herbewapening’ is zo gek nog niet, zolang we die niet begrijpen als (christelijke of nationalistische) propaganda, maar als het scheppen van ruimte voor de essentiële vragen. Het zoeken naar grond waarin de ziel kan wortelen. Dit is werk dat ieder van ons persoonlijk kan en moet doen, maar hoe meer macht of aanzien je hebt, hoe groter de verplichting.
Geciteerd 2a: Voor elk christelijk samenleven is het een bestaanskwestie, dat het lukt om op het juiste moment het onderscheidingsvermogen op te brengen tussen menselijk ideaal en Gods werkelijkheid, tussen geestelijke en psychische gemeenschap.
>> Of men op dit punt zo snel mogelijk tot een nuchtere instelling komt is beslissend voor dood of leven van een christelijke gemeenschap. <<
Met andere woorden: een gemeenschapsleven onder het Woord kan alleen daar gezond blijven, waar het zich niet ontwikkelt als ‘beweging’, vereniging of collegium pietatis, maar waar het zichzelf kent als een deel van de ene, heilige, algemene christelijke kerk en waar het handelend en lijdend deelneemt aan de nood, strijd en belofte van de hele kerk.
Elk streven naar voorkeur voor bepaalde mensen of groepen en daarmee naar afzondering, dat niet heel zakelijk zijn reden vindt in de gezamenlijke arbeid, in plaatselijke omstandigheden of in gezinsverbanden, is voor een christelijke gemeenschap levensgevaarlijk.
Geciteerd 2b: Er is zeker geen christen, aan wie God niet één keer in zijn leven de gelukkig makende ervaring schenkt van echte christelijke gemeenschap. Maar zo’n ervaring blijft in deze wereld alleen een genadige toegift boven het dagelijks brood van het christelijk gemeenschapsleven. Op zulke ervaringen hebben wij geen recht en we leven niet met andere christenen samen ter wille van zulke ervaringen. Niet de ervaring van de christelijke broederschap, maar het vaste en zekere geloof in de broederschap houdt ons bijeen.
> Lees het geheel in deze (en bijbehorende) blogs: ‘Door God tot enkelingen gemaakt…‘
Bron citaten 1a-1d: De Correspondent – ‘Een antwoord op fascisme vind je bij mystici’* – door Bregje Hofstede (Correspondent Nieuwe goden)
Bron citaten 2a-2b: “Verborgen omgang” (deel “Gemeenschapsleven”) van Dietrich Bonhoeffer.
* Link naar het artikel: ‘Een antwoord op fascisme vind je bij de mystici…‘
‘Ziet, hoe goed en hoe liefelijk is het als broeders ook tezamen wonen’
(Uit Psalm 133 vers 1, lees bij deze woorden ook Psalm 87)
Bron afbeelding: Bible Study Tools