‘Jullie moeten namelijk uit ons voorbeeld leren: houd jezelf en anderen aan wat in Gods Woord geschreven staat. Je mag jezelf niet belangrijk maken door de een (een heilige, een oudvader of een kerkelijk leider) te verheerlijken boven de ander(en). Wie denken we wel dat we zijn. Bezitten we ook maar iets dat ons niet geschonken is (denk hierbij allereerst aan onze Doop). Alles is jullie geschonken, dus waarom scheppen we dan op (over anderen of – en daarmee – over onszelf) alsof het ons niet geschonken is?‘ Uit 1 Korintiërs 4 uit de verzen 1-14 : 6-7)
Geciteerd: Waar (in Gods Woord) wordt ons bevolen dergelijke tegen Gods Woord ingaande vernieuwingen in de kerk (en in onze gemeenten) door te voeren? De kerk is een Geestelijk rijk, maar wij stellen liever lichamelijke hoofden aan, er is er zelfs eentje die allerheiligste vader wordt genoemd en die zich dat laat welgevallen. Maar in de christelijke Kerk (die bestaat in plaatselijke gemeenten en kerkgenootschappen) kan er geen ander Hoofd zijn dan het Hoofd Jezus Christus, Die de christelijke Kerk regeert door Zijn Geest, en Die in iedere gemeente werken wil in de harten van de gelovigen door de (eenvoudige) bediening van Woord en Doop en Avondmaal.
De oude kerk [=Vroege Kerk, in NT en kort daarna] weet daarvan niets en is bij haar Hoofd, Christus gebleven, zoals ook wij dat willen doen en altijd weer in praktijk zullen hebben te brengen (of ernaar streven om dat te herstellen waar de praktijk anders geworden is).
Wie leeft er (nu) in een (nieuwe) afvallige gemeente/kerk? Deze afvallige manier van doen binnen de gemeenten en kerken – die in Gods ogen en op grond van Gods Woord ook ons een gruwel moet zijn – is zo aantrekkelijk dat ons gebrekkige spreken daarover niets helpt, tenzij de Heilige Geest ons de ogen opent (zie 1 Korintiërs 2!).
Verder [n.a.v. gewoonten en gebruiken in de RK, maar denk hierbij ook aan vormen van heiligenverering binnen de Protestantse kerken!]: Wie heeft ons bevolen deze vormen van afgoderij en mensenverering in te stellen? Namelijk dat we instellen om heiligen te vereren, hen canoniseert [=officieel tot heiligen verklaart], vastendagen en rustdagen tot hun eer instelt en hen eert alsof ze de ware vertegenwoordigers van God Zelf zouden zijn. Idem dat men leert dat men op hun verdiensten en werken [denk hierbij ook aan de geschriften Augustinus, Calvijn en oudvaders, etc.] moet vertrouwen en ons daarmee moet laten vertroosten (of laten verontrusten en opjagen). Christus is/wordt door hen als Rechter voorgesteld en wij moeten nu verzoening vinden door de voorbidding van Zijn moeder en de verdiensten en inspanning van allerlei heiligen of door allerlei inspanningen die wijzelf eerst moeten opbrengen (vandaar dat de kinderdoop altijd weer door zovelen verworpen of niet serieus genomen wordt!).
Zoals de Romeinen een pantheon [=tempel voor meerdere heidense goden en godinnen] in Rome hadden gebouwd, zo hebben wij (christenen) ook een pantheon gebouwd voor onze heiligen in de kerk (terwijl de Kerk en daarom ook een plaatselijke gemeente – o.l.v. de voorganger(s) en oudsten – door het geloof als een tempel waar de Heilige Geest woont en werkt dient te worden gezien en aanvaardt – zie 1 Korintiërs 3).
[Bewerking van woorden van Maarten Luther zoals te vinden in zijn boekje ‘Wieder Hans Worst’ (1), 1541]
(1) Mogelijk wel Luthers scherpste boekje tegen de misbruiken in de toen heersende kerk. Het lijkt wel dat Luther – die zijn einde voelde naderen – nog eenmaal zo duidelijk mogelijk wilde waarschuwen.
> Leestips: Matteüs 23 : 1-12 en 1 Korintiërs 2 t/m 4 en 2 Timoteüs 3 : 10 t/m 4 : 5.
Bron citaat 1: ‘365 dagen met de Heidelbergse Catechismus – Samensteller en vertaler H.C. van Woerden, sr. – Den Hertog uitgeverij (2015)
‘Onderwijs dit alles en spoor ertoe aan, iemand die iets anders onderwijst en niet instemt met de woorden van onze Heer Jezus Christus en de leer van ons geloof, is verblind. Zo iemand begrijpt niets (van het verkondigde Evangelie), maar is ziek door zijn of haar twistzieke geredeneer (intellect); dat leidt tot afgunst, onenigheid, laster en kwaadaardige verdachtmakingen en tot eindeloze discussies vanwege mensen van wie de geest verziekt is omdat ze van de waarheid (van de eenvoudige Evangelieboodschap) beroofd zijn en denken dat het geloof hun geldelijk gewin brengt (denk hierbij ook aan verkondigers van het welzijn- en welvaartsevangelie). Maar voor wie tevreden is met wat hem of haar is en wordt toebedeeld (ook aan huwelijks- en gezinsgeluk bijv.), is het geloof grote winst. (2) Wij hebben immers niets in deze wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen.’ (Uit 1 Timoteüs 6 uit de verzen 2b t/m 18 : 2b-7)
(2) Zie o.a. Lukas 16 : 9.
Bron afbeelding: Scripture Media – Savior Connect