‘Die vroom begeert te leven,
bidt God nacht ende dag,
dat Hij mij kracht zal geven,
dat ik u helpen mag.’
(Uit het Wilhelmus uit het 3e couplet)
Opgemerkt vooraf: Mee n.a.v. het RD-artikel, waarin de opvattingen van prof. dr. van Lieburg en prof. dr. Els Stronk en haar oud studente Heleen van de Fliert over Petrus Datheen geciteerd werden, reageer ik hierbij – alvast maar (1) – op dit artikel, omdat daarin o.a. (door Van Lieburg) gesteld werd dat de (fel protestantse) predikant Petrus Datheen voortaan niet langer als een ‘steile SGP-er’ aan het Nederlandse (voetbalminnende) publiek kan/moet worden gepresenteerd. Dat (laatste) zou hen kunnen helpen bij het zingen (en begrijpen?) van het Wilhelmus en mogelijk ook bij hen de gedachte aanvaardbaar maken dat dit lied werkelijk door deze ‘kerkleider’ kan zijn gedicht.
Opgemerkt 1: Het is de taak van de overheid om ervoor te zorgen dat al haar burgers (onafhankelijk van welke religieuze of niet religieuze levensopvattingen ze er op na houden) een stil en gerust leven zullen kunnen leiden. Om die taak goed uit te oefenen hebben de overheden de voorbede van de gemeenten van onze Heer nodig, zo leert ons Gods Woord. Die (vrije of onvrije) samenkomsten van de gemeenten van onze Heer en het gebed dat daar opstijgt voor de overheden (en alle mensen) is vele malen belangrijker dan de christelijke wetten die een overheid de burgerbevolking wil en kan of (nog) weet op te leggen! Het is een rijke zegen wanneer er onder onze overheden (overheidspersonen) mensen zijn die zich gedragen weten door de gebeden die in de christelijke gemeenten opstijgen en die zich afhankelijk weten van Gods zegen daarover.
Opgemerkt 2: De apostelen en m.n. ook de apostel Paulus werd veel vaker levensgevaarlijk bedreigd en vervolgd door zijn ‘kerkelijke broeders’ (lees: de wettische Joodse kerk/synagogeleiders) dan door (Romeins recht lievende) heidense overheden.
Opgemerkt 3: Onze prins Willem van Oranje was zo’n overheidspersoon, die ernaar streefde dat de burgers (m.n. toen lutherse of calvinistische protestanten samen met rooms-katholieken en ook Joden) in de (‘Noord en Zuid’) Nederlanden naast elkaar konden leven zonder zich bedreigd te moeten voelen in hun dagelijks bestaan (dus in hun doen en laten in hun gewone leven én in hun religieuze/kerkelijke leven). Hij is in zijn werk ten bate van alle burgers waarvoor hij verantwoordelijkheid droeg aan het Brusselse hof tegengewerkt door m.n. ook Petrus Datheen (2).
(1) Kon het artikel ‘Afscheid van SGP-Voorlichter Menno de Bruine: een ware theocraat’ vanwege de zondag (nog) niet online lezen.
(2) Zie hierover meer in deze blog: ‘Over Apostolische wijsheid en geduld… (V)’
‘Oorlof mijn arme schapen
die zijt in groten nood,
uw herder zal niet slapen,
al zijt gij nu verstrooid.
Tot God wilt u begeven,
zijn heilzaam woord neemt aan,
als vrome christen leven,
’t zal hier haast zijn gedaan.’
(Uit het Wilhelmus het 14e couplet)
Bron afbeelding: Engelfriet-net