‘In mijn overmoed dacht ik: Nooit zal ik wankelen.
Heer, U had mij lief en ik stond als een machtige berg,
U verborg Uw gelaat en ik bezweek van angst.’
(Uit Psalm 30 de verzen 7-8)
‘Op die dag zul je zeggen: Ik zal U loven Heer.
U bent woedend op mij geweest, maar Uw toorn is geweken,
U troost mij. God is mijn Redder.’
(Uit Jesaja 12 uit de verzen 1-2)
‘Maar wanneer de Trooster zal gekomen zijn, Die ik jullie zenden zal van de Vader, de Geest van de waarheid, Die van de Vader uitgaat, zal Deze van Mij getuigen;’ (Uit Johannes 15 vers 26)
Geciteerd: Het hart van een mens moet vrolijk (gemaakt!) worden voor God en zich tot Hem opheffen, en zeggen: ‘Lieve Vader, is dat Uw wil, dat U mij zo’n mateloos grote liefde betoont? Dan wil ik wederkerig U ook van harte liefhebben en vrolijk zijn en graag doen wat in Uw ogen welgevallig is.
Dan kijkt het hart niet (langer) met schele ogen naar God, dan denkt het niet dat God het in de hel zal werpen, zoals het eerder wel kon denken, voordat de Heilige Geest bij hem of haar de Morgenster definitief had doen opgaan in het hart (1).
Omdat de Heilige Geest in ons hart afdrukt (2) dat God voor ons zo vriendelijk en genadig is, weten wij ook – door het geloof – dat God op ons niet meer zal kunnen toornen, en dan worden wij zo verheugd en onbevreesd, dat wij omwille van God alles willen doen en lijden, wat ook ook maar te doen en te lijden is (3).
Wij zullen de Heilige Geest – Die ook ons gegeven is! – de gelegenheid geven om God zó te leren kennen, dáártoe is Hij ons gegeven, dat is Zijn ambt, namelijk dat Hij de Schat, Christus en alles wat Hij heeft – Die ons in het Evangelie is beloofd en ook aan ons verkondigd is en wordt – ons zo toe-eigent, dat Hij Die zo in je hart geeft, dat je vast en zeker weet dat de Schat je eigendom is (4).
(1) Zie 2 Petrus 1 : 16-21.
(2) Daartoe moeten wij Hem wel de gelegenheid geven en dat door trouw en gelovig alle van God gegeven middelen te blijven gebruiken – zie Hebreeën 10 : 19-25.
(3) En dat dus in navolging van onze Heer – zie Hebreeën 12 : 3!
(4) Zie Johannes 10 : 1-18 en dan m.n. vers 14.
Bron citaat (bewerkt!): ‘Vrees niet, geloof alleen’ – Meditatie 3 juni – Den Hertog uitgeverij (2019)
‘Loof de HEER, want Hij is goed, eeuwig duurt Zijn trouw.
Zó spreken zij die door de Heer zijn verlost,
die Hij verloste uit de greep van de angst…’
‘Laten zij de HEER loven om Zijn trouw
om Zijn wonderen aan mensen verricht,
Hem hoog verheffen waar het volk bijeen is,
Hem loven in de kring van de oudsten.’
‘Wie oprecht zijn, zien het met blijdschap,
wie onrecht doet, moet zwijgen.
De wijze neemt dit ter harte
en kent de trouw van de HEER.’
(Uit Psalm 107 de verzen 1-2, 31-32 en 42-43)
Bron afbeelding: Micoope