‘Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet weder een slavenjuk opleggen.’ (Uit Galaten 5 : 1)
Geciteerd 1: Een dezer dagen valt bij ons allemaal een overheidsfolder in de bus met instructies voor hoe je je voorbereidt op een noodsituatie. Die folder werd geladen met een waarschuwing van NAVO-baas Mark Rutte, die zijn vermogen om ernstige dingen weg te lachen sinds zijn intrede als boodschappenjongen van daddy Trump lijkt te hebben ingewisseld voor de keerzijde van dezelfde munt: angst zaaien. ‘We moeten ons voorbereiden op een oorlog van een omvang die onze grootouders en overgrootouders hebben meegemaakt.’
> ‘Tirannieke regimes’, schrijft hoogleraar psychiatrie Judith Lewis Herman, ‘creëren cynisme, onverschilligheid en navelstaarderig egoïsme onder het grote publiek. Ze moedigen mensen aan om alleen het eigen vege lijf te redden en de andere kant op te kijken als hun buren worden geraakt. Door alle gevoel van saamhorigheid en het algemeen belang te ondermijnen, houden dit soort overheersers mensen onder controle.’
> Het klinkt misschien lachwekkend, maar hét symbool daarvan is voor mij sinds kort een nieuw type tuinschutting waarmee mijn woonwijk wordt vol gezet: houten schotten die hermetisch aan betonnen palen en stoepbandjes zijn geschroefd, waardoor er geen egel meer langs of onderdoor kan. We bakenen ons privéterrein rigoureus af en maken onszelf wijs dat we binnen de vierkante meters tussen onze erfgrenzen kunnen heersen, zonder afhankelijk te hoeven zijn van wat daarbuiten gebeurt. Zonder nog te zien dat alles daarbuiten ons nodig heeft.
Geciteerd 2: Als je dus een kind van God wilt zijn, neem dan in je hart voor je naaste zo te dienen, alsof Christus het Zelf aan jou zou hebben gevraagd, ja alsof het Christus Zelf is, Die geholpen moet worden. (1)
Deze roem en zekerheid – het dienen van Christus Zelf – kan geen priester, monnik en non hebben. Want niemand kan zeggen: God heeft Zelf mij geboden (dagelijks) de mis te lezen, de metten (2a) te zingen, de zeven getijden te bidden (2b), en dergelijke zaken meer. Want ze hebben daarvoor geen enkel bevel in de Schrift. Daarom, als je hen vraagt of ze zeker weten of hun geestelijke stand God behaagt, dan is het voor hen onmogelijk om daar ‘ja’ op te zeggen. Maar als je een eenvoudige huishulp vraagt waarom zij het huis aanveegt, de borden wast, de glazen poetst, de koe melkt enz., dan kan ze zeggen ik weet dat mijn werk God behaagt, aangezien ik Zijn Woord en bevel heb dat ik mijn baas of mevrouw zal gehoorzamen. (3) Dat is een groot goed en een kostbare schat! Een werkheilige is het niet waard om daar ook maar iets van te weten of te begrijpen.
Zo kan ook een vorst in zijn of haar positie doen wat God heeft bevolen en waaraan Hij een welbehagen heeft, als Hij de (werkelijk) kwaden vervolgt en straft en de goeden beschermt. En een huisheer als hij zijn vrouw en kinderen en huispersoneel goed en christelijk bestuurt. God ziet niet aan hoe gering of groot de werken zijn – in de ogen van mensen (4). Hij ziet naar het hart, dat in geloof en gehoorzaamheid aan God de dingen doet die het beroep vereist. Maar het gaat allemaal gebrekkig genoeg. Wat God gebiedt daar heeft (haast) niemand belangstelling voor. Wat mensen instellen en gebieden, daar komt iedereen bij hopen op af.
Opgemerkt: Dit onderwijs van Maarten Luther werd in praktijk gebracht op de Dillenburg aan het hof van Willem van Nassau waar zijn tweede vrouw Juliana van Stolberg leiding gaf aan het huishouden van haar gezin, terwijl haar man zich bezig hield met het besturen van het graafschap, lees erover in deze blog(s): ‘Over Juliana van Stolberg…‘
(1) Lees hierbij Matteüs 25 : 31-46.
(2a/b) a) De vroege ochtend gebeden en b) de zeven liturgische gebeden, verdeeld over de hele dag.
(3) Lees hierbij 1 Petrus 2 : 11-25.
(4) Zie 1 Samuel 16 : 7.
Bron ‘Geciteerd 1’: De Correspondent – ‘Nieuw jaar, nieuwe voornemens: een heel jaar vrij van zelfverbeteringscorvee!’ – door Rinke Verkerk (Correspondent Omstanders)
Bron ‘Geciteerd 2’: Boek ‘Als goud door vuur beproefd’ – ‘Over werkgevers en werknemers’ – door H.C. van Woerden (Den Hertog Uitgeverij, 2020)
‘Daarom zullen allen die lijden omdat ze leven naar Gods wil, het goede blijven doen en hun leven toevertrouwen aan Hem op Wie wij mogen vertrouwen als onze Schepper*. (Uit 1 Petrus 4 : 19)
* Zie hierbij de woorden van Jakobus in Jakobus 1 : 18.
Bron afbeelding: Knowing-Jesus-com