‘Behandel anderen dus steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen. Dat is het hart van de Wet en de profeten.’ (Uit Matteüs 7 : 1-12 : 12)
‘Wees barmhartig, zoals jullie hemelse Vader barmhartig is. Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden. Veroordeel niet, dan zul je niet veroordeeld worden. Vergeef, dan zal je vergeven worden. Geef dan zal je gegeven worden; een goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en overvolle maat zal je worden toebedeeld. Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt.‘ (Uit Lukas 6 uit de verzen 20-38 : 36-38)
Opgemerkt vooraf: Bovenstaande en onderstaande geldt natuurlijk eerst en vooral binnen de eigen gemeente waar we lid van zijn, maar toch ook voor de mensen die God (onverwacht) op onze weg brengt en waaraan we ons de barmhartige naaste kunnen betonen.
Geciteerd 1: Het is niet genoeg dat we onze naaste geen schade doen aan lichaam, ziel en (huwelijks)leven, want er is nog een andere kant: We moeten hem of haar ook wéldoen – en wel zoveel als binnen ons bereik ligt. Geef de hongerige te eten. Hebben we dat niet gedaan, dan hebben we hem of haar gedood. Dat betekent: als zo iemand van honger zou sterven, dan is dat hetzelfde alsof we hem of haar dood zouden hebben laten gaan, ja, wat dat betreft hebben we zo iemand werkelijk gedood. Hetzelfde geldt ook in andere gevallen:
- Kleed hen, die geen kleding hebben. Als we het kunnen, maar we kleden hen niet, dan is dat hetzelfde alsof we hen van kleding beroven.
- Herberg de vreemdeling. Als we dat kunnen maar we doen het niet, dan is dat hetzelfde als wegjagen.
- Geef de eenzamen een thuis. Wanneer we daarvoor kunnen zorgen, en we doen het niet, dan is dat hetzelfde als hen negeren en onze liefde onthouden.
- Geef de dorstige te drinken. Als in ons vermogen ligt om dat te doen en we doen het niet, dan is dat het zelfde als hen van dorst laten omkomen.
- Troost de bedroefden. Als we dat kunnen doen en we doen het niet dan staat dat gelijk aan dat we de oorzaak zijn van hun verdriet.
- Onderwijs de dwalenden. Als we daarvoor de gave hebben en daartoe in staat zijn en we doen het niet, dan is dat hetzelfde alsof we hen verleid hebben.
- Vermaan de zondaren. Als ons daar gelegenheid voor geschonken wordt en we doen het niet, dan is dat alsof we hen tot zondigen hebben aangezet.
- Neem het op voor iemand die belasterd wordt. Als we dat kunnen en we doen het niet, dan is dat hetzelfde alsof we zijn of haar eer hebben geschonden.
- Verzorg de zieken. Als we dat kunnen en we verzorgen hen niet, dan is het alsof we hen nog zieker maken.
De grond en oorzaak van dit alles is: dat wij graag dit graag door anderen aan ons zouden laten doen, als wijzelf in nood zijn. Daarom zijn wij naar Gods bevel verplicht het ook aan anderen, als zij in nood zijn – zo goed als we kunnen – te doen. (1)
[Maarten Luther: Monasterio Augustinen, Erffurdiae, circa 1514, vgl. WA, 593, 30-594,7]
(1) Dit citaat komt uit een van de zeer vroege preken van Luther, mogelijk reeds uit het jaar 1510, zegt lutherkenner Erwin Mülhaupt, die deze preek aanwijst als vroegst bekende preek van Luther die aan ons overgeleverd is. De kern van het citaat is overigens oorspronkelijk niet van Luther. De kerkvaders Ambrosius en Augustinus (a) hadden dit al ongeveer op dezelfde manier onder woorden gebracht. Luther zegt ook zelf dat hij het bij Augustinus gelezen heeft, en gebruikt het in deze preek die hij als monnik ooit gehouden heeft in het augustijnerklooster te Erfurt.
Opgemerkt bij (a): Moet je om bovenstaande woorden in een preek te kunnen laten horen, werkelijk eerst bij de kerkvaders terecht? Vreemd, we zouden deze woorden zomaar kunnen opschrijven op basis van het onderwijs van onze Heer en dat van de apostelen. Zie de leestips.
Leestips: De bovenaan genoemde tekstgedeelten waaruit de geciteerde Bijbelverzen gekozen zijn. En ook Lukas 10 : 25-37 en verder 1 Korintiërs 12 en Titus 3 : 8 en uit het Oude Testament Jesaja 58.
‘Als één deel van het lichaam pijn heeft, voelen alle andere delen die pijn ook. En als één deel van het lichaam extra goed verzorgd wordt, genieten alle andere delen daar ook van. Zo is het ook met jullie. Jullie vormen samen één kerk, ieder van jullie hoort erbij. Want jullie horen allemaal bij Christus.’ (Uit 1 Korintiërs 12 : 26-27).
Bron afbeelding: For You – WordPress-com