J.C. Ryle weet ons wel* te vertellen wie er (in de familie) tot het huisgezin van God behoren…
*Weet u/jij het ook? Of houden we ons maar beter aan 1 Korintiërs 4 vers 5?!
‘Vrede kwam Hij verkondigen aan jullie heidenen die ver weg waren en vrede aan hen die dichtbij waren: dankzij Hem hebben wij allen – gedoopte heidenen en gedoopte Joden – door één Geest toegang tot de Vader. Zo zijn jullie geen vreemdelingen of gasten meer, maar burgers net als de heiligen en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten met Christus Jezus Zelf als de Hoeksteen.‘ (Uit Efeziërs 2 uit de verzen 11-22 : 17-20 – Lees hierbij ook 1 Korintiërs 3, een preek van Paulus aan de gedoopte zuigelingen te Korinthe).
Geciteerd 1: Dit heugelijke samenzijn (1) kwam me weer voor de ogen toen ik een verhandeling las van John Charles Ryle (1816-1900). Hij schrijft in ”Christen-zijn in het dagelijks leven” behartigenswaardige dingen over aardse families, naar aanleiding van Efeze 3:15. Ryle noemt familiebijeenkomsten „één van de weinige plezierige dingen die de val van de mens overleefd hebben.” En verderop: „Alles wat ertoe bijdraagt de familiebanden te verstevigen, moet aangeprezen worden.”
Geciteerd 2: In zijn verhandeling beschrijft Ryle in de voor hem typerende eenvoudige, maar trefzekere bewoordingen wie er tot het huisgezin van God behoren. Zij worden lid door nieuwe geboorte. Het zijn de uitverkorenen Gods, die in teder vertrouwen leren zien op Hem Die de overtredingen en de zonde vergeeft, en Die zelfs voor de zwakste grote ontferming heeft. Hun wacht geen onzekere toekomst, in tegenstelling tot aardse families, waarvan het geluk in veel gevallen na zo’n honderd jaar voorbij is, schrijft Ryle…
Hij roept er daarom met klem toe op om tijdens élke familiebijeenkomst elkaar de vraag te stellen: Behoort u al tot het huisgezin van God? Zo richting het einde van het jaar zullen er de nodige ontmoetingen zijn. Laat deze vraag dan in vele huiskamers klinken.
Opgemerkt: Neem aan dat ze wel weten wie er gedoopt zijn en de genoemde vraag aan gedoopte familieleden stellen is zeer ongepast. We kunnen er wel blijk van geven aan elkaar dat we er ook daadwerkelijk naar léven, dat we lid zijn van Gods huisgezin. En mochten er zijn die daarin nalatig (geworden) zijn, ja dan mogen we – op een gepast moment – elkaar wel aansporen om die nalatigheid na te laten. Mooi om met elkaar op familiebijeenkomsten als leden van het huisgezin van God samen dankbaar Gods lof te zingen met Psalmen en geestelijke liederen.
(1) Een familiebijeenkomst (van de schrijver van het artikel) met het talrijke nageslacht, ergens in een hotel langs een van de grote rivieren, in een zaaltje dat bijna uit zijn voegen barstte vanwege de hoeveelheid aanwezigen, overhandigde de oudste kleinzoon een plant aan (de honderdjarige) oma. Aan elke tak hing een kaartje met daarop van iedere nazaat een wens. Het geschenk symboliseerde haar inmiddels wijdvertakte stamboom.
Lees meer over J.C. Ryle in dit artikel op Refoweb.
Bron citaat: RD Opinie – ‘De ene familie is de andere niet’ – door Pieter Ariese (adjunct-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad)
> Passende Bijbeltekst om met elkaar te lezen op een familiedag (met een honderdjarige) is te vinden in 2 Petrus 1 de verzen 12 t/m 21. We lezen daar in de verzen 12-13 en 19-21:
‘Daarom zal ik jullie hieraan blijven herinneren, hoewel jullie dit alles weten en gegrondvest bent in de waarheid die jullie hebben leren kennen. (2) Maar het lijkt me goed jullie wakker te houden door het telkens opnieuw onder jullie aandacht te brengen zolang ik in deze tent verblijf [=lichamelijk op deze wereld onder jullie ben en met jullie meeleven kan].’ (…) ‘Ons vertrouwen in de (OT-) profeten is alleen maar toegenomen. Ook jullie doen er goed aan jullie aandacht daarop gericht te houden, als op een lamp die in een donkere ruimte schijnt, totdat de Morgenster opgaat in jullie hart. Besef daarbij dat geen enkele profetie uit de Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat, want nooit is profetie voortgekomen uit menselijk initiatief: mensen die namens God spraken werden daartoe altijd gedreven door de Heilige Geest.’
(2) Gegrondvest in de waarheid door (hun/onze) Doop in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en door het eerbiedig luisteren naar de verkondiging van Gods Woord en het deelnemen aan de maaltijden van de Heer, lees hierbij Kolossenzen 2 : 6-15.
Bron afbeelding: YouTube (The Voice of the Lord)