‘Jullie, als gemeente(n) van Onze Heer Jezus Christus, zijn een bouwwerk van God.‘ (…) Gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de Hoeksteen is.’* (…) Overeenkomstig de taak die God mij – als door Hem uitgekozen apostel – uit genade heeft opgelegd, heb ik – evenals de andere apostelen dat elders deden – als een kundig bouwmeester het fundament gelegd, en anderen bouwen daarop voort. Laat ieder erop letten hoe er gebouwd wordt, want niemand kan een ander fundament leggen dan er al ligt: Jezus Christus Zelf. Of er in een gemeente – door voorganger(s) en oudsten – op dat fundament nu verder gebouwd wordt met goud, zilver en edelstenen of met hout, hooi en stro, van ieders werk zal duidelijk worden wat het waard is. Op de dag van het oordeel zal dat blijken, want dan zal door het vuur aan het licht worden gebracht wat ieders werk waard is (geweest). Wanneer iemands bouwwerk blijft staan, zal deze worden beloond. Wanneer het verbrand, zal degene die het betreft, de prijs daarvoor betalen; zo iemand zal worden gered, maar als door vuur heen.’ (Uit 1 Korintiërs 3 uit de verzen 9-15) * Woorden uit Filippenzen 2 vers 20.
Geciteerd 1: Maar wettigheid in de kerk is niet automatisch hetzelfde als wettigheid buiten de kerk. De kerken hebben gelukkig de vrijheid om hun eigen inrichting zelf te regelen. Je moet dus bij het beantwoorden van deze vraag altijd starten bij het eigen kerkrecht. Dan geldt dat kerken zich hebben te houden aan de belijdenis en aan wettig genomen bindende besluiten. Dat staat, als je het zo wilt noemen, in het statuut: zie artikel 31 van de kerkorde.” (1)
Geciteerd 2: Daarom kan de ontbinding of splitsing van een kerkverband alleen van onderaf worden vormgegeven, door plaatselijke kerken. Ik ken in de geschiedenis ook geen precedent van een kerk die ontbonden zou zijn door het besluit van een synode.” (2)
Geciteerd 3: „Ik bepleit een vreedzame oplossing. De realiteit is dat de eenheid niet meer voorhanden is. Er wordt niet alleen principieel geheel verschillend gedacht, maar ook in de praktijk zo gehandeld. De crisis gaat zo diep dat zij niet meer herstelbaar is. (3)
Geciteerd slot: Maar volgens mij is de hele discussie over wettigheid in deze crisis in de CGK niet behulpzaam. Regel liever hoe je goed uiteengaat.”
(1) Maar die bindende besluiten worden genomen tijdens en door synodes, dus zijn synodes blijkbaar toch de beslissende factor in het spel. Een kerkscheuring is dus heel eenvoudig: Alle gemeenten die zich niet houden aan op de synodes wettig genomen bindende besluiten staan buiten spel en behoren niet meer mee te doen in het kerkverband.
(2) Dit zou dan betekenen dat alle gemeenten die de synodebesluiten wel ‘beamen’ zich dan maar buiten het kerkverband plaatsen, want ze kunnen blijkbaar de gemeenten die zich niet aan de synodebesluiten houden buiten het kerkverband plaatsen.
(3) ‘De crisis gaat zo diep dat zij niet herstelbaar is’? Waar in Gods Woord – in de brieven van de apostelen of in de brieven van onze Heer Jezus Christus – vinden we aanwijzingen dat men van christelijke gemeenten, die toch allen gebouwd zijn op het fundament van de profeten en de apostelen en waar onze Heer Zelf de Hoeksteen is, mag verklaren dat daarmee geen eenheid meer te beleven valt en dat de crisis zo diep is dat men zeggen moet niet meer op hetzelfde Fundament – want heel de Schrift zoals die tot ons gekomen is door de profeten en apostelen, is Christus verkondiging! (Zie Lukas 24 : 13-35) – te staan.
Opgemerkt: De vraag is: wil men binnen de CGK Gods Woord lezen en toepassen als pastoraat (zoals we dat van Maarten Luther kunnen horen en leren) of wil men de theologisch/juridische en dogmatische benadering (zoals we dat van Johannes Calvijn kunnen lezen en leren) hanteren. Voor mij is het zonneklaar dat het boek Handelingen, de brieven van de apostelen en de brieven van onze Heer aan de zeven gemeenten van Klein Azië ons het eerste leren. (4) En wanneer we dat gaan navolgen met elkaar, dan hebben we als gemeenten van onze Heer geen theologen meer nodig, die met hun deskundigheid voor ons allen nieuwe bindende NT-wetsregels weten te destilleren uit het pastorale onderwijs van het NT.
(4) Neem als voorbeeld de gemeente van Korinthe waaraan Paulus schrijven moet: ‘Nu ik jullie toch aanwijzingen geef: ik kan jullie niet prijzen om jullie samenkomsten. Die doen meer kwaad dan goed.’ Vanuit die situatie gaat Paulus – met het gezag van zijn apostelschap* – pastoraal (!) in die gemeente orde aanbrengen in hun samenkomsten en ervoor zorgen dat men zich daar zal houden gaan houden aan de regel om niet uit te gaan boven wat geschreven is [zie 1 Korintiërs 4 : 6-8 waar Paulus deze regel aan de gemeente(n) voorschrijft/oplegt]. Juist om die regel moest hij daar in de omstandigheden van die tijd de vrouwen in de gemeente het zwijgen opleggen, terwijl toch uit zijn verkondiging duidelijk blijkt dat dit zwijgen niet kan worden opgevat als een NT-wetsregel die voortaan overal en door de tijd heen zou moeten gelden.
* Zie hierbij ook Paulus woorden in 2 Korintiërs 2 : 8-11 en dan m.n. waar hij opmerkt dat hij bepaalde zaken vanuit het gezag van zijn apostelschap had geschreven om te kunnen zien of zijn apostolaat ook daadwerkelijk erkend werd. Paulus mocht van het bevrijdende van het Evangelie – ook voor vrouwen – afwijken en die de gemeenten nog niet gunnen, omdat de tijd daarvoor nog niet rijp was.
Bron citaat: RD Interview – ‘Mr. Pieter Pel: Laten Christelijke Gereformeerde Kerken in vrede uit elkaar gaan’ – door Addy de Jong
Mr. Pel, in 2013 gepromoveerd op de rechtspositie van geestelijken, is goed bekend met de CGK. Meerdere malen was hij in het verleden als raadsman betrokken bij kerkelijke problemen. In augustus was hij de advocaat van het oud-moderamen van de laatstgehouden generale synode, toen dat in een kort geding tegenover de cgk te Broeksterwoude kwam te staan. En als bezwaarde leden van de Nederlandse Gereformeerde Kerken (NGK) gaan zijn vrouw en hij al een tijdlang ter kerke in de cgk te Hattem.
‘Toen ik hem zag viel ik als dood voor Zijn voeten neer. Maar Hij legde Zijn rechterhand op mij en zei: wees niet bevreesd (bang). Ik ben de Eerste en de Laatste. Ik ben Degene Die leeft; Ik was dood, maar Ik leef, nu en tot in eeuwigheid. Ik heb de sleutels van de dood en van het dodenrijk. Schrijf daarom op wat je gezien hebt, wat er nu is en wat er hierna zal gebeuren. Dit is de betekenis van de zeven sterren die je in Mijn rechterhand zag en van de zeven gouden lampenstandaards: de zeven sterren zijn de engelen [= ‘ambtsdragers’: voorgangers en oudsten] van de zeven gemeenten, en de zeven standaards zijn de gemeenten zelf.‘ (Uit Openbaring 1 de verzen 17-20)
Bron afbeelding: Scripture Media – Savior Connect