‘Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Je moet je naaste liefhebben maar je vijanden (1a) moet je haten. Maar Ik zeg jullie: Hen je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen (1b), alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel. Hij laat zijn zon immers opgaan over goede en slechte mensen (2) en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.‘ (Uit Matteüs 5 de verzen 43-45)
Geciteerd: Door de woorden “vol van genade en waarheid” te gebruiken, schetst de evangelist voor ons een zeer liefdelijk en aantrekkelijk beeld van Christus. Hij wil zeggen: Op Christus, en op niemand anders, is het vers in Jesaja 53:9 van toepassing: ‘Er was geen bedrog in Zijn mond.’ Hij is ‘vol van genade en waarheid‘. Kortom, alles in Christus is God welgevallig. De Vader heeft Hem lief en is Hem liefdevol en vriendelijk gezind. De Vader vindt geen gebrek en geen smet in Hem.
Het is niet alleen genade die de Vader ertoe aanzet blij te zijn met alles wat de Zoon zegt en doet; nee, alles wat Hij zegt en doet is ook op zichzelf volmaakt, zodat de Vader niets in Hem te vergoelijken heeft. Christus Zelf zegt in Johannes 5 : 30: ‘Ik zoek niet mijn eigen wil, maar de wil van Hem die Mij gezonden heeft.’ Hij heeft de Vader lief met heel zijn hart. De heiligen in deze wereld waren niet zo. Zij deden altijd wat God mishaagde; zij waren zondaars.
Mozes was een groot en heilig profeet met wie God Zelf sprak en door wie Hij de Wet aan het volk Israël overbracht. Maar hoe heilig hij ook was, hij was toch een zondaar en werd de toegang tot het Beloofde Land ontzegd (Numeri 20 : 12). Abraham, die voorname, grote en heilige man, aanbad afgoden in Chaldea (Jozua 24 : 2). Tot op de dag van vandaag ontdekken we gebreken. Daarom moet je zeggen: ‘Zij waren mensen'(zoals wij). De belofte van Christus werd Abraham niet gegeven vanwege enige inherente waardigheid en heiligheid; want voordat God hem uit Chaldea riep, had hij afgoden gediend, zoals we terugvinden in Jozua 24 : 2.
En Abrahams eigen woorden: ‘Ik ben slechts stof en as’ (Genesis 18 : 27) leveren ruimschoots bewijs dat hij geen vertrouwen stelde in zijn eigen eerzaamheid en glorie. De aartsvaders die volgden, waren allen zondaars – Isaak, Jakob, Mozes en Aäron. De Geest van God liegt niet wanneer Hij zegt: ‘Allen hebben gezondigd’ (Romeinen 5 : 12). Ik durf te stellen dat David, die boven anderen wordt geprezen, ook in grove en ernstige zonde verviel, om nog maar te zwijgen van zijn grootste zonde. Zo hadden alle andere heiligen lelijke, grote vlekken en onvolkomenheden in hun karakter. Petrus verloochende Christus; Paulus vervolgde Hem. Als zij niet onder de grote, wijde hemel van genade en vergeving waren geweest, zou de duivel hen bezoedelen en ons ook.’ (3)
(Dr. Martin Luthers Werke (Weimarer Ausgabe) WA 46, 541 e.v. – (vertaling gebruikt: Luthers Works, Amerikaanse editie, Concordia Publishing House, deel 22, p. 120/121)
(1a) In de ogen van Joden en christen zijn dat dan meestal gelijk ook vijanden van God.
(1b) Paulus was zo’n vijand van de gemeenten, we mogen aannemen dat de gemeente in Jeruzalem naar Jezus’ opdracht gebeden heeft voor hun vervolgers.
(2) Zie hierbij Jezus woorden in Lukas 11 : 13 en Lukas 18 : 19 en de Psalmwoorden die Paulus citeert in Romeinen 3 : 10-20.
(3) En wie bezoedelen en belasteren wij als handlangers van de boze?
‘Is het een verdienste wanneer je liefhebt wie jou liefheeft? Doen de tollenaars (die jullie zo verfoeilijk vinden) niet net zo? En als jullie alleen je broeders en zusters (die jullie vleien en naar de mond praten) vriendelijk bejegenen, wat voor uitzonderlijks doen jullie dan? Gaat het onder de heidenen niet net zo? Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is.’ (Uit Matteüs 5 de verzen 46-48)
Bron citaat: Op donderdag 11 september 2025 toegezonden Engelstalige Luthercitaat
Als u deze Luthercitaten naar familie of vrienden wilt laten sturen, kunt u het e-mailadres sturen naar:
info@martinluther-quotes.nl. U kunt zich ook via dit e-mailadres of via http://www.maartenluther.com aan- en afmelden voor deze wekelijkse citaten. Deze e-mails zijn gratis en er wordt niet gevraagd om donaties.
‘Geliefde broeders en zusters, als God ons zó heeft liefgehad, zullen wij (toch) ook elkaar (moeten) liefhebben. Niemand heeft ooit God gezien. Maar als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en is Zijn liefde in ons ten volle werkelijkheid geworden. Dat we in Hem blijven en Hij in ons, weten we doordat Hij ons heeft laten delen in Zijn Geest. En wij hebben zelf gezien waarvan we nu getuigen: dat de Vader Zijn Zoon gezonden heeft als Redder van de wereld. Als iemand belijdt dat Jezus de Zoon van God is, blijft God in hem of haar en blijft hij of zij in God. Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop. God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God en God blijft in hem of haar.‘ (…) ‘Wij hebben (dus) lief omdat God ons het eerst heeft liefgehad. Als iemand zegt (beweert): ‘Ik heb God lief’, maar hij of zij haat (4) zijn broeder of zuster, die is een leugenaar. Want iemand kan onmogelijk God, die hij of zij nooit gezien heeft, liefhebben als hij of zij de ander, die wel gezien wordt, niet liefheeft. We hebben dan ook dit gebod van God gekregen: wie God liefheeft , moet ook de ander liefhebben.’ (Uit 1 Johannes 4 uit de verzen 11-21 : 11-16 en 19-21)
(4) Zie haten als: De ander de plaats in het leven niet gunnen en geven of zelfs ontnemen waar God die ander wel een plaats gegeven heeft: in familie, huwelijk en gezin, in de kerkelijke of burgerlijke gemeente, op het werk of in de samenleving, etc.
‘Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals Ik jullie heb liefgehad. Er is geen groter liefde dan je leven te geven voor je vrienden. Jullie zijn Mijn vrienden wanneer je doet wat Ik jullie gezegd (en voorgeleefd) heb.’ (Uit Johannes 15 de verzen 12-14)
Bron afbeelding: Crosswalk-com (The Gift of Sacrificial Love)