‘Wees standvastig, broeders en zusters, en blijf bij de traditie waarin jullie onderwezen zijn, in woord en geschrift (lees: door de verkondiging van Gods Woord en in de brieven die wij apostelen – en later ook onze Heer nog! – jullie geschreven hebben). Moge onze Heer Jezus Christus en God, onze Vader, Die ons Zijn liefde heeft getoond en ons door Zijn genade blijvende steun en goede hoop gegeven heeft, jullie aanmoedigen en sterken in al het goede dat jullie doen en zeggen.’ (Uit 2 Tessalonicenzen 2 uit de verzen 13-17 : 15-17 – lees alle genoemde verzen)
Geciteerd 1: De christelijke wereld is aan een immense verandering bezig. En hoe de Geest tot de gemeente van de toekomst spreekt, kan vandaag nog nauwelijks iemand vermoeden.
Geciteerd 2: Het is minder belijnd dan vroeger, ook meer ‘ik’ dan ‘samen’. Het popt ook meer op losse momenten op, zoals bij rampen, uitvaarten of op festivals of online, dan dat het wordt beleefd tijdens een wekelijkse kerkdienst. De basis van het moderne geloof is vaak ook meer een gevoel dan een vaste set geloofsregels, een Boek of een traditie waarnaar je je voegt.
Dominees doen er in zo’n geloofsbeleving inderdaad minder toe. Oude kerken met open deuren des te meer.
Voor academisch geschoolde predikanten die graag hun verhaal kwijt willen, en voor ervaren kerkgangers die diepgang zoeken, voelt dat al snel als een teruggang. Of zelfs als afvallig.
Maar hoe oppervlakkig veel hedendaagse geloofsbeleving ook kan aanvoelen: mag je zulke grote conclusies wel trekken, als veel jonge mensen vandaag God herontdekken (ook als dat in een andere vorm dan vanouds gebeurt)? Of doe je dan de heilige Geest tekort? Wanneer is iets christelijk genoeg om christelijk te mogen heten?
De christelijke wereld is aan een immense verandering bezig. En hoe de Geest tot de gemeente van de toekomst spreekt, kan vandaag nog nauwelijks iemand vermoeden.
Geciteerd 3: In het verleden werd de christelijke levensstijl vaak verbonden met het missionaire karakter van de kerk, maar de kerkgeschiedenis na de Tweede Wereldoorlog heeft het failliet van dat streven aangetoond. ‘Het was niet herkerstening maar ontkerstening die het tijdperk kenmerkte’, schrijft Dekker. De kerk kan niet als functie van de zending worden gezien; het is omgekeerd: de zending is een van de vele functies van de kerk. ‘Levensstijl kan dus niet primair missionair zijn. Niet het transformeren, maar het blijven bij het geheimenis is de uitdaging.’
Geciteerd 4: „Maar,” zo waarschuwt Segers, „God komt niet terug omdat we Hem goed kunnen gebruiken. Wij gaan alleen terug naar God als we denken – geloven! (1) – dat Hij ons kan redden. Christenen hopen niet op Jezus omdat Hij de boel bij elkaar houdt. Christenen hopen op Hem omdat Hij de woorden van het eeuwige leven heeft. Het christelijk geloof kan ons alleen redden als we gered willen worden.”
(1) Geloven op grond van het Evangelie dat ons verkondigd is en wordt! En bij het onderwijs van het Evangelie blijven door vanwege ons geloof ook trouw en met eerbied al de door God ons geschonken middelen te blijven gebruiken in het midden van een gemeente van onze Heer (en in wat voor gebouw die samenkomen – een aula bijv. die door-de-week een ander gebruik heeft – dat zal voor ons samenkomen geen hindernis mogen zijn!). Door het gebruik van de middelen wil God ons bemoedigen en kracht geven om in de samenleving een zoutend zout te zijn en dat ook te blijven – zie de woorden van onze Heer in Matteüs 5 : 11-16.
Leestips: Matteüs 5 : 1-16 en 2 Tessalonicensen 2 en 3.
Lees het vervolg: ‘Alleen met het Woord kan dat bestreden en overwonnen worden…’
Bron citaat 1-2: ND Opinie – ‘Mag je wel van massale geloofsafval spreken als zo veel mensen vandaag God herontdekken?’ – door Dick Schinkelshoek
Bron citaat 3: ND Geloof – ‘Een christelijke levensstijl in een postchristelijke tijd is ‘de vorm die vreugde aanneemt in ballingschap’’ – door Koos van Noppen
Bron citaat 4: RD Kerk & religie | Opening academisch jaar TUU – ‘Gert-Jan Segers: Einde van democratie nabij’ – door Jan van Reenen
‘Voor het overige broeders, bidt dat het Woord van de Heer zich elders even snel verspreidt en evenzeer geprezen wordt als bij jullie. Bid ook dat wij worden behoed voor slechte en kwaadaardige mensen, want niet iedereen is betrouwbaar. (2) Maar de Heer is trouw, Hij zal jullie kracht geven en jullie tegen het kwaad – dat zich juist ook keert tegen de eenvoudige gelovigen! – beschermen. De Heer geeft ons de overtuiging dat jullie zullen doen naar wat wij jullie hebben opgedragen en dat ook zullen blijven doen (3). Moge de Heer jullie wil en verlangen richten op de liefde voor God en de standvastige trouw aan Christus.‘ (Uit 2 Tessalonicensen 23 de verzen 1-5)
(2) Zie hierbij o.a. 2 Korintiërs 2 : 17, Filippenzen 1 : 15-17, 1 Tessalonicenzen 2 : 5-12.
(3) Hoor hierbij ook de herhaalde oproep van onze Heer aan de zeven gemeente in Klein Azie: De gemeenten moeten gehoor geven aan wat de Geest tot Zijn Gemeente zegt en dat kan alleen gebeuren bij en door het trouw gebruik van de ons daartoe geschonken middelen. Want de Heilige Geest wil wat dat betreft niet buiten de verantwoordelijkheid van ons mensen om werken!
Bron afbeelding: St. Paul of the Cross