Kinderlijke ontvankelijkheid – een kado van God! *

Hij riep een kind bij zich, zette het in hun midden en zei: “Ik verzeker jullie: als je niet verandert en (ontvankelijk) wordt als een kind, dan zul je het Koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan.”‘ (Uit Matteüs 18 uit de verzen 1-8 : 2-3)

Bij Lydia lezen we wel heel duidelijk dat Gód haar een kado gaf: Hij opende haar hart – ze was zich dat niet bewust, maar de Heilige Geest heeft het voor ons laten optekenen – en daarom wilde ze op aanraden van de apostelen zich laten dopen om de Heilige Geest te mogen ontvangen. En dat kado van God – een door de Geest ontvankelijk gemaakt hart – mocht ze (verder) gaan (laten!) openen en leren gebruiken. Allereerst door zich te laten dopen en door voortaan trouw te gaan samenleven in een gemeente van onze Heer Jezus Christus en door juist ook daar gebruik te maken van de middelen die onze Heer daarvoor (voor een blijvend ontvankelijk hart!) heeft ingesteld.
Voor de kinderen in de gemeente van Jezus Christus ligt en gaat het niet anders. God stelt hun kinderlijke ontvankelijkheid – een kado van God en ook door de Geest geschonken en gewerkt! – ons (gevorderde) gelovigen zelfs ten voorbeeld! En onze kinderen worden gedoopt opdat ook zij de Heilige Geest zullen ontvangen in het midden van Christus’ gemeente en vanwege het samenleven daar. Door daar ook trouw ‘de middelen’ te gebruiken zullen ze gaan groeien in hun geloof.

* Onze kinderen zijn ‘van nature’ geen nestvlieders en daar zullen we niet minachtend over doen! Langs die weg wil God Zijn kinderen opvoeden bij het geloof. Ze moeten niet eerst door ons tot onafhankelijke kinderen opgevoed worden, die dan later zelfstandig en vanuit eigen verstand en ervaring zullen moeten beslissen of ze de Waarheid zullen aanvaarden of niet. Ze zullen juist altijd weer – dankbaar voor de kinderlijke ontvankelijkheid die God hen schonk en gebruiken wilde – zich openstellen en beschikbaar stellen voor het werk dat de Heilige Geest door het gebruik van ‘de middelen’ in hun leven begon en ook wil blijven doen. En dat dus ook bij alle strijd en moeite en struikelen en vallen, want ons eigen ‘vlees’, de wereld en de boze laten kinderen van God niet ‘ongemoeid’! Ze zullen alle zeilen moeten bijzetten om het werk dat de Geest in hun leven wil doen voortgang te laten vinden. En dat kan alleen door trouw en eerbiedig volhardend in het Lichaam van Christus de middelen te blijven ontvangen en gebruiken.

Paulus en Silas verlieten de gevangenis en gingen naar het huis van Lydia, waar ze de gelovigen aantroffen. Na hen bemoedigend te hebben toegesproken, vertrokken ze uit Filippi (vanwege het verzoek van de stadsbestuurders).’ (Uit Handelingen 16 vers 40)

Geliefde broeders en zusters in Filippi, leef in overeenstemming met het Evangelie, zodat ik kan horen en straks zelf kan zien, dat jullie één van Geest zijn en ook samen voor het geloof in het Evangelie strijden. Laat je op geen enkele manier door jullie tegenstanders angst aanjagen, want dat is een teken van God: voor hen dat ze ten onder gaan, voor jullie dat jullie worden gered. Aan jullie is de genade geschonken niet alleen in Christus te geloven, maar ook omwille van Hem te lijden. Jullie voeren dezelfde strijd die jullie mij vroeger hebben zien voeren en die ik, zoals jullie horen, nog steeds voer.‘ (Uit Filippenzen 1 de verzen 27-30)

Bron afbeelding: Do Not Depart

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie