Op de wijze van Augustinus’…

(en over: ‘hoe we begeerten kunnen tegengaan’)

Wat de weduwen en weduwnaars betreft, zeg ik dat het goed voor hen zou zijn allen te blijven, zoals ik. Maar wanneer ze dat niet kunnen opbrengen, moeten ze trouwen, want het is beter te trouwen dan te branden van (onvervulde) begeerte.’ (Uit 1 Korintiërs 7 de verzen 8-9)

Geciteerd: De zusters sprak hij zelf niet, maar hun getuigenis vindt hij „indrukwekkend”. „Zij leven zo anders dan wij buiten het klooster. De abdes heeft bijvoorbeeld twee keer op het punt gestaan om te trouwen, maar dat beide keren tóch niet gedaan, omdat ze een andere roeping voelde: het dienen van God en de gemeenschap op de wijze van Augustinus.”

Opgemerkt: Stel je voor dat die abdes vertellen zou dat ze vijftien jaar innig had samengeleefd met een man en dat ze hem een zoon of dochter gebaard had, maar dat ze die man – mee door druk die op haar werd uitgeoefend door haar moeder – vanwege zijn lage sociale komaf maar weggestuurd had en dat ze met een andere man – waarmee ze door haar moeder in aanraking werd gebracht – niet wenste te trouwen…

Hieronder (daarom wat) citaten uit een bachelorscriptie* (2018) ‘Augustinus en zijn vrouwen – Vrouwbeelden in de Confessiones‘ van Natalie van den Brink.

Opgemerkt vooraf: Wat hadden Augustinus en zijn eerste vrouw (‘Vrouw I’ in de scriptie) geholpen zijn geweest wanneer ze hun seksuele verlangens en lust(en) op grond van Gods Woord hadden weten te aanvaarden als Heer-lijke scheppingsgaven van God, waarvan ze beiden volop mochten leren (!) genieten door echt de tijd te nemen voor het ontdekken en ‘benutten’/bevredigen van beider verlangens en dat zelfs zonder (nog) een ‘kinderwens’ te hebben (zie 1 Korintiërs 7 : 8-9). Nu is de geschiedenis van Augustinus met zijn (drie) vrouwen, bezien vanuit het onderwijs dat Gods Woord ons geeft, nogal ontluisterend voor Augustinus zelf en niet minder ook voor zijn moeder Monica vanwege haar rol in dat gebeuren.

NB. Zie de link naar de pdf-versie van deze lezenswaardige bachelorscriptie onderaan.

> Vrouw I is vijftien jaar bij hem gebleven, tot ze terugging naar Afrika en koos voor een celibatair leven. Toch is Augustinus nooit getrouwd geweest. Hij kon Vrouw I niet trouwen, omdat ze van lage sociale komaf was. Ze was Augustinus’ concubine, of bijvrouw. Buitenechtelijk samenwonen en het krijgen van buitenechtelijke kinderen was in de tijd van Augustinus niet vreemd. Adeodatus was een onwettig kind van hem en droeg de naam van zijn moeder en hoorde bij haar familia. Volgens Wetzel is Augustinus Vrouw I trouw gebleven tot hij naar Milaan ging. Monica heeft toen voor een verloving gezorgd met Vrouw III, veel te jong, maar met een vooruitzicht om sociaal hogerop te komen. Vrouw I werd teruggestuurd naar Afrika. Ze liet alles achter, zelfs haar zoon. Toch hebben lezers volgens Miles geen medelijden met Vrouw I, maar met Augustinus, omdat hij niet eens korte tijd single kon blijven tot zijn verloofde oud genoeg was om te trouwen, maar heel snel een nieuwe minnares nodig had, Vrouw II. Toch krijgen we het idee dat ook de relatie met Vrouw II voor Augustinus geen echte liefde was, maar meer was gebaseerd op lust. Volgens Miles vindt Augustinus dat liefde voor vrouwen onverenigbaar is met de toegewijde liefde voor God.

> Uit de Confessiones blijkt dat Augustinus nooit heel kuis is geweest. In zijn puberteit wil hij niets anders dan liefde geven en liefde ontvangen. Hij geeft niets om de echte liefde en doet het alleen om de lust, zoals uit het volgende fragment blijkt. … sed exhalabantur nebulae de limosa concupiscentia carnis et scatebra pubertatis, et obnubilabant atque obfuscabant cor meum, ut non discerneretur serenitas dilectionis a caligine libidinis. ‘…maar dampen stegen op uit het modderige verlangen van het vlees en uit de opborreling van volwassenheid, en bewolkten en verduisterden mijn hart, zodat de helderheid van de liefde niet werd onderscheiden van de duisternis van de begeerte.’ Even verderop noemt Augustinus wel een oplossing voor deze begeerten, namelijk dat rust alleen gevonden kan worden als men vrede heeft met het doel van de begeerten: het krijgen van kinderen. Toen hij de Confessiones schreef, had hij deze oplossing** al gevonden, maar in zijn puberteit was het nog te vroeg om te beseffen hoe hij de begeerten kon tegengaan.

NB. Paulus noemt dat ‘kinderen krijgen’ dus niet als oplossing voor het ‘branden van begeerte’ in 1 Korintiërs 7 : 8-9.

Wanneer hij naar Carthago gaat om daar te studeren, denkt hij er nog precies hetzelfde over. Hij gaat daar nog wel naar de kerk, maar meer om de mooie meisjes te zien dan om naar de woorden van God te luisteren. Het is waarschijnlijk dat hij daar de vrouw heeft ontmoet met wie hij de volgende vijftien jaar van zijn leven samen zou zijn.

> Augustinus is met Vrouw I thuisgekomen toen hij zeventien jaar oud was. Zijn moeder Monica is nooit blij geweest met deze relatie. Want ook al is Augustinus deze vrouw wel altijd trouw gebleven, hij zegt ook dat hij haar gevonden heeft toen hij nog een ontembare hartstocht had, en om al een relatie te beginnen terwijl zijn ontembare hartstochten nog niet over waren, daar was Monica het waarschijnlijk niet mee eens. Dit blijkt uit het feit dat Monica Augustinus constant gewaarschuwd heeft niet zomaar met een vrouw te slapen en te wachten met een huwelijk tot de eerste jonge hartstochten voorbij waren. Hij beschrijft de relatie met deze vrouw als een verbond op basis van lust, zonder de intentie om kinderen te krijgen.

> Augustinus noemt Vrouw I nergens in de Confessiones zijn concubine. Wel speelt hij met de woorden, coniugii cum qua cubare, zodat enkele lezers wel moeten hebben geweten dat het geen wettige vrouw was. Over de woorden avulso a latere meo is ook veel discussie geweest. Volgens Shanzer is er een gelijkenis tussen deze woorden en het verhaal dat God een rib van Adam neemt om hier Eva van te maken. Ook al worden er in Genesis andere woorden gebruikt, Augustinus verwijst vaker naar Genesis, dus het is goed mogelijk dat hij dat hier ook doet.

> Bovenstaand fragment is een opvallend gedeelte in de Confessiones. Augustinus heeft net hiervoor nog gezegd hoeveel verdriet hij heeft dat Vrouw I bij hem weg moet en dat ze aan hem wordt ontrukt. Maar in plaats van deze vrouw na te volgen, en zelf ook een celibatair leven te leiden, vindt hij snel weer een andere vrouw (Vrouw II), omdat hij er niet tegen kan dat hij voor Vrouw III nog twee jaar moet wachten. Het gaat Augustinus dus duidelijk niet om de liefde en genegenheid, maar vooral om de lusten. De lusten die hij in zijn puberteit al ondervond en die nu nog steeds bestaan.

> Hoewel Augustinus nu een ander heeft om zijn lusten te verzadigen, blijft de pijn die hij had bij het verlies van Vrouw I. Het zou niet verrassend zijn als de seks met Vrouw II voor hem meer voelde als overspel. Op deze manier verschuift voor de lezer het gevoel van medelijden van de concubine naar Augustinus zelf. Alle focus gaat naar hem en we krijgen geen informatie meer over hoe Vrouw I zich na haar vertrek voelt. Uiteindelijk zet Augustinus ook het huwelijk met Vrouw III niet door, en blijft hij de rest van zijn leven ongehuwd, wat Alypius, een van Augustinus’ beste vrienden, alleen maar kan prijzen. In tegenstelling tot Augustinus houdt Alypius helemaal niet van het slapen met een vrouw en is er dan ook na één keer mee gestopt, om de rest van zijn leven een celibatair leven te leiden.

> Miles (1992) schrijft dat Augustinus zijn partners nergens de schuld gegeven heeft van zijn eigen seksverslaving. Augustinus noemt nergens dat de vrouwen hem verleid hebben of hem vastgehouden hebben. Ze hebben zelfs niet tegengestribbeld toen hij hen stuk voor stuk afgewezen had. Iets anders wat Miles is opgevallen is dat Augustinus nergens naar Vrouw I verwijst als de moeder van zijn kind. Op deze manier blijft zij in de rol van seksuele partner, in plaats van in de rol van moeder.

> Zoals uit dit hoofdstuk wel gebleken is, geeft Augustinus de meeste informatie over Vrouw I, met wie hij vijftien jaar samen is geweest. Over Vrouw II en de door zijn moeder geregelde Vrouw III wordt ons weinig informatie verschaft. Van alle drie de vrouwen blijft de naam ongenoemd.

Slot citaat:
> Monica voorziet dat haar dood dichtbij is. Ze laat Augustinus weten dat haar grootste wens, om Augustinus op het goede pad te krijgen, eindelijk meer dan in vervulling is gegaan en dat haar werk nu dus over is. Een paar dagen na dit gesprek met Augustinus wordt Monica ziek. Tijdens de negen dagen van haar ziekte trekt ze zichzelf helemaal terug. Ze heeft alleen haar zoons gezegend, tegen Augustinus gezegd dat ze nooit een verkeerd woord van hem gehoord heeft en dat ze niet bij haar man begraven wilde worden. Dit is altijd wel geweest wat ze wilde, maar gedurende haar leven is ook Monica minder op materiële zaken gesteld geraakt. Het maakt haar niet meer uit waar ze begraven zou worden.

Bron citaat: RD Binnenland – ‘Kees van Eekelen wordt stil van de rust in een klooster, maar zou er niet willen wonen’ – door Elja Verbaan-de Jong

Bachelorscriptie:Augustinus en zijn vrouwen – Vrouwbeelden in de Confessiones

Degenen die getrouwd zijn geef ik, nee, niet ik, – de Heer geeft hun het volgende gebod: een vrouw mag niet scheiden van haar man (is ze al gescheiden dan moet ze dat blijven of zich met haar man verzoenen), en een man mag z’n vrouw niet wegsturen. Verder geef ik zelf nog – niet de Heer – het volgende voorschrift: wanneer een broeder een ongelovige vrouw heeft die bij hem wil blijven, mag hij van haar niet scheiden. Dit geldt ook voor een zuster: wanneer ze een ongelovige man heeft die bij haar wil blijven, mag ze niet van hem scheiden. Want de ongelovige man behoort dankzij zijn vrouw God toe en de ongelovige vrouw dankzij haar man eveneens. Zou dat niet zo zijn, dan zouden uw kinderen onrein zijn. Maar nu zijn ze geheiligd.* Maar als de ongelovige partij wil scheiden, moet dat maar gebeuren; in dat geval is de broeder of zuster niet gebonden. Bedenk echter dat u door God geroepen bent om in vrede te leven. Wie weet zou u uw man toch kunnen redden? En wie weet, of u uw vrouw toch kunt redden.‘ (Uit 1 Korintiërs 7 de verzen 10-16)
* En ze behoren daarom ook – zonder bezwaar(makers) – gedoopt te zijn/worden in Christus gemeente.

Bron afbeelding: Pinterest

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie